In debat over het schilderij met rokende witte mannen
Het kortstondig verwijderen van Rein Dools 'rokende witte mannen-schilderij’ afgelopen november leverde een storm aan reacties op. Tijdens een symposium op vrijdag 26 mei reflecteerden studenten, medewerkers en alumni op deze actie en over de rol van kunst en representatie op de universiteit.
Blij met de ophef
Het symposium werd afgetrapt door Kitty Zijlmans, emeritus hoogleraar Kunstgeschiedenis Nieuwste Tijd en voorzitter van de commissie die zich sinds december buigt over de schilderijkwestie, en ook dit symposium organiseerde. In haar verhaal, waarin ze kort uitleg gaf over de ontstane ophef en de voorlopige adviezen die de commissie nu heeft opgesteld over vervolgacties, gaf ze aan blij te zijn met de ophef. ‘Het laat zien dat kunst iets teweeg kan brengen.’
Geen safe space maar een brave space
Dit kwam ook naar voren in de bijdrage van Margriet Schavemaker, hoogleraar Media en kunst in de museale praktijk aan de Universiteit Amsterdam. Zij reflecteerde op hoe musea steeds meer ruimte maken voor de perspectieven van groepen die in het verleden juist onderbelicht zijn gebleven. In onze gepolariseerde maatschappij wordt hier vaak afkeurend op wordt gereageerd. ‘Maar door de geschiedenis te verrijken met nieuwe perspectieven kan er juist meer onderling begrip worden gekweekt en de maatschappij gelijkwaardiger worden,’ aldus Schavemaker. Musea, maar ook universiteiten, moeten volgens Schavemaker daarom geen ‘safe space, maar een brave space’ zijn waarin sociale rechtvaardigheid nagestreefd wordt.
De blik van studenten
Dat kunst bij mensen iets te weeg brengt was vrij letterlijk te zien in de bijdrage van Judi Mesman, hoogleraar Interdisciplinaire studie van maatschappelijke uitdagingen. Zij toonde video’s van de onbevangen reacties van vier studenten op het zien van diverse schilderijen die in de gebouwen van de universiteit hangen. Opvallend was dat iedere student anders reageerde en reflecteerde op de getoonde schilderijen. Waar een mannelijke alumnus bijvoorbeeld de Senaatskamer waardeerde om zijn historische waarde, bleef de blik van een vrouwelijke student rusten op de portretten van de paar vrouwelijke hoogleraren die er hangen. ‘Ik voel trots als ik deze vrouwen zie, dat ze dit bereikt hebben.’
Er moet een bordje bij
Als laatste volgde een korte discussie, waarin suggesties werden gedaan over wat er moet gebeuren met dit specifieke schilderij en met schilderijen in de publieke ruimte van de universiteit in het algemeen. Meest genoemd werd het bieden van context bij het schilderij, door bijvoorbeeld een bordje met uitleg of QR-code ernaast te plaatsen. Burgemeester Henri Lenferink stelde zelfs voor om een schilderij van het huidige College van Bestuur te laten maken en die naast het schilderij van Rein Dool te plaatsen, om de veranderende tijdsgeest te laten zien. Want het schilderij verwijderen en daarbij de geschiedenis uit te wissen, was niet de oplossing volgens de zaal.
Het College van Bestuur bespreekt op 13 juni het advies van de commissie en de inzichten uit dit symposium. Vervolgens zal het CvB een besluit nemen over (de plek) van het schilderij van Rein Dool en richtlijnen vaststellen voor het tentoonstellingsbeleid. Rector magnificus Hester Bijl: ‘Ik heb geweldig genoten van alle inzichten en zie dit symposium als een startdiscussie waarna nog vele gesprekken zullen volgen.’
Tekst: Sabine Waasdorp