Hoe krijgen we het wij-gevoel op de faculteit? Zo denkt Joost Batenburg erover
Als hoogleraar Informatica bij het LIACS en programmadirecteur van stimuleringsprogramma SAILS weet Joost Batenburg als geen ander wat er in de faculteit speelt. De afgelopen drie jaar leerde hij in sneltreinvaart wat er goed gaat en waar de gevoeligheden liggen. ‘We moeten meer naar het wij-gevoel.’
Batenburg ontdekte sinds zijn aanstelling in 2020 waar het DNA van de Leidse onderzoeker uit bestaat: gedreven vanuit de inhoud, en met grote mate van zelfbestuur. De Leidse onderzoeker wil bottom-up de richting bepalen. In de kerngroep vertegenwoordigt hij die stem en hoopt daarmee een vruchtbare samenwerking tussen het faculteitsbestuur en de instituten te bevorderen. ‘Ik probeer als diplomaat de balans te zoeken in sturing van bovenaf.’
‘Wíj zijn de faculteit’
In de kerngroep let Batenburg dan ook op gevoeligheden. Wat hem daarbij opvalt is begripsverwarring als we het over de faculteit hebben. ‘In sommige gevallen wordt daarmee het faculteitsbestuur bedoeld, of juist de instituten. Maar de faculteit bestaat uit meer dan dat. We zijn de faculteit met z’n allen. Het is dus belangrijk dat het breed wordt gedragen. Dat is een moeilijk proces, maar deze periode is een uitgelezen kans om daar stappen in te zetten.’
Welke rol hebben we binnen dit ecosysteem?
Dat wij-gevoel kunnen we creëren door meer samen te werken. Iets wat al tussen verschillende instituten gebeurt, vertelt Batenburg. En dat levert succes op. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de combinatie van AI en medicijnontwikkeling. Daar vieren we niet alleen successen met de inhoud, maar ook qua financiering. Dat komt door de fijne samenwerking. Die successen moeten we uitbouwen.’ Daarnaast zijn er nog genoeg kansen die we kunnen grijpen. Zo noemt Batenburg de afstand tussen de instituten en de faculteit best groot. ‘Het zou goed zijn als we beter van elkaar weten wat er speelt en welke rol we hebben binnen dit ecosysteem.’
Door samenwerken kunnen we bruggen slaan binnen de faculteit
Ook ziet hij AI als iets zeer relevants voor alle instituten. ‘We hebben er allemaal mee te maken. Het biedt bij uitstek kansen om te samenwerken.’ Batenburg noemt voorbeelden als het coördineren van softwareontwikkeling en onderwijs op het gebied van machine learning. ‘Maar ook door te investeren in mensen die zowel inhoudelijk als op het gebied van AI sterk zijn. Zo kunnen we bruggen slaan binnen de faculteit.’
Een inspirerende omgeving die uitnodigt tot samenwerking in onderwijs en onderzoek
De eerste stappen zijn al gezet tijdens drie strategiesessies in Corpus, die volgens Batenburg onmisbaar waren. ‘Want als je het gesprek niet aangaat, dan weet je niet wat er onder de mensen leeft. Het is voor iedereen essentieel dat je wordt gehoord.’ Tijdens de sessies kreeg hij de bevestiging van de indruk die hij al had. Namelijk dat we in Leiden heel erg fan zijn van bottom-up-gedreven onderwijs met de faculteit in een faciliterende rol. ‘We konden er meteen breed over nadenken hoe dat moet worden ingevuld.’
Een warme faculteit die talent herkent en faciliteert
In de kerngroep ligt de focus van Batenburg meer op onderzoek dan op onderwijs. Hij vindt het belangrijk dat de faculteit een inspirerende en prettige omgeving is die uitnodigt tot samenwerking in onderwijs en onderzoek. ‘Een warme faculteit die talent herkent en faciliteert. En met ruimte voor eigen initiatief.’