Hoe muziek een Kaapverdiaanse gemeenschap vormde in Rotterdam
Geen andere migrantengemeenschap in Nederland dan de Kaapverdianen schreef zoveel liedjes over de plek waar ze naartoe migreerde. Promovendus Seger Kersbergen bestudeerde het nachtleven van hen in Rotterdam en liedjes die muzikanten over de stad maakten. Hij legt uit hoe deze het dagelijks en nachtelijk leven beschrijven. Lees en luister.
Kaapverdiaanse muziek van Voz de Cabo Verde (1969) voor tijdens het lezen van dit artikel
De geschiedenis van de Kaapverdianen in Rotterdam begint met de komst van de eerste zeelieden in de jaren vijftig en zwelt aan in de jaren zestig. Dat heeft onder andere te maken met de onafhankelijkheidsstrijd in Kaapverdië, veel mensen ontvluchten het land vanwege armoede, onderdrukking of om militaire dienst te ontlopen. In latere jaren beginnen ze zich in de Maasstad te vestigen en aan wal te werken. In de jaren zeventig kwamen vervolgens hun families over. De huidige Kaapverdiaanse gemeenschap in Rotterdam wordt geschat op 20.000 tot 30.000 mensen.
Kaapverdiaans platenlabel opgericht
Het Kaapverdiaanse nachtleven bestond in eerste instantie uit barretjes en nachtclubs die al in de stad waren. Maar al in 1965 werd in Rotterdam het Kaapverdiaanse platenlabel Morabeza Records opgericht door João Silva. Ook richtte hij de band Voz de Cabo Verde, de stem van Kaapverdië, op. Kersbergen: ‘João Silva kreeg opdracht van de leider in de onafhankelijkheidsstrijd tegen Portugal om de Kaapverdiaanse cultuur te promoten en waarborgen in de diaspora.’
Aan de andere kant was de band betrokken bij het leven in Rotterdam en maakten ze Latijns-Amerikaanse muziek, omdat ze optraden in de Latijns-Amerikaanse nachtclub La Bonanza. Die club werd een belangrijke plek voor Kaapverdianen om elkaar te ontmoeten. Later werden op meer plekken in de stad feesten georganiseerd. ‘Het nachtleven heeft zeker een rol gespeeld in het vormen van de gemeenschap, een gevoel van verbondenheid en droeg bij aan een collectief zelfgevoel’, zegt Kersbergen.
Kaapverdiaanse muziek over Rotterdam
Dat nachtleven en ook het dagelijkse leven van de Kaapverdianen wordt in verschillende liederen bezongen. Voor zijn onderzoek bestudeerde Kersbergen tachtig liedjes die Rotterdam benoemen of over de stad gaan. ‘Dat is vrij uniek, er zijn geen andere migrantengemeenschappen in Nederland die zoveel nummers hebben geschreven over de plek waar ze naartoe zijn gemigreerd.’
Een van die nummers is Lucy d'Nho Mrgode van Bana en komt uit 1980.
(Vertaald naar het engels)
What nationality are you?
I am a child of Cabo Verde.
What have you done since you are here?
Walking in circles looking for a job.
Let’s go, let’s go,
Dance in Martinique
Don’t you worry.
Virgin Mary will solve it.
Wat de nummers vaak delen, is dat ze gaan over het werkleven of de frustratie van het niet kunnen vinden van werk. ‘Dat hoor je ook in dit nummer’, zegt Kersbergen. ‘Interessant is ook dat aan het eind van dit nummer wordt gezongen ‘leef je leven, maar mondje dicht, je hebt al werk’. Dat gaat over illegale migratie en illegaal werk. Dus leef je uit, maar hou je stil, blijf op de achtergrond. De muziek dient ook als een moreel kompas over hoe men zich moest gedragen.’
Sterk collectief geheugen
Opvallend in de liedjes is dat specifieke plekken in Rotterdam worden benoemd. Er wordt niet gezongen dat ze naar een bar gaan, maar ze gaan naar Martinique, een bijnaam voor La Bonanza, of een andere bar of nachtclub waar Kaapverdianen elkaar ontmoeten. Zelfs in recent uitgebrachte nummers zijn die plekken nog terug te horen, zoals in het nummer Bolo Ku Pudim van Nelson Freitas ft. Djodje, Eddy Parker & Loony Johnson uit 2019. ‘De liedjes creëren een kaart van de stad’, legt Kersbergen uit.
(Vertaald naar het Engels)
I fell in love
With a blonde at Vanella, pretty.
I decided to stay with her,
My passport expired.
Nelson Freitas komt uit Rotterdam en is vooral in Portugal, Kaapverdië, Angola en Mozambique ontzettend populair. Kersbergen: ‘Bolo Ku Pudim betekent taart met pudding en dat is een beetje een willekeurige titel. In het lied zingt Freitas dat hij wordt aangehouden door de politie voor een alcoholtest en uiteindelijk belandt hij bij “Vanella”, een soort Kaapverdiaans domein vlakbij het Van Nelle terrein in Rotterdam, en wordt daar verliefd op een blond meisje.’
In de jaren tachtig, negentig en nul werden er elk weekend meerdere Kaapverdiaanse feesten gegeven in de buurt van de Van Nelle fabriek. ‘Het is grappig dat een artiest die eigenlijk al jaren niet meer in Rotterdam woont in een samenwerking met andere internationale artiesten nog steeds refereert aan het Rotterdamse nachtleven. Dat geeft wel aan hoe sterk het collectieve geheugen is.’
Geschiedenis verwerkt in het huidige nachtleven
Het Kaapverdiaanse nachtleven speelde zo’n grote rol in de gemeenschap dat er tot op de dag van vandaag feesten worden georganiseerd die herinneren aan vroeger. Kersbergen: ‘De plekken van toen bestaan niet meer, maar de feesten worden op andere plekken in de stad gehouden. Je hebt bijvoorbeeld SunClub Reunion dat herinnert aan de Sun Club, een nachtclub in het Van Nelle-district. De geschiedenis wordt in het huidige nachtleven verwerkt.’
Op 16 februari verdedigt Seger Kersbergen zijn proefschrift.
Tekst: Dagmar Aarts
Beeldredactie: Fien Leeflang
Bannerfoto: Nachtclub La Bonanza. Foto: Stadsarchief Rotterdam