Daniël Vredenberg: ‘Als stagiair kan je echt het verschil maken’
Daniël Vredenberg liep tijdens zijn master stage op de communicatieafdeling van het Rijksvastgoedbedrijf. In dit interview vertelt hij over zijn stage én wat het verschil is om écht bij een organisatie te werken, zoals hij nu doet, of stage te lopen.
Wat is het Rijksvastgoedbedrijf?
Daniël: ‘Het Rijksvastgoedbedrijf beheert als onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken het vastgoed van het Rijk. Denk dan aan kantoren, gevangenissen en natuurgebieden die Defensie gebruikt als oefenterrein. Tijdens de stage kreeg ik een heel goed inkijkje in hoe een uitvoerende overheidsorganisatie functioneert.’
Hoe ben je bij het Rijksvastgoedbedrijf terecht gekomen?
‘Ik solliciteerde via WerkenvoorNederland. Na de coronacrisis had ik een enorme drang om mijn handjes te laten wapperen. Ik was toen op zoek naar een stageplek en kwam een vacature van het Rijksvastgoedbedrijf tegen. Ik wist toentertijd niks van de organisatie af, maar besloot vooral te letten op de verschillende taken die je tijdens je stage zou uitvoeren. In de vacaturetekst stond dat je je als stagiair bezig zou houden met het schrijven van stukken, maar ook monteren. Die combinatie sprak mij aan, waardoor ik besloot te solliciteren.’
Je hebt voor je master de Bachelor Bestuurskunde afgerond. Waarom koos je met die achtergrond er niet voor om meer de beleidskant op te gaan?
‘Ik was bang dat de Bestuurskunde voor mij niet praktisch genoeg zou zijn. Je leert tijdens de opleiding veel theorieën, maar dat staat totaal los van wat je allemaal leert in de praktijk. Tijdens het schrijven van mijn scriptie ontdekte ik de impact van communicatie op het vertrouwen van burgers. Super praktisch natuurlijk en tegelijkertijd actueel. De Bachelor Bestuurskunde zorgde er wel voor dat ik goed wist hoe de overheidsorganisaties in elkaar zitten, hoe de verschillende systemen werken en wat er belangrijk is voor het creëren van draagvlak, maar de inhoud die ik tijdens de opleiding heb geleerd, pas ik niet perse toe.’
Je bent na je stage blijven hangen bij het Rijksvastgoedbedrijf. Op welk moment dacht je: ‘Dit is een plek waar ik wil blijven?’
‘Ik moest een bericht schrijven over het kappen van bomen in Park Doorn, in de Utrechtse Heuvelrug. Het stuk zorgde voor redelijk veel commotie. Verschillende mediaplatformen zoals de NOS en het Algemeen Dagblad namen stukken over in hun berichtgeving. Het doel van het stuk was om de beweegredenen van het Rijksvastgoedbedrijf uit te diepen. Ik merkte hierdoor dat je als stagiair binnen de overheid echt verschil kan maken. Toen besloot ik dat ik hier wilde blijven werken.’
Zijn de werkzaamheden die je nu hebt anders dan toen jij stagiair was?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik werd nooit als stagiair behandeld en juist echt bij de projecten betrokken. Nu ik bij het Rijksvastgoedbedrijf als medewerker in dienst ben, geldt dat nog steeds zo. Doordat ik door die betrokkenheid snel de werkzaamheden onder de knie kreeg, is de overgang naar de functie van medewerker minder groot. Zo zijn de werkzaamheden waar ik mij toen mee bezig hield, zoals het versimpelen van ingewikkelde taal en het onderbouwen van beleid, nu ook weer terug in mijn werkzaamheden.’
Zou je andere studenten ook aanbevelen om stage te lopen?
‘Zeker, dat moet je gewoon doen. Punt. Je leert zoveel tijdens een stage, zoals samenwerken en om proactief aan de slag te gaan. Als stagiair moet je zorgen dat zaken op elkaar worden afgestemd en het belang van timing en agenderen begrijpen. Daarmee bedoel ik dat je weet wanneer je iets moet inbrengen en wat de juiste momenten zijn om een idee aan te dragen. Dat zijn dingen die ik tijdens de stage weer kon toepassen en verder ontwikkelen. Wat ik daarom ook aan studenten die overwegen om stage te lopen wil meegeven, is: probeer tijdens je stage ook meer te doen dan alleen het uitvoeren van de vaste werkzaamheden. Je moet zelf de slingers ophangen.’
Tekst: Abdelkarim Megaiz