Bruno Verbeek: ‘Als je onderwijs goed loopt, moet je vernieuwen’
Drie docenten van Geesteswetenschappen ontvingen dit jaar de Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO). Universitair docent Bruno Verbeek is een van hen. Wat maakt onderwijs volgens hem goed?
‘Toen ik honderdduizend jaar geleden begon als docent, probeerde ik mijn favoriete docenten uit mijn eigen bachelor na te doen’, blikt Verbeek terug. ‘Dat sloeg nergens op, dus ik heb een hoop door schade en schande geleerd.’ Een van de belangrijkste dingen die hij daarbij naar eigen zeggen heeft opgestoken, is dat onderwijs voortdurend hoort te veranderen. ‘Gaat het goed dit jaar? Ook dan moet je vernieuwen. Niet alleen de inhoud van het vak verandert namelijk voortdurend, ook de studenten.’
Verbeek zelf zag de reacties op zijn colleges ethiek omslaan. ‘Toen ik begon in Leiden, waren de studenten heel relativistisch. Zo van: “sommigen zijn voor de doodstraf, anderen zijn tegen – het is maar hoe je ertegen aankijkt.” Dan was je lang bezig om te laten zien dat onder al dat quasi-postmoderne geposeer weldegelijk morele opvattingen zaten. Tegenwoordig komen studenten juist binnen met duidelijke normen en waarden, wat het soms lastig maakt om het gesprek aan te gaan. Juist bij ethiek worden controversiële opvattingen ter discussie gesteld om achter het achterliggende ‘waarom’ te komen. Het is nu dus heel belangrijk om aan studenten duidelijk te maken dat dit geen discussie is over hen of over hun bestaan, maar over hun opvattingen.’
‘Open deuren vergeet je het eerst’
Meebewegen, veranderen en inspelen op de studenten dus, zodat ze zich veilig genoeg voelen om mee te doen met de discussies, ook als ze die in eerste instantie liever niet zouden aangaan. Hoe krijgt Verbeek dat voor elkaar? ‘Probeer erachter te komen wat de achtergrond is van studenten, doe bijvoorbeeld zo’n lullig voorstelrondje’, tipt hij. Wie ben je, waar kom je vandaan? Dat moet je een beetje leuk maken, dus vaak doe ik dan nog een spelletje erbij van ‘vertel iets over jezelf dat niemand weet’ of ‘wat is je favoriete voedsel en waarom?’ Je komt dan makkelijk bij de omgangsvormen: hoe gaan we met elkaar om, wat is stom, wat gaan we niet doen, wat gaan we wel doen?’
En zo heeft Verbeek nog meer wat hij zelf ‘stomme trucjes’ noemt. ‘Heeft je college een seminarvorm, maar zitten de studenten in rijtjes achter elkaar? Verbouw de klas maar, maak er een krul van. Die ene student die te bleu is om ooit wat te zeggen? Zet ‘m eens naast je. Dat is minder confronterend dan tegenover je. Stel om te beginnen confidence building questions, waarop een student het antwoord zeker weet. Het zijn allemaal open deuren, maar die vergeet je nou eenmaal het eerst. Daarom is het ook goed om af en toe bij een collega te gaan kijken. Niet in een sfeer van beoordeling, maar gewoon om te zien hoe een ander dat doet. Daar leer je van.’
Bijscholing voor iedereen
Tegelijkertijd realiseert Verbeek zich ook dat inspiratiesessies als de lunchbytes of de Onderwijsparade vaak lastig in te plannen zijn in de toch al overvolle agenda’s van veel docenten. ‘Het zou mooi zijn als er aan de faculteit een beleid komt dat het default maakt voor docenten om zich bij te laten scholen. Dat hoeft geen complete onderwijskundige leergang te zijn, maar de vrijwillige sessies die nu worden georganiseerd, schieten er vaak als eerste bij in. Zelf plan ik daarom in onze stafvergaderingen vaak een blokje van een kwartier waarin iets onderwijsgerelateerds wordt verteld: hoe organiseer je een samenwerkingsopdracht? Hoe maak je een goed meerkeuzetentamen? Als je daar wat systematischer over nadenkt, wordt niet alleen het onderwijs beter, maar neemt ook het werkplezier toe en kan de werkdruk afnemen.
Senior Kwalificatie Onderwijs
De SKO is een kwalificatie voor docenten die een leidende rol spelen in de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs op curriculumniveau, dus overstijgend aan het eigen vakgebied. Hiervoor moeten docenten een portfolio maken, waarin zij laten zien dat zij voldoen aan vier eindtermen:
- Handelen vanuit de academische onderwijsomgeving;
- Een didactisch ontwerp maken en uitwerken met oog voor de context van een curriculum;
- Onderwijs voorbereiden en uitvoeren;
- Impact op het onderwijs binnen een of meer opleidingen die het eigen onderwijs overstijgt.
Daarnaast gelden de vereisten dat een docent al een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) heeft, tenminste vijf jaar universitair onderwijs heeft gegeven in verschillende vakken en leerjaren, en daarbij verschillende onderwijsvormen heeft toegepast. Bovendien moet een docent kunnen laten zien dat hij / zij recent initiatieven heeft ontwikkeld en bijdragen heeft geleverd die impact hebben op het onderwijs binnen een of meer opleidingen die het eigen onderwijs overstijgt. Lees hier meer over het behalen van een SKO.