Kan al ons voedsel van Nederlandse bodem komen?
De helft van de wereldbevolking zou kunnen leven van voedsel uit eigen land. Dat blijkt uit het onderzoek van milieuwetenschapper Nicolas Navarre. Voor de andere helft is dat minder simpel. Maar niet onmogelijk. 'Door de gewasproductie te verbeteren, minder voedsel te verspillen en eetgewoontes te veranderen zou 90% van de mensen kunnen leven in landen die geen voedsel hoeven te importeren.'
Voedsel lokaal produceren heeft een hoop voordelen. Zo vermindert bijvoorbeeld de CO2-afdruk van gewassen en het kan ook risicovol zijn om voor je voedselvoorziening afhankelijk te zijn van andere landen. Dat laatste werd nog eens duidelijk tijdens de COVID-19 crisis en de oorlog in Oekraïne. Beide zorgden voor flinke opschudding in de wereldwijde voedselhandel. Op sommige plekken ontstonden er enorme voedseltekorten terwijl er op andere plekken enorme hoeveelheden voedsel werden verspild.
De helft van de wereld is afhankelijk van invoer
Maar in hoeverre is het überhaupt mogelijk om alle voedselhandel stop te zetten en alleen voedsel uit eigen land te eten? Deze nieuwe studie, gepubliceerd in One Earth, onderzocht voor alle landen of hun inwoners gezond kunnen eten met alleen voedsel van eigen bodem. 'We zien dat ongeveer de helft van de wereldbevolking in landen woont die te weinig voedsel kunnen produceren', zegt Navarre.
Het percentage land dat nodig is om zelfvoorzienend te worden
Landen met meer dan 100% hebben meer dan al hun beschikbare landbouwgrond nodig.
Nederland heeft handel nodig
Ook Nederland is zo’n land: klein met weinig ruimte, en daardoor een hoge bevolkingsdichtheid. Daarom zijn we voor ons dieet sterk afhankelijk van internationale handel. 'We zien in onze studie dat Nederland zonder handel niet kan overleven', aldus Navarre, 'tenzij we onze eetgewoontes radicaal veranderen.'
De cliché aanpakken
Hoe zou Nederland er zonder de import van voedsel uit moeten zien dan? 'Nou, het klinkt bijna cliché, maar het grootste punt is zoals altijd de vleesconsumptie', stelt Navarre. 'Zelfvoorzienend worden betekent dat we niet meer afhankelijk kunnen zijn van andere landen om ons veevoer te maken. Alle soja en granen die we nu importeren uit landen als Brazilië, Rusland en Oekraïne moeten we dan in Nederland verbouwen. Maar dat is onmogelijk, daarvoor zijn we simpelweg te klein.'
'We willen vooral laten zien hoe afhankelijk we van internationale handel zijn geworden'
'De snelste manier om zelfvoorzienend te kunnen worden is dus door nog maar een keer per week vlees te eten. Zo verminder je zowel de hoeveelheid land die we gebruiken voor het vee zelf als de hoeveelheid land die nodig is om hun voedsel te verbouwen: twee vliegen in één klap', legt Navarre uit. In dat geval zouden we nog maar een fractie van de huidige veestapel nodig hebben.
Er is een andere manier
Toch is vleesconsumptie verminderen niet de enige manier om minder land te gebruiken. Hoge-inkomenslanden verspillen over het algemeen veel meer voedsel dan andere landen in Azië en Afrika. Door die verspilling tegen te gaan, zouden we minder voedsel en dus minder ruimte nodig hebben om dat voedsel te produceren.
Spelen met consumptieniveaus
'Alleen minder vlees eten zou voldoende zijn om zelfvoorzienend te worden', zegt Navarre. 'Maar door ook de voedselverspilling aan te pakken, creëren we ruimte om te spelen met onze consumptie. Als we minder voedsel weggooien, kunnen we dus wat meer vlees eten. Zoals twee of zelfs drie dagen per week.' Daarbij is het wel belangrijk om te noemen dat deze studie alleen kijkt naar landgebruik en niet naar de andere milieueffecten van vleesconsumptie.
Hoe dan ook kwetsbaar
Moeten we dan maar alle handelsbetrekkingen met andere landen verbreken om zo volledig zelfvoorzienend te worden? 'Nee', zegt Navarre, 'net zoals dat volledig afhankelijk zijn van handel je kwetsbaar maakt, geldt hetzelfde voor volledige onafhankelijkheid. Als een land door een plaatselijke ramp of ziekte zou worden getroffen, zou de wereldhandel een vangnet voor de voedselzekerheid zijn.'
Gevulde winkelschappen
Het antwoord ligt, zoals altijd, ergens in het midden. 'We willen vooral laten zien hoe afhankelijk we van internationale handel zijn geworden', legt Navarre uit. 'Landen moeten gaan verkennen hoe ze weer wat onafhankelijker kunnen worden. Dat kan door weer meer voedsel in eigen land te produceren. Zo blijven de winkelschappen gevuld, zelfs als er een pandemie uitbreekt.'