Ad Maas benoemd tot bijzonder hoogleraar: ‘Wetenschappelijk onderzoek tentoonstellen is museologie op het scherpst van de snede’
Curator Ad Maas van het Leidse Rijksmuseum Boerhaave is per 1 september benoemd tot bijzonder hoogleraar. In deze hoedanigheid zal hij zich bezighouden met natuurwetenschappelijke verzamelingen en het tentoonstellen daarvan in musea.
Luchtvervuilingsdetectoren of een ECG-apparaat: veel voorwerpen waar Maas als curator mee werkt, zullen niet snel het stempel ‘mooi’ krijgen. Soms zijn de artefacten zelfs uitgesproken ontoegankelijk. En toch vormen juist deze voorwerpen de basis van de tentoonstellingen die Maas samenstelt voor Rijksmuseum Boerhaave.
‘Wetenschappelijk erfgoed is inderdaad weerbarstig’, vertelt de nieuwe hoogleraar Museale Aspecten van de Natuurwetenschappen. ‘Het zijn gebruiksartikelen om moeilijk onderzoek te produceren, geen voorwerpen die zijn gemaakt om het oog te plezieren.’ Dat maakt het ingewikkeld om ze op aansprekende wijze tentoon te stellen. ‘Zeker als ze in het verleden zijn gebruikt, want dan moeten we ook nog eens de stap maken naar de wetenschappelijke ideeën van toen. We zijn altijd op zoek naar manieren om het verhaal van voorwerpen die van zichzelf niet zoveel charme hebben, toch goed te vertellen. Daardoor zijn we gewend om museologie op het scherpst van de snede te bedrijven.’
Moderne wetenschap en maatschappelijke veranderingen
Vanwege die specialistische kennis is Maas gevraagd om het stimuleringsprogramma Museums, Collections and Society te komen versterken, waar de focus tot nu vooral op kunstgeschiedenis en archeologie lag. ‘Mijn specifieke aandacht zal daarbij uitgaan naar modern wetenschappelijk erfgoed. Moderne wetenschap is ingewikkelder dan ooit en wordt bedreven met ingewikkelde opstellingen of juist heel saaie massa-geproduceerde dozen met stekkers. Hoe ga je daar op betekenisvolle wijze mee om in de museologische context? Dat is een van de vragen waarop ik academisch wil reflecteren.’
Maas gaat verder onderzoeken hoe de kijk op collecties wijze waarop museumbezoekers naar objecten kijken wordt beïnvloed door maatschappelijke veranderingen. ‘Neem bijvoorbeeld de artefacten van Nobelprijswinnaars. Ik wil kijken hoe die in onze collectie, maar ook in de rest van Nederland, zijn gebruikt om het beeld neer te zetten van helden van de wetenschap.’
Wisselwerking tussen universiteit en stad
Het idee is dat op deze manier een wisselwerking ontstaat tussen de universiteit enerzijds en Museum Boerhaave anderzijds. ‘Wat ik hier doe, kan ik in het museum gebruiken en wat ik in het museum doe, kan ik hier gebruiken. Daarom viel het ook goed in het pulletje: de universiteit wil graag de band versterken met de stad en alle culturele instellingen, musea in het bijzonder. Ik hoop dat ik mensen kan triggeren om mij te benaderen als ze denken dat het museum van enig nut kan zijn voor hun bezigheden.’
Voor studenten zal de wisselwerking in elk geval profijt gaan opleveren, want Maas zal ook onderwijs verzorgen. ‘Ik kijk er erg naar uit om hen kennis te laten maken met de uitdagingen en dilemma’s van wetenschappelijk erfgoed. Volgens mij kunnen ze daar veel van leren over de manier waarop je met weerbarstig materiaal kunt omgaan.’