Interdisciplinair onderzoek: samen brainstormen en bruggen slaan
Breng ruim honderd gedreven wetenschappers samen in een ruimte en de goede ideeën komen vanzelf: dat was het idee achter de interne netwerkbijeenkomst over interdisciplinaire samenwerking op woensdag 17 mei. Vertegenwoordigers van de negen stimuleringsprogramma’s stonden klaar achter hun kramen om vragen te beantwoorden en nieuwe matches tot stand te brengen.
Er is een fantastisch sneeuwbaleffect gaande, zegt rector magnificus Hester Bijl over de interdisciplinaire samenwerking in Leiden. Sinds de universiteit in 2020 negen interdisciplinaire onderzoekprogramma’s lanceerde, zoeken volgens haar steeds meer faculteiten de samenwerking op. ‘En we hopen de komende jaren nog veel meer waardevolle verbindingen te zien binnen en tussen de disciplines.’
Tegelijkertijd windt ze er in haar welkomstwoord geen doekjes om: een interdisciplinaire samenwerking opstarten is niet altijd eenvoudig. ‘Want disciplines zijn sociale constructies met hun eigen waarden’, weet de hoogleraar numerieke wiskunde uit ervaring. Ze vertelt over een project uit haar eigen carrière waarbij tien wetenschappers ooit een volledige werkdag moesten discussiëren om het eens te worden over één begrip. ‘Interdisciplinaire samenwerking betekent dat je elkaars taal moet leren spreken.’
Erkennen en waarderen
Dat beaamt keynote spreker Lotte Krabbenborg, universitair hoofddocent aan de Radboud Universiteit. Als lid van de De Jonge Akademie doet zij onderzoek naar ervaringen van wetenschappers met het opzetten en uitvoeren van transdisciplinaire projecten, waarbij maatschappelijke stakeholders worden betrokken.
Uit de eerste resultaten van de studie blijkt onder meer dat wetenschappers meer erkenning en waardering zouden willen voor hun transdisciplinaire werk – dat nu nog vaak in hun eigen tijd wordt verricht. Omdat het vormen van nieuwe transdisciplinaire onderzoeksteams nogal wat voeten in de aarde heeft, is er daarnaast behoefte aan trainingen op het gebied van leiderschap of projectmanagement. Tot slot is er een wens voor fysieke ruimtes waar wetenschappers van verschillende disciplines elkaar kunnen ontmoeten, ook zonder het over werk te hebben. ‘Oftewel: ruimtes waar je samen kunt werken, spelen en eten’, zegt Krabbenborg.
Meer ontmoeting
Na de keynote namen Bijl en Krabbenborg deel aan een paneldiscussie samen met hoogleraar milieu en duurzaamheid Jan Willem Erisman. Hij is trekker van het stimuleringsprogramma Liveable Planet, want zoals hij het zelf samenvat: ‘Als je de stikstofcrisis wil bestrijden, kun je simpelweg niet zonder interdisciplinair onderzoek.’
Erisman zou graag zien dat de organisatiestructuur van de universiteit beter wordt afgestemd op interdisciplinariteit. ‘Faculteiten hebben hun eigen administratieve systemen, ook dat levert veel barrières op. Meer fysieke ruimtes zou zeker helpen. En er zijn gewoon financiële middelen nodig om de interdisciplinaire samenwerking vooruit te helpen.’
Die organisationele verandering is vaak lastig en langdurig, erkent Bijl. ‘Maar ik schuw de uitdaging niet.’ Het stimuleren van meer fysieke ontmoetingen ziet ze wel als mogelijkheid op de korte termijn. ‘We willen zeker dit jaar nog middelen beschikbaar stellen voor kleinschalige interdisciplinaire samenwerkingen zodat collega’s seminars of andere bijeenkomsten kunnen organiseren.’
Stel vragen en heb plezier
Heeft het panel nog tips voor toekomstige interdisciplinaire onderzoekers? ‘Accepteer dat je niet meteen kunt begrijpen wat de ander doet’, zegt Krabbenborg. ‘Ik werk nu zelf samen met collega’s van astronomie en stel de hele dag vragen. Maar dat levert me ook veel waardevolle nieuwe kennis op. En verder: deel je ideeën altijd met je teamleider of begeleider. Ze kunnen je werk immers alleen waarderen als ze ervan op de hoogte zijn.’ Erisman sluit af met het advies om ook vooral plezier te hebben. ‘Want interdisciplinair onderzoek is gewoon leuk!’
