Instituutsmanagers Marjolein en Wiesje: Ambitieus op de werkvloer, in de horeca en op het voetbalveld
Wiesje Zikkenheiner is sinds twee maanden instituutsmanager HR, Marjolein van Reisen is nu een jaar instituutsmanager Finance. Die duobaan is geen overbodige luxe in een alsmaar groeiende organisatie. Marjolein: ‘We zijn allebei nieuw in deze wereld, dus er komt veel op ons af.’
Het nieuwe jaar is begonnen, maar aan drastische voornemens doen Wiesje en Marjolein niet. Marjolein: ‘Als ik iets wil veranderen, doe ik daar gelijk iets aan. Ik ben net terug van wintersport, daar kom je een paar kilo aan. Dan weet ik dat ik weer aan de bak moet, of het nu januari of maart is.’ Wiesje, haar man en twee kinderen zitten midden in een verbouwing, bij hen thuis is het grote verduurzamen begonnen. ‘Iedereen is daar natuurlijk toe gedwongen het afgelopen jaar, maar we proberen er nu extra op te letten. Dat we geen wasmiddel in verpakking kopen, maar strips. Minder troep consumeren.’
Op werkgebied hebben ze wel allebei een duidelijk streven: verder in hun rol groeien. Want leren wat er speelt in alle zes de secties en twee afdelingen, zich raad weten met alle jargon en weten hoe ze kunnen bijdragen aan de strategische koers van het instituut: ze zijn er gerust nog een jaar zoet mee.
Hard/zacht
Marjolein: 'Ik vind het hier leuk om de financiële component te begrijpen en dat vervolgens in Jip-en-Janneketaal aan collega’s uit te leggen, ze meenemen in dat proces. Ik houd van concreet: één en één is twee, geen discussie. Daarom ben ik in 1980 Bedrijfseconomie gaan studeren. Het budget moet sluiten, en als de realisatie in de buurt komt dan geeft dat een goed gevoel. Binnen het is het Onderwijs lastig om een goede begroting te maken, omdat er veelal onverwachte gelden ter beschikking komen die vooraf niet bekend zijn. Als iemand die graag in control is, vind ik dat wennen. Juist dat harde vind ik fijn.’
Wiesje: ‘We vullen elkaar goed aan, want ik ben wat softer. Ik heb een open vizier, wil begrijpen waarom dingen belangrijk zijn voor mensen. Daarom past HR goed bij me, ik moet het gevoel op de werkvloer begrijpen en erop inspelen. Dat gesprek ga ik ook graag aan met werknemers, ik ben nieuwsgierig.’
'Ik heb een open vizier, wil begrijpen waarom dingen belangrijk zijn voor mensen' - Wiesje
Werkdruk
Marjolein: ‘Ons werk sluit goed bij elkaar aan. Negentig procent van alle kosten van het instituut zijn personeelskosten, dus samen wegen we af hoe een gebalanceerde medewerkerspoule eruitziet en hoe dat binnen het budget past. Is er balans tussen de secties? In sommige secties werken relatief veel jonge docenten, in andere meer hoogleraren.’
Wiesje: ‘Zicht krijgen in die verhoudingen is belangrijk, want die bepalen de werkdruk. Het wordt interessant als je daar met de secties naar gaat kijken. Dan wordt bijvoorbeeld ineens inzichtelijk dat supervisie en bestuurlijke taken maar bij een klein aantal mensen ligt. Als je dan meer jonge docenten aanneemt, verlicht dat hun werkdruk niet.’
Weg naar het instituut
Wiesje: 'Hiervoor was ik manager bij een interdisciplinair instituut voor global health. Daar werd bijvoorbeeld onderzocht hoe je medicijnen het beste kan aanbieden. Veel mensen vinden het nemen van medicijnen helemaal niet fijn. Je kan dan wel een dagelijkse pil voorschrijven, maar als mensen die niet innemen, kan je beter een pil ontwikkelen die mensen maar eens per week hoeven te slikken. Ik vond dat soort interventies vanuit de sociale wetenschappen het interessantst, daarom sprak deze baan me aan. En ik vind het reilen en zeilen van zo’n instituut gewoon heel leuk.’
