Nieuwe hoogleraar Ineke van der Ham over onze afhankelijkheid van gps: ‘Het maakt ons onnodig kwetsbaar’
Ineke van der Ham is op 1 januari benoemd tot hoogleraar Technologische Vernieuwingen in de Neuropsychologie. Ze onderzoekt hoe virtual reality en games mensen helpen beter te navigeren. Belangrijk, want goed navigatievermogen brengt ons meer dan alleen thuis.
'Dertig tot vijftig procent van de mensen met niet-aangeboren hersenletsel heeft moeite met de weg naar huis vinden,’ zegt Ineke van der Ham. ‘Die groep is vaak angstiger, durft niet meer alleen naar buiten. Daardoor worden ze minder autonoom: “Ik wacht wel met boodschappen doen tot mijn partner thuiskomt”, hoor ik weleens.’ Apps als Google Maps bieden voor hen geen uitkomst. ‘Deze groep heeft vaak ook moeite met GPS. De wereld op het scherm kunnen ze niet meer goed linken aan de fysieke wereld om hen heen,’ licht Van der Ham toe.
Daarom ontwikkelen zij en haar collega’s games die het navigatievermogen verbeteren. ‘Serious games’, heten die, want: ‘Ze zien er vaak leuk uit, maar zijn echt bedoeld om vaardigheden te verbeteren.’ De afgelopen jaren werkten ze aan diagnostiek en ontwikkelden ze een zogenaamde ‘verdwaaltraining’. ‘We merkten hierbij dat we de onderzoeksdeelnemers een betere strategie konden aanleren en ze hun autonomie hervonden.’ Om meer mensen structureel te helpen, wil Van der Ham de training nu implementeren in de zorg. Een langdurig en ingewikkeld proces, maar als hoogleraar buigt ze zich er graag over.
Wat maakt het zo ingewikkeld om die training in de zorg te gebruiken?
‘Omdat er veel partijen mee gemoeid zijn en de route naar de klinische praktijk soms onoverzichtelijk is. Financiën, de juridische kant, IT en logistiek: alles moet kloppen. Daarnaast is de zorg overbelast: er is geld nodig om mensen hiervoor vrij te krijgen. Je hebt daarvoor early adopters nodig, mensen die vertrouwen hebben in zo’n project en collega’s meekrijgen. Die aan anderen blijven vertellen hoe belangrijk het is.’
'We merkten dat mensen door de training hun autonomie hervonden'
Wordt er in de zorg dan niet enthousiast gereageerd op de toepassing van VR en games?
‘Jawel. Dat is wel anders dan tien jaar geleden. ‘Dit gaat niet werken bij ouderen,’ dachten veel mensen toen nog. Nu wordt de meerwaarde echt gezien. Maar er is nog wel een groot gat tussen de wereld van startups, waar de technologie wordt ontwikkeld, en de zorg, waar het daadwerkelijk gebruikt moet worden. Bovendien: je kunt VR niet overal voor inzetten, je moet daarbij kritisch blijven. Er is een tussenpartij nodig om die vertaalslag te maken tussen theorie en praktijk, die techniek en de menselijke cognitie verbindt en oog heeft voor de complexe logistiek. Die persoon wil ik graag zijn.’
'Je kunt VR niet overal voor inzetten'
Richt je je in je onderzoek alleen op hoe mensen met hersenletsel navigeren?
‘Nee, ik doe ook fundamenteel onderzoek naar hoe gezonde mensen omgaan met de virtuele ruimte. Dus: hoe beleven wij mensen een virtuele omgeving, en waarin verschilt dat van de fysieke ruimte? Welke ruimtelijke informatie gebruiken we daarbij? Daarin kwam ik er al snel achter dat er niet één manier is waarop mensen VR beleven. Zo gaan mensen die slechtere ruimtelijke vaardigheden er op een andere manier mee om. En over het algemeen kunnen jonge mannen het makkelijkst met VR overweg. Wat ook logisch is, omdat dit ook de groep is die het vaakst games speelt en dus bekender is met de virtuele wereld. Maar ook stereotype overtuiging lijkt een rol te spelen in dit effect. Dit soort kennis wil ik bruikbaar maken voor andere collega’s, om als basis te gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe toepassingen.’
Verdwalen is eigenlijk niet meer nodig sinds we Google Maps hebben, maar daardoor lukt het ons minder goed eigenhandig de weg te vinden. Maak je je daar zorgen over?
‘Ja, zeker. We zien dat de ruimtelijke vaardigheden ook bij gezonde mensen veranderen. Ook in de collegezaal zie ik soms dat studenten het onderscheid tussen links en rechts niet goed meer maken. Daarnaast worden steden volgebouwd met allerlei dingen die onze aandacht vragen, wat focussen op de route steeds lastiger maakt. Het is handig dat gps te hulp schiet, maar die volledige afhankelijkheid is niet gunstig. Als je een keer op een onbekende plek bent en je telefoon uitvalt, kun je niets meer. Je maakt jezelf er onnodig kwetsbaar mee.’
'Het is handig dat gps te hulp schiet, maar die volledige afhankelijkheid is niet gunstig'
Hoe is je eigen navigatievermogen?
‘Haha, nou, ik ben zelf ook niet bijzonder goed in de weg vinden, en ik vind het ook zeker fijn om met gps te rijden. Vooral als het druk is op de weg. Toch is het goed jezelf er af en toe in te blijven trainen.’
Hoe doe je dat?
‘Bijvoorbeeld door naar een nieuwe plek te gaan, daar je telefoon uit te zetten en zelfstandig de weg terug proberen te vinden. Bij vrouwen zie je vaker dat die dan opzoek gaan naar herkenningspunten: wat zag ik onderweg? Kan ik dat nu terugvinden? Gemiddeld doen mannen het anders, die zoeken: waar is het noorden? Dan moet ik die richting op. Hoe je het doet, maakt niet uit, zolang het voor jou werkt.’