Verwerving collectie twintigste-eeuwse kunstfotografie van fotograaf Steef Zoetmulder
Bijzondere lichtval, structuren, patronen in de ons omringende dagelijkse realiteit, uitgelicht door een onverwachte invalshoek of uitsnede. Daar was Steef Zoetmulder (1911-2004) als geen ander goed in. Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL) kon onlangs de kerncollectie Steef Zoetmulder aankopen, met steun van de Vereniging Rembrandt, het Mondriaan Fonds en de Vrienden van Universitaire Bibliotheken Leiden. De UBL is hen hiervoor zeer erkentelijk.
Steef Zoetmulder was in het interbellum opgegroeid en opgeleid met de grondslagen, die hij enthousiast onderschreef, van de Nieuwe Fotografie van fotografen als Piet Zwart, Gerrit Kiljan en Jan Kamman. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden Zoetmulder en zijn geestverwanten in hun fotografie een beeldtaal die verwant was met de ‘Subjektive Fotografie’, zoals die in Saarbrücken in Duitsland door fotograaf en docent Otto Steinert bekend werd gemaakt. Dit was fotografie waarin de artistieke wijze waarop een fotograaf de realiteit verbeeldde, belangrijker was dan het overbrengen van documentaire inhoud of een verhaal. Deze richting van fotografie voelde zich meer verwant met vormgeving en design en vond zijn weg niet zelden naar visuele communicatie of reclame in de openbare ruimte. De originele fotoafdrukken van Zoetmulder en de zijnen waren echter wel degelijk op de kunstmarkt gericht en te zien in tentoonstellingen in galeries en musea.
Vijftig 'vintage prints'
De aankoop betreft een kwaliteitsselectie van vijftig 'vintage prints' (door de kunstenaar vervaardigde afdrukken uit de tijd dat de foto-opname tot stand kwam) van Steef Zoetmulder, aangevuld met enkele honderden extra tentoonstellings- en archiefafdrukken en schetsen, eveneens van hoge kwaliteit. De aankoop behelst verder een uitgebreide onderzoekscollectie van het archief van de fotograaf (correspondenties, persberichten, tijdschriften en andere uitgaves waarin de foto’s van Zoetmulder verschenen zijn) en mappen met contactafdrukken van zijn negatieven.
Sleutelfiguur
Zoetmulder is een sleutelfiguur in de naoorlogse Nederlandse kunstfotografie. Deze stroming had in de jaren vijftig een belangrijk centrum in Den Haag en in Leiden. Het toenmalige Prentenkabinet van (toen nog) Rijksuniversiteit Leiden organiseerde al tentoonstellingen met werk van hem en geestverwanten. Zoetmulder zelf maar ook het Prentenkabinet hadden internationaal contact met bewegingen in de fotografie in Brussel en Saarbrücken. In Brussel was er een groep kunstenaars, waaronder Julien Coulommier en Serge Vandercam, die streefden naar museale erkenning van de kunstfotografie. Hun werk zocht ideeën van het existentialisme op en was te zien in tentoonstellingen die de fotografen organiseerden, zoals Images Inventées. Deze tentoonstelling -die ook te zien was in de Vrije Academie in Den Haag- presenteerde fotografie die met verregaande ingrepen soms bijna abstract was en de herinnering oproept aan de fotografische experimenten met ‘distortions’ van de Franse Surrealisten. In Duitsland was er contact met Otto Steinert, die de 'subjektive Fotografie' voorstond en met onderwijs en fotografisch onderzoek ontwikkelde aan de kunstacademie.
Universiteit Leiden
Voor zover de geschiedenis van de Nederlandse kunstfotografie is gecollectioneerd en beschreven, is dat bij uitstek gebeurd aan de Leidse universiteit, en wel aan het Prentenkabinet van universiteit Leiden. Hoogleraar kunstgeschiedenis en directeur van het Prentenkabinet Henri van de Waal verzamelde vanaf 1953 actief uiteenlopende uitingsvormen, technieken en kunstzinnige stromingen van de Nederlandse fotografie in internationale context. Terwijl musea in Nederland nog moeite hadden met het erkennen van fotografie als kunstvorm, organiseerde het Prentenkabinet artistiek gedurfde tentoonstellingen. Kunstfotografie kwam hierin vaak aan bod kwam en er bestonden artistieke contacten en uitwisseling met België en Duitsland. Kunstenaars uit die stroming en tijd zijn onder meer Victor Meeuwsen, Willy Schurman, Meinard Woldringh, Mart¡en Coppens en Pim van Os. De fotocollectie van Universiteit Leiden legde zich toe op het collectioneren van de uiteindelijke kunstwerken: in het geval van fotografie betekent dat de vintage prints die voor de fotograaf het handgemaakte eindresultaat waren. Wat betreft de negatiefcollecties van deze fotografen werkt Universiteit Leiden samen met het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, die op dat vlak meer gespecialiseerd is. Het negatief-archief van Zoetmulder (en andere genoemde fotografen) wordt dan ook daar beheerd.
Collectie naoorlogse Nederlandse kunstfotografie
De collectie kunstfoto’s en het archief van Zoetmulder vult de collectie naoorlogse Nederlandse kunstfotografie in de Leidse fotocollectie op prachtige wijze aan. Sinds het Prentenkabinet als instituut werd opgeheven en diens collecties werden ondergebracht in de Bijzondere Collecties van Universitaire Bibliotheken Leiden, vormt de Leidse UB een kenniscentrum voor fotografie. Voor veel musea dient deze plek als centrum voor fotohistorisch onderzoek en uit de collectie worden regelmatig – soms grote hoeveelheden – bruiklenen beschikbaar gesteld voor tentoonstellingen in musea. Zie bijvoorbeeld tentoonstellingen als Fotografie, een Bijzondere Collectie van Universiteit Leiden in Fotomuseum Den Haag (2009/2010), Alexine Tinne, fotograaf – haar wereldbeeld (2020) in het Haags Historisch Museum, de tentoonstelling over Johan van der Keuken in 2022 in het Nederlands Fotomuseum Rotterdam (waarin Universiteit Leiden naast het Maison Europeenne de la Photographie in Parijs de grootste bruikleengever was en die van juni tot september 2023 in Parijs te zien zal zijn) en Hendrik & Paula Kerstens: Self-Reflective (april tot juni 2023) in Museum Hilversum.