Collegecolumn: Hoe gaan we om met haatzaaiende uitspraken?
Met afschuw bekeek ik onlangs de uitzending van Ongehoord Nederland op 15 september. De racistische en haatzaaiende uitspraken van alumnus Raisa Blommestijn waren wat mij betreft ver over de grens en zijn volgens mij ook in strijd met artikel 1 van de grondwet.
In deze rubriek geven Annetje Ottow, Hester Bijl en Martijn Ridderbos een kijkje achter de schermen bij het College van Bestuur van de Universiteit Leiden. Hoe ziet hun werk eruit? Waar zijn ze enthousiast over? Wat zijn uitdagingen die ze tegenkomen? Het bouwen aan een gezonde, betrokken en lerende organisatie begint met het delen van wat je bezighoudt. Deze keer is het de beurt aan Hester Bijl.
Terecht ontstond er veel commotie. Leids emeritus-hoogleraar Paul Cliteur zat ook in de uitzending en greep niet in toen Blommestijn deze uitspraken deed. Dat vind ik verbazingwekkend, maar ik kan niet veel meer doen dan mijn afschuw uitspreken. Met medewerkers kunnen we een stevig gesprek voeren, maar Blommestijn is niet meer als medewerker aan de universiteit verbonden en Cliteur is met emeritaat (pensioen). Normaal gesproken doen we overigens als werkgever geen publieke uitspraken over medewerkers, dat is een kwestie tussen werkgever en werknemer en valt dus onder privacy.
'De talloze verontwaardigde reacties op sociale media maken duidelijk dat velen de hele universiteit associëren met de uitspraken van enkele individuen.'
Grenzen opzoeken
De talloze verontwaardigde reacties op sociale media maken duidelijk dat velen de hele universiteit associëren met de uitspraken van enkele individuen. We hebben ruim 34.000 studenten, 6.000 medewerkers en vele tienduizenden alumni. Net als elders in de maatschappij zal een aantal voortdurend de grenzen opzoeken of daar ver overheen gaan. Studenten en medewerkers, met en zonder een migratieachtergrond, uiten regelmatig hun zorgen als we grensoverschrijdende meningen niet tegenspreken. Hoezeer sommige opinies me ook verontrusten: ik, de andere collegeleden of de decanen, kunnen niet telkens publiekelijk reageren op individuele uitspraken van alumni. Dan zouden we de hele dag politiek bedrijven. De maatschappij is zeer verhit, er worden snel grote woorden gebruikt of met agressie gedreigd. Ik maak me zorgen over het toenemend aantal bedreigingen richting onze wetenschappers.
Geen politieke instelling
Ik betreur het dat we door de ene groep als een extreemrechts bolwerk worden afgeschilderd, en door anderen juist als een extreemlinkse club. Terwijl we geen politieke instelling zijn maar een universiteit. Ons motto is Bolwerk van Vrijheid en we staan pal voor vrijheid van meningsuiting en academische vrijheid. Maar dat zijn wel twee verschillende dingen – academische vrijheid heeft betrekking op het academische werk, vrijheid van meningsuiting is veel breder. En ook daar zijn grenzen aan. Uiteraard mag het debat knetteren, maar we hebben ook met elkaar afgesproken dat die vrijheid hand in hand dient te gaan met verantwoordelijkheid. Opinies mogen niet aanzetten tot haat, discriminatie of racisme. We vragen onze medewerkers die kernwaarden te onderschrijven en de grondwet te respecteren.
In de dagelijkse praktijk werken we op allerlei manieren aan een diverse en inclusieve universiteit. Laten we met elkaar, op bijeenkomsten en binnen onze teams, het gesprek blijven voeren, over dat spanningsveld tussen vrijheid en verantwoordelijkheid naar elkaar en de maatschappij. Laten we elkaar blijven aanspreken als mensen anderen buitensluiten. Alleen dan kan de academie tot bloei komen.
Deel je graag jouw inzichten of ervaringen naar aanleiding van deze column? Stuur dan een mail naar nieuws@leidenuniv.nl.