De dag van Jasper
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
'Fietsend naar de Zernike Campus heb ik spijt dat de handschoenen nog thuis liggen.'
Vrijdag 20 januari
‘In de nog donkere en erg natte ochtend fiets ik naar het station. Vandaag ben ik op weg naar Groningen, waar ik een deel van de dag zal doorbrengen met onderzoek. Naarmate de verhuizing langer achter de rug is, voelt de afstand Den Haag – Groningen groter, waaruit blijkt dat ik snel een Randstedeling word. Tegelijk is het een genot om 3 uur lang rustig in de trein te zitten en, nauwelijks gestoord door de telefoon, stukken te kunnen lezen en zelfs iets te schrijven. Onderweg verandert de regen in sneeuw en rijd ik door een prachtig witte polder. Noordelijk van Zwolle is het droog, groen en koud. Fietsend naar de Zernike Campus heb ik spijt dat de handschoenen thuis liggen.
In de ochtend overleg ik met drie promovendi en mijn collega en medebegeleider Thomas Jansen. Het blijft een welkome afwisseling en inspiratie om naast de bestuurszaken wat tijd te nemen voor onderzoek en wetenschappelijke discussies. Er is een artikel van promovendus Kai geaccepteerd afgelopen week, dus de stemming is prima. Na deze discussies overleggen Thomas en ik over nieuwe onderzoeksrichtingen en een promotietraject dat we willen adverteren. We zijn er nog niet helemaal uit, maar er ligt een mooi perspectief, onder andere omdat een van onze experimentele partners in Duitsland een nieuwe optische techniek ontwikkelt, waarvan de data voor ons erg interessant zouden zijn om te modelleren.
'Ook hier weer de nodige discussiepunten voor indiening. Het zal goed zijn als dat straks allemaal is gebeurd.'
In de middag ga ik online verder met bestuurswerkzaamheden. Eerst heb ik een overleg met onze bestuurssecretaris Floris van Kampen om de bestuursagenda voor volgende week voor te bereiden, daarna een gesprek over een personeelsaangelegenheid en ik sluit de middag af met het dossier Sectorplannen. Pieter Schipper en ik overleggen met de Nationale Commissie Sectorplannen over bestedingstabellen, KPI’s en een aantal belangrijke details. De deadline van 1 februari nadert hard en er moet nog wel wat gebeuren, dus we doen ons best om zoveel mogelijk helderheid te krijgen over de laatste discussiepunten. Meteen daarop spreek ik met de landelijke trekkers van de sectorplannen in de vijf disciplines: Aard- en Milieuwetenschappen, Astronomie, Biologie, Farmaceutische Wetenschappen en Informatica. Ook hier zijn nog de nodige discussiepunten. Het zal goed zijn als alles straks is ingediend.
Rond half zes vertrek ik naar de stad, waar ik bij vrienden thuis bijpraat en heerlijk eet. We hebben elkaar maanden niet gezien en komen tijd tekort. Tegen acht uur zit ik weer in de trein en breng ik de reistijd naar Den Haag door met het lezen van een concept-rapport over vaardigheden Wis- en Natuurkunde bij middelbare scholieren. Wat voor ons een relevant onderwerp is.
Op de fiets terug in Den Haag moet ik om allerlei afzettingen heen aan de Koningskade. Blijkbaar was er eerder vanavond een ernstig ongeluk, twee totaal vernielde auto’s staan op de rijweg en opruimdiensten zijn nog druk bezig. Het ziet er vreselijk uit en ik vraag me af hoe het met de inzittenden is. Na thuiskomst blijkt Jasmijn er ook te zijn langsgefietst en het blijft een gespreksonderwerp tot bedtijd. Hoofdbrekens over sectorplannen en andere academische zaken staan zo weer even in een ander perspectief.’