Tekst: Evelien Flink
Foto's: Marc de Haan
Wat vonden collega's van het symposium?
Martin Berger, universitair docent
‘Als medewerker van het Museums, Collections and Society-programma hoop ik vandaag meer collega’s te leren kennen die geïnteresseerd zijn in musea. En ik wil in mijn eigen onderzoek met AI gaan werken, dus ik ga straks sowieso nog even langs de SAILS-kraam. Het is aan de universiteit best lastig om de grenzen tussen faculteiten te slechten. Er zijn genoeg goede ideeën over interdisciplinair onderzoek, maar het loopt vaak vast op de praktische zaken. Zelf zou ik bijvoorbeeld graag meer doen met interdisciplinair lesgeven, maar daar moet ik wel tijd en ruimte voor hebben. Mijn tip voor collega’s: gebruik de online studiegids. Ik heb daarin gezocht op het woord ‘museum’. Daardoor weet ik nu dat we 22 vakken hebben met dat woord in de titel én ook welke collega’s die vakken geven.’
Zeynep Balcioglu Tasma (links, postdoc) en Eduard Suari Andreu (midden, universitair docent), medewerkers van het Social Citizenship and Migration-programma
Zeynep: ‘Onze stimuleringsprogramma’s bieden de bouwstenen waarmee onderzoekers later bruggen kunnen slaan. Zelf ben ik hier vandaag als medewerker van het programma én als aspirant-interdisciplinair onderzoeker. Het is leuk om met veel verschillende mensen te praten en te proberen verbindingen tot stand te brengen. Ons programma biedt wetenschappers veel vrijheid: ze kunnen migratie vanuit elke invalshoek en met elke methode bestuderen. Dat is in de onderzoekswereld best een luxe.’
Eduard: ‘Als vraagstuk leent migratie zich goed voor interdisciplinariteit. We werken samen met collega’s van onder meer geschiedenis, antropologie, political science, rechten en economie. Die eerste keer dat je met elkaar praat, kun je elkaar nauwelijks begrijpen, want iedereen gebruikt andere methodes en begrippen. Je moet elkaar dus echt leren kennen en dat kost tijd, soms wel jaren. Daarom is de continuïteit van deze programma’s zo belangrijk: er wordt wel degelijk vooruitgang geboekt, ook als je dat niet meteen ziet.’
Lisann Brincker, onderwijsontwikkelaar
‘Ik ben een van de hoofdontwikkelaars van een online platform waarmee studenten vaardigheden kunnen trainen voor tijdens en na hun studie. We hebben al trainingsmodules over presenteren, schrijven en samenwerken, maar willen ons aanbod uitbreiden voor studenten die een interdisciplinaire opleiding volgen of die zich willen voorbereiden op interdisciplinair werken. Ik heb vandaag veel gehoord over de waarde van duidelijke communicatie. Bijvoorbeeld over hoe je de belangrijkste termen en begrippen uit jouw eigen discipline op een goede manier kunt uitleggen aan de mensen waarmee je samenwerkt. Dat is een vaardigheid waar we ook zeker iets mee kunnen op ons platform, dus ik ben blij dat ik hier aanwezig was!’
Berthe Jansen, universitair docent
'Ik ben hier vandaag omdat ik zelf aan het begin sta van een interdisciplinair onderzoek. In augustus gaat mijn ERC starting grant project van start en daarmee stap ik ook uit mijn comfortzone. Ik richt mij als historicus vaak op tekstueel en etnografisch onderzoek, maar nu ga ik een stap nemen in de richting van museum studies en ook de digital humanities. Gelukkig heb ik vandaag veel connecties kunnen maken. Het is fijn om dat hier op een organische manier te kunnen doen, in plaats van via de mail. Dat bevestigt ook weer dat fysieke ontmoetingen onvervangbaar zijn. Dus ik hoop echt dat het bestuur daar werk van gaat maken, en dan specifiek in ruimtes met goede koffie en prettig licht.’