Verhalen van vrouwen uit de natuurkunde: ‘Ik wil weten hoe de wereld werkt’
Voor de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap vertellen vrouwelijke studenten en onderzoekers uit de natuurkunde over wat hen inspireert in hun werk. Van kwantum tot kosmologie en biofysica, hun nieuwsgierigheid naar hoe de natuur werkt is wat deze vrouwen verbindt. Wat willen deze 5 wetenschappers delen met meisjes die een carrière in de wetenschap najagen?
We spraken met:
-
Brenda Rovers die een masteronderzoek naar kwantummaterie doet
-
Marine le Blay, een postdoc in de experimentele biofysica
-
Experimenteel kwantumonderzoeker en universitair docent Semonti Bhattacharyya
-
Universitair hoofddocent Silke Henkes, een theoretisch biofysicus die bestudeert hoe biologische cellen bewegen
-
En Ana Achúcarro, professor op het gebied van kosmologie
Wat trok je aan in de natuurkunde?
Le Blay begint: ‘Toen ik jonger was hield ik van wiskunde, want wiskunde was voor mij het oplossen van mysteries. Later ben ik overgestapt op natuurkunde omdat ik alles wat we kunnen waarnemen wilde verklaren, zoals wolkenpatronen in de lucht.’ Henkes is het daarmee eens: 'Ik koos voor natuurkunde omdat ik wilde begrijpen hoe de wereld werkt.’
Een diepe nieuwsgierigheid naar de werking van de wereld komt ook bij de andere vrouwen naar voren. Achúcarro: ‘Ik ben opgegroeid in Spanje en ik wist al heel vroeg dat ik wetenschapper wilde worden. Er waren niet veel mogelijkheden op de universiteit. Ik wilde fundamenteel weten hoe dingen werken, en natuurkunde bleek een goed compromis te zijn.’ Rovers vult aan: ‘Op de middelbare school werd me duidelijk dat het geen triviale taak is om de wereld om ons heen te beschrijven en te voorspellen. Dat is een uitdaging waar ik aan wil bijdragen!’
Wat vind je zo leuk aan natuurkundig onderzoek?
‘Het feit dat ik werk om mijn innerlijke nieuwsgierige kind tevreden te stellen,’ antwoordt Bhattacharyya. Ik vind het geweldig om met geavanceerde instrumenten te werken en interessante problemen op te lossen. Alles wordt overtroffen door de opwinding wanneer ik de eerste persoon ben die getuige is van een nieuwe ontdekking.’ Maar ook het contact met collega’s is belangrijk. Henkes: ‘Ik hou van de gesprekken met mijn collega’s. Hoe kunnen we alle aspecten van een probleem samenbrengen, soms vanuit verschillende vakgebieden, en een model bouwen? Waar past het in het grotere landschap van theorieën?’
Achúcarro: ‘Je mag zelf bepalen welke vragen je bestudeert, en soms zijn dat echt diepe vragen! Maar meestal zijn het kleine puzzels die je één voor één moet oplossen om verder te komen. Je komt voortdurend terug op dingen die je dacht te weten, om vervolgens te ontdekken dat je ze nog beter kunt begrijpen. Of dat je ze eigenlijk helemaal niet begrijpt. Als dat gebeurt, is de kans groot dat de mensen om je heen ze ook niet begrijpen. Blijf dus altijd vragen stellen.’
Heb je een leuke herinnering die je wilt delen?
Rovers begint net met onderzoek, maar is helemaal op haar plek: ‘Alle mensen zijn erg behulpzaam en enthousiast over hun werk. Daardoor voelde ik me vanaf de eerste dag thuis.’ Le Blay had een bijzondere ervaring tijdens haar carrière: ‘Ik heb het geluk gehad om 2 Nobelprijswinnaars te ontmoeten. Met hen praten over hun onderzoek en hun passie voelen is een heel goede herinnering.’
Bhattacharyya sluit af met een verhaal dat veel onderzoekers zullen herkennen: ‘Voor een groot samenwerkingsproject probeerden we verschillende methoden, maar die mislukten herhaaldelijk. Toen had ik op een avond toen ik op het punt stond te gaan slapen een nieuw idee. De volgende dag probeerde ik dit uit in het lab toen er niemand anders in de buurt was, en voila! Ik zag dat het een succes was - dat was mijn Eureka-moment.’