Zes Leidse wetenschappers krijgen ERC Starting Grant
Zes wetenschappers van de Universiteit Leiden krijgen een ERC Starting Grant. Met deze subsidie van gemiddeld 1,5 miljoen euro kunnen onderzoekers hun eigen project lanceren, een eigen onderzoeksteam vormen en hun beste ideeën uitvoeren.
In totaal deelde de European Research Council (ERC) 636 miljoen euro aan subsidies uit. In Nederland kregen veertig wetenschappers een Starting Grant. De Leidse laureaten zijn:
Meta Roestenberg (LUMC, Parasitologie)
Honderden miljoenen levens worden wereldwijd getroffen door parasitaire ziekten zoals malaria, met name in arme gebieden. Vaccins kunnen de ziekte en de economische gevolgen ervan helpen verlichten. Toch zijn er momenteel bijna geen anti-parasitaire vaccins goedgekeurd voor menselijk gebruik. Roestenberg is hoogleraar Humane modellen voor vaccinontwikkeling en gebruikt de subsidie om de ontwikkeling van vaccins tegen menselijke parasitaire ziekten te vergemakkelijken. Lees op de website van het LUMC een uitgebreid artikel over haar project.
Konda Babu Kurakula (LUMC, Cel- en Chemische Biologie)
Pulmonale hypertensie is een zeldzame, progressieve ziekte die vooral voorkomt bij vrouwen. Het tast de longen en het hart aan door beschadigde bloedvaten en een stijgende bloeddruk in de longslagaders. De beschikbare vaatverwijdende therapieën bieden patiënten echter geen genezing en maar een aanzienlijk overlevingsvoordeel. Kurakula gebruikt de 1,5 miljoen euro om de moleculaire mechanismen te onderzoeken die longhypertensie bij vrouwen veroorzaken. Lees op de website van het LUMC een uitgebreid artikel over zijn project.
Berthe Jansen (Geesteswetenschappen, Institute for Area Studies)
In dit project speelt een collectie die zich bevindt in de Universiteitsbibliotheek de hoofdrol. Johan van Manen heeft deze werken uit Tibet en de Himalaya verzameld in de eerste helft van de 20ste eeuw. Na zijn dood in 1943 werd het grootste deel van zijn verzameling ondergebracht bij de Universiteit Leiden, een ander deel kwam in Museum Volkenkunde terecht. De objecten en de teksten zijn een weerspiegeling van Van Manens eigen interesse in de religieuze en sociale levens van mensen in de Himalaya. Het doel van dit project is om deze collecties als één holistisch geheel te bestuderen.
Jan Vonk (Wiskunde & Natuurkunde, Mathematisch Instituut)
Vonk gebruikt zijn subsidie om fundamenteel wiskundig onderzoek te doen naar algemene singuliere moduli. Dit is een behoorlijk abstract begrip, dat een soort brug voorspelt tussen verschillende wiskundige disciplines zoals bijvoorbeeld meetkunde en getaltheorie. Zo'n brug leidt vaak tot verrassende inzichten. Met zijn project wil Vonk bijdragen aan de zoektocht naar singuliere moduli, een zoektocht die ons door de eeuwen heen al veel krachtige inzichten bracht.
Eduard Fosch-Villaronga (Rechtsgeleerdheid, Instituut voor Metajuridica)
Met zijn project wil Fosch-Villaronga zorgrobots veilig en gezond maken voor de samenleving. Er is een groeiende kloof tussen de snelheid van de beleidscyclus en die van technologische verandering, legt de onderzoeker uit. ‘Deze kloof is goed zichtbaar in robotica in de gezondheidszorg, waar het beleid verdeeld is en de problemen die robots met zich meebrengen niet geheel afdekt. Deze ontkoppeling heeft tot gevolg dat robotontwikkelaars essentiële juridische afwegingen niet in hun ontwerpen integreren, de veiligheid van de gebruiker niet altijd wordt gegarandeerd en er systemen ontwikkeld worden die schade kunnen toebrengen aan patiënten.’
Fenneke Sysling (Geesteswetenschappen, Instituut voor Geschiedenis)
Het project van Fenneke Sysling is een vergelijkende studie naar medische proeven uitgevoerd op mensen in koloniaal Zuidoost-Azië in de periode 1890-1962. Terwijl de meest (beruchte) voorbeelden van medische wetenschappers die onethische experimenten op mensen uitvoerden plaatsvonden in nazi-Duitsland en de Verenigde Staten, berustte de vooruitgang in de geneeskunde meer in het algemeen op onderzoek op menselijke proefpersonen die daar niet mee instemden - vaak in koloniale contexten. Artsen in de Nederlandse, Britse en Amerikaanse koloniën in Zuidoost-Azië deden ook medische experimenten waarbij geen rekening gehouden werd met het welzijn van hun proefpersonen. Maar de regio heeft ook enkele van de vroegste voorbeelden van geïnformeerde toestemming. Dit project zal voor het eerst deze praktijken bestuderen.
Bannerfoto: Collectie Johan van Manen