Marjolein: ‘Ik werkte hiervoor 31 jaar bij KLM als financial controller. De coronapandemie hakte er in en de paniek sloeg toe. Mensen werden gevraagd vrijwillig te vertrekken. Ik ging richting de zestig en besloot vervroegd met pensioen te gaan, kijken hoe het zou bevallen. Nou, dat beviel dus niet. Ik heb een jaar thuisgezeten. Sporten, fietsen, wandelen, elke dag boodschappen doen in plaats van eens per week. Het voelde zo doelloos. Ik miste het gevoel iets bij te dragen, gesprekken met collega’s, iets betekenen voor anderen. Via via ben ik toen bij het instituut terecht gekomen, ik vind het hartstikke leuk.’
'Ik was benieuwd hoe pensioen me zou bevallen. Nou, dat beviel dus niet' - Marjolein
Hervonden passies
Marjolein: ‘Ook op vakantie beantwoord ik nog mails, ik kan het moeilijk loslaten. Het zit er ingebakken. Mijn vader had vroeger een bollenschuur, daar stond ik als kind al bollen te pellen. Toen ik 13, 14 was, werkte ik in de horeca. Na school ging ik centjes verdienen, daar werd ik mee groot gebracht. ‘Je gaat toch niet niks doen,’ was het credo van moeders. In alle vakanties kerst- of zomervakanties, er was altijd wat te doen, ik heb eigenlijk nooit vakantie gevierd. Nog steeds kan ik moeilijk lummelen, daarom werk ik sinds kort twee avonden in de week bij een restaurant dicht bij mijn huis, in Alphen.’
Wiesje: ‘Echt waar? Naast veertig uur werken?’
Marjolein: ‘Ja, ik vind het heerlijk om ’s avonds nog met mensen in contact te zijn. Vooral na een thuiswerkdag, waarop je de hele dag op je billen zit. Mijn man beweegt voor zijn werk de hele dag, die is ’s avonds fysiek moe en vindt het fijn om even tv te kijken, ik kom dan graag nog even in beweging.’
'Ik dacht: ik ben veertig, ik ga nu eens leren voetballen' - Wiesje
Wiesje: ‘Vorig jaar ben ik met voetbal begonnen. Ik dacht: ik ben begin veertig, ik ga nu eens leren voetballen. Teamsporten vond ik vroeger altijd leuk, maar toen ik kinderen kreeg ben ik gestopt. De sportschool vond ik verschrikkelijk, daar kan ik de motivatie niet voor opbrengen. Nu zit ik in een vrouwen-dertigplusteam en doen we de KNVB najaars-, en voorjaarscompetitie. De wedstrijden zijn ’s avonds laat, dan liggen mijn kinderen van zeven en negen al op bed. Eén keer zijn ze komen kijken. ‘Je kan er niks van,’ zeiden ze daarna. En dat klopt ook. We verliezen bijna alles, maar die teamspirit vind ik zo leuk.’
Wijze raad
Marjolein: ‘Ik kan me geen concreet advies herinneren toen ik hier begon, ik startte tijdens corona en heb best een solistische functie. Ik heb het me eigen gemaakt door veel door Excel-bestanden te struinen, maar het was best een stroeve start. Wel hoorde ik van collega’s: neem je tijd, want het kost je gewoon één á twee jaar om je helemaal thuis te voelen.’
Wiesje: ‘Van Paula (van den Bergh, hoofd Instituutsbureau Psychologie) kreeg ik de tip: kies je eigen pad. Het instituut en de faculteit zijn zo groot, als je niet oppast ga je mee met de vaart der volkeren. Aan het eind van het jaar denk je dan: wat heb ik eigenlijk gedaan? Daarom wil ik kijken: waar kan ik nou een positieve bijdrage leveren? Een koers voor jezelf uitzetten; ik vind het een mooi advies.’
Elke maand volgen we het verhaal van een bestuurslid: dit doe ik bestuurlijk en zo ben ik persoonlijk.
Instituutsbestuur Psychology