De dag van Jasper
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
Dinsdag 28 maart
‘Het is dinsdag, dus we starten met de bestuursvergadering. De agenda is niet erg vol, we besteden vooral tijd aan de jaarlijkse monitor van de sectorplannen wiskunde, informatica, natuurkunde en scheikunde die in samenwerking met de instituten is opgesteld. Het verzamelen van alle gegevens is een tijdrovende klus waar veel mensen druk mee zijn en het is fijn dat het voor dit jaar weer netjes op papier staat. Tegen de zomer spreken we op basis van dit document de landelijke monitoringcommissie, de Commissie van Duijn, over de voortgang. De rapportages vragen veel werk, maar we zijn natuurlijk erg blij met het bedrag dat we jaarlijks uit deze sectorplannen krijgen. Verder zijn de monitoringsessies toch altijd weer een goede spiegel; mijn ervaring is dat je er altijd iets van leert waarmee we de faculteit weer wat beter en sterker kunnen maken.
Rond lunchtijd gaan we als bestuur naar het Van Steenisgebouw, waar we het bestuurlijk voorjaarsoverleg hebben met het CML. We zitten middenin de ronde bestuurlijke overleggen, waarin we in een paar weken alle instituten, de Hortus en het Lorentz Center bezoeken. De lunch is heerlijk en ik geniet van een lekker broodje met humus. We hebben een uitstekend overleg met het managementteam van het CML. Het is een open gesprek over hoe het instituut ervoor staat, de kansen en de uitdagingen die we zien en hoe we elkaar daarbij zo goed mogelijk kunnen helpen.
In de middag bespreek ik een aantal personeelszaken, ga ik met Carey (managementassistent van Jasper, red.) door de agenda voor de komende weken en houden we als bestuur een voorbespreking van de bestuurlijke overleggen van de komende week. Tegen de avond reis ik met Aske Plaat, wetenschappelijk directeur van het LIACS, naar Amsterdam. We gaan de installatie bijwonen van de nieuwe leden van De Jonge Academie (DJA), het onderdeel van de KNAW waarin jongere stafleden zitting hebben.
Max van Duijn, universitair docent in het LIACS, is dit jaar uitverkoren om lid te worden van de DJA. Heel eervol. Max heeft een achtergrond in de taalwetenschappen en onderzoekt het vermogen om zich in anderen in te leven en de wereld voor te stellen vanuit hun perspectief. Hij gebruikt hierbij een combinatie van technieken uit verschillende wetenschapsgebieden, waaronder kunstmatige intelligentie. Zijn onderzoek is zeer interdisciplinair en ik kan me voorstellen dat hij goed kan bijdragen aan de DJA en er veel plezier zal beleven.
Het is een wervelende show, waarin alle nieuwe leden kort in een filmpje worden belicht en daarna worden geïnterviewd. Per jaar worden tien nieuwe leden gekozen uit alle wetenschapsgebieden. Je bent vijf jaar lid, waarna het hele cohort terugtreedt. Er wordt verwacht dat je wezenlijke bijdrages levert aan (de visie op) wetenschap en aan wetenschap bedrijven, ook buiten je eigen vakgebied. Ik heb al van meerdere DJA-leden gehoord hoe inspirerend deze ervaring is en dat wordt vanavond helemaal bevestigd.
Na de formele installatie door KNAW-president Marileen Dogterom, volgt een levendige receptie, waarin ik natuurlijk Max en andere nieuwe leden feliciteer en me met plezier meng in het publiek. Een mooie mix van oude bekenden en nieuwe gezichten. Het is al met al een zeer geslaagde avond. In de trein terug bereid ik me voor op morgen. Ook dat belooft weer een leuke en gevarieerde dag te worden, met onder andere de Bètabanenmarkt. Mooie functie, decaan zijn.’