Vallende bommen en plunderende soldaten: hoe bescherm je Oekraïens cultureel erfgoed?
De oorlog in Oekraïne leidt niet alleen tot menselijk leed. Ook het cultureel erfgoed van Oekraïne ondervindt de gevolgen van de oorlog: musea worden gebombardeerd en door de ‘russificatie’ in de bezette gebieden leren kinderen geen Oekraïens meer. Onderzoeker Evelien Campfens onderzoekt in opdracht van het Europese Parlement hoe cultureel erfgoed beter beschermd kan worden in oorlogsgebieden, met een speciale focus op Oekraïne.
Campfens’ onderzoek bestaat grofweg uit drie delen. Enerzijds brengt ze de juridische verplichtingen in kaart, waarbij je kan denken aan een verbod op het vernietigen of plunderen van monumenten of cultuurschatten onder internationaal recht, en de plicht van derde landen om te helpen de handel in geroofde kunstschatten te voorkomen. Anderzijds gaat het om een inventarisatie van bedreigd en vernietigd cultureel erfgoed in het land. Daarnaast inventariseert ze welke organisaties betrokken zijn bij de hulp bij bescherming het cultureel erfgoed in Oekraïne en wat voor soort maatregelen zijn getroffen. Ook zal er aandacht worden besteed aan de opgedane ervaringen bij bescherming en reconstructie van cultureel erfgoed in eerdere conflictgebieden, zoals de Balkan of Syrië.
Omvangrijk onderzoek
Het onderzoek is omvangrijk, want cultureel erfgoed is een breed begrip. ‘Je moet dan denken aan materieel erfgoed zoals monumenten, kunstvoorwerpen of archeologische vondsten, maar ook immaterieel erfgoed zoals tradities valt eronder, legt Campfens uit. Beschermingsmaatregelen lopen dan ook sterk uiteen. Terwijl het fysiek in veiligheid brengen voor materieel erfgoed belangrijk zal zijn, is het voor de bescherming van immaterieel erfgoed bijvoorbeeld belangrijk dat kinderen die gevlucht zijn voor de oorlog de eigen taal blijven leren.
Dit alles doet ze grotendeels vanuit haar kantoor. ‘Het werd mij al snel duidelijk dat ik daar niet ter plaatse mijn onderzoek kon doen, maar het zou ook niet in mijn eentje in Leiden lukken,’ vertelt Campfens. Daarom heeft ze een team van specialisten om zich heen verzameld die vanuit Oekraïne zelf verslag doen van de situatie. ‘Ook collega's uit Polen, Engeland en België doen enthousiast mee.’
Obstakels in kaart brengen
De extra handen zijn een welkome toevoeging, want de Europese Unie voelt een urgentie om zo snel mogelijk actie te ondernemen. Daarvoor moet echter eerst duidelijk worden waar en op welke manier hulp gewenst is. ‘Ik spreek daarvoor continu met mensen van allerlei organisaties die zich bezighouden met de bescherming van cultureel erfgoed. Zo probeer ik de obstakels in kaart te brengen,’ zegt Campfens. Sinds het begin van de oorlog zijn veel initiatieven tot stand gekomen die zich om het Oekraïense culturele erfgoed bekommeren, maar het is onbekend wat wel en niet werkt, en of er voldoende coördinatie tussen de organisaties is. ‘Hier moeten wij uiteindelijk aanbevelingen aan het Europese Parlement over doen,’ voegt ze toe.
Eerste aanbevelingen
Hoewel het onderzoek nog volop bezig is, kan Campfens al wel hinten op een mogelijke aanbeveling voor het Europese Parlement. ‘Een van onze aanbevelingen zal waarschijnlijk zijn dat noodmaatregelen op het gebied van cultureel erfgoed meer onderdeel zouden moeten zijn van humanitaire hulp wordt gezien,’ vertelt ze. ‘Als er ergens oorlog uitbreekt of een natuurramp plaatsvindt, zijn er protocollen die ervoor zorgen dat mondiale organisaties zoals het Rode Kruis worden ingezet voor humanitaire hulp. We komen er nu langzaam achter dat daarbij onvoldoende rekening gehouden wordt met de bescherming van cultureel erfgoed. Misschien zouden daar ook duidelijkere protocollen voor moeten zijn. In de oorlog in Oekraïne, die in essentie een culturele oorlog is waarbij erfgoed dus ook een doelwit is, zie je hoe ongelofelijk belangrijk cultureel erfgoed is voor mensen.’
Ook buiten de oorlog in Oekraïne kunnen de Europese lidstaten dus profijt hebben van Campfens’ rapport. ‘Het gaat niet alleen over noodmaatregelen die je direct kan nemen, maar ook maatregelen die je vooraf aan een conflict of ramp moet nemen, en wat je moet doen als de wederopbouw weer begint,’ legt Campfens uit. Neem bijvoorbeeld het inventariseren van een museumcollectie. ‘Als het museum tijdens een gewapend conflict of natuurramp niet meer beschermd kan worden, is het noodzakelijk om een goede inventaris te hebben. Anders weet je nooit wat er allemaal verdwenen is. Het is daarom ook belangrijk voor een land als Nederland om deze zaken goed op orde te hebben.’