Meer werkbalans, meer werkplezier
Hoe zorgen we bij geesteswetenschappen voor een betere werkbalans en meer werkplezier? Een groep collega’s heeft zich op dinsdagmiddag 31 januari over die vraag gebogen. Ook twee leden van Academia in motion sloten aan.
Het was een gemêleerd gezelschap van collega’s uit verschillende instituuts-MT’s, ondersteunende afdelingen, faculteitsbestuursleden en afgevaardigden uit de Faculteitsraad en de Adviesgroep Werkbalans in actie dat luisterde hoe decaan Mark Rutgers de bestuurlijke ‘call to action’ toelichtte: ‘De afgelopen jaren is veelvuldig gepraat over werkdruk. Het is een complex probleem, waarvoor bijvoorbeeld al is geïnvesteerd in meer fte. Dat blijkt echter niet voldoende. We moeten ook naar takenpakketten kijken. Naar onze cultuur, naar werkprocessen en procedures en de druk die er ligt bij (jonge) UD’s. De laatste tijd is daarom geïnvesteerd in het ophalen van input. Inmiddels zijn er verschillende oplossingsrichtingen benoemd. Nu is het tijd om onze plannen in de praktijk te brengen, maar dat kan een faculteitsbestuur niet alleen. Daarvoor is begrip en commitment nodig van de instituten om deze plannen in de praktijk te brengen.’
Na deze opening gingen de deelnemers aan de sessie in groepjes aan de slag. Welke oplossingen waren volgens hen levensvatbaar? Tekenaar Elco van Staveren legde hierbij de uitgangspunten, pijlers voor verandering en oplossingsrichtingen vast. Bekijk het beeldverslag hieronder.
De deelnemers aan de sessie waren afkomstig uit verschillende geledingen van de universiteit. In het onderstaande delen drie van hen hun ervaringen.
Maarten Bergwerff, beleidsmedewerker
‘De brede dialoog over werkbalans in algemene zin is belangrijk, maar tijdens de bijeenkomst viel me weer eens op hoe groot de waarde van concrete voorbeelden en suggesties is om ons het gevoel te geven dat we wel degelijk ook zelf invloed hebben op efficiëntie en werklast. Dat gevoel is nodig om ook echt stappen te gaan zetten, klein of groot. De bijeenkomst liet ook duidelijk zien het er beslist geen one size fits all is: de uitdagingen en oplossingen zijn divers.
Als beleidsmedewerker met onder meer onderwijskwaliteitszorg in mijn portefeuille, ben ik al jaren bekend met de roep om minder ‘bureaucratie’. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat een goede kwaliteitszorg juist ook veel ruis en tijd bespaart, zijn er wel degelijk zaken waarbij het mijns inziens een tandje minder kan, maar dat vergt niet zelden ook dat besturen dergelijke stappen durven zetten. Verder denk ik dat er onder meer winst te boeken is met het beter informeren en begeleiden van nieuwe collega’s, of van collega’s die nieuw zijn in bepaalde posities in onderwijsgremia. Een gebrekkige overdracht of instructie levert potentieel veel verlies aan tijd en kwaliteit op en is daarnaast erg demotiverend.’
Gea Hakker, hoofd Academisch Talen Centrum
‘Ik heb alle bijeenkomsten over werkbalans bijgewoond. Vooral de laatste twee vond ik nuttig, omdat we het daarin hebben gehad over de vraag waar de problemen liggen. Dat leidde tot een hele lijst met oplossingen, waaruit we tijdens deze laatste sessie de belangrijkste mochten selecteren door er een sticker bij te plakken. Wat ik frappant vond, was dat bijna iedere oplossing zo’n sticker kreeg. Met andere woorden: voor bijna alles is draagvlak.
Volgens mij is het belangrijk om de werkdrukvermindering stapje voor stapje te doen. Als iedereen klein begint binnen zijn of haar afdeling, groep of opleiding, dan kan dit zich als een olievlek uitbreiden. Zelf had ik bedacht om het goede voorbeeld te gaan geven met e-mail. Ik wilde niet meer ’s avonds en in het weekend mailen, maar toen ik dit vertelde aan mijn team, moest iedereen lachen. Zij vonden het juist fijn dat ik snel reageerde, ook omdat we bij ATC regelmatig in de avond lesgeven. Dit punt is bij ons dus snel van tafel geveegd, maar we gaan zeker kijken hoe we op andere manieren de werkdruk kunnen verminderen. De toetsing van taalvaardigheidsonderwijs is bijvoorbeeld heel intensief, dus misschien kunnen we daar nog wat efficiencyslagen behalen.’
Ylva Klaassen, Instituutsmanager-Onderwijsdirecteur LUCAS en voorzitter van de middag
'Het viel me op hoeveel drukbezette mensen de tijd hadden genomen voor deze middag en hoeveel goede ideeën dat opleverde. Het ging vaak om concrete, kleine stapjes, die daardoor juist haalbaar zijn. Daarbij vond ik het interessant dat er sterke consensus was over een aantal zaken, zoals een betere begeleiding van nieuwe collega’s en een vermindering van het aantal toetsen, maar dat het verder heel divers was wat mensen nodig hebben voor een betere werkbalans. Het is dus goed dat Werkbalans in Actie juist de invulling zo laag mogelijk belegt en vooral een doel en instrumentarium biedt.
De komende tijd gaan we in gesprek met een aantal bestuurlijke gremia, waarna we het startschot geven voor de hele faculteit. Wat mij betreft is het het allerbelangrijkst dat er een gedeelde verantwoordelijkheid gaat ontstaan voor een betere werkbalans: dat wij allemaal – van docent tot faculteitsbestuurder – gaan voelen dat we zelf én met elkaar hier iets in kunnen veranderen. Ik hoop dat collega’s met elkaar gaan praten over wat ze zelf kunnen doen en daarmee gaan experimenteren en met elkaar ervaringen gaan uitwisselen. Uiteindelijk kan een betere werkbalans alleen ontstaan als we allemaal stappen gaan zetten en elkaar helpen.'