Universiteit Leiden

nl en

Interview Roxane de Massol Rebetz – ‘Kwetsbaarheid komt niet uit de lucht vallen.’

Het juridisch onderscheid tussen slachtoffers van mensenhandel en slachtoffers van migrantensmokkel is onrechtvaardig, beargumenteert De Massol Rebetz in haar proefschrift. In sommige omstandigheden zouden gesmokkelde migranten namelijk moeten worden behandeld als slachtoffers van mensenhandel.

De achtergrond die leidde tot het onderscheid

 
Tegen de achtergrond van de angst voor de maffia

In 2000 moesten bewindslieden een locatie uitkiezen om grensoverschrijdende georganiseerde misdaad te bespreken. Ze kozen toen voor Palermo, de hoofdstad van het Italiaanse eiland Sicilië, vanwege haar symbolische relatie tot het onderwerp van de bijeenkomst. Het was immers daar, net buiten Palermo, op de A29, dat enkele jaren daarvóór rechter Giovanni Falcone werd vermoord in een autobomaanslag.

In die tijd werden wereldleiders geconfronteerd met de gevolgen van globalisatie. Zij vreesden de prominentere aanwezigheid van georganiseerde criminele groepen, zoals de maffia, die werden gezien als een bedreiging voor het welzijn en de welvaart van de natiestaten. Tegelijkertijd was er een toename in migratiebewegingen. Echter, werden migranten beschouwd als een potentiële bedreiging voor de nationale veiligheid. Staten maakten zich zorgen over hun soevereiniteit; ze wilden de regie houden over wie het recht had om te blijven en wie niet.

Tegen deze politieke achtergrond werd het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad opgesteld. Daarin werd scherp onderscheid gemaakt tussen slachtoffers van mensenhandel en ‘objecten’ van migrantensmokkel. De leden van de conventie waren alleen verplicht om bescherming te bieden aan de eerste groep.

Belgische wet als antwoord op kritiek

Dit onderscheid werd bekritiseerd door academici, omdat sommige gesmokkelde migranten in de praktijk, net als de slachtoffers van mensenhandel, werden uitgebuit door middel van dwang, bedreigingen en fysiek of psychologisch geweld. De Belgische wetgever erkende dat het onderscheid oneerlijk was en nam in 2005 een nieuwe wet aan, die gesmokkelde migranten in ‘verzwarende omstandigheden’ dezelfde rechten gaf als slachtoffers van mensenhandel. Echter blijkt uit het onderzoek van Massol de Rebetz dat de beschermingsprocedure voor gesmokkelde migranten te weinig wordt gebruikt. Om de reden hierachter te vinden, sprak ze met verschillende mensen in België, waaronder politieagenten, onderzoekers die gespecialiseerd zijn in smokkel en mensenhandel, onderzoeksjournalisten, ambtenaren van de Belgische Federale Overheidsdienst Justitie en de Belgische Dienst Vreemdelingen, en leden van NGOs die slachtoffers van mensenhandel of zware smokkel ondersteunen. Ze bedacht ook voorstellen voor oplossingen. Haar uitgebreide, empirische onderzoek leidde haar tot haar proefschrift.

In welk opzicht is je proefschrift nieuw?

‘Wanneer we het hebben over migrantensmokkel, hebben we het vaak over wat er gebeurt buiten de grenzen van de Schengengebied, bijvoorbeeld bij de grens tussen Griekenland (een Schengenland) en Turkije (geen Schengenland).

Ik keek naar de bewegingen binnen het Schengengebied, de zogenaamde intra-Schengengrensmobiliteit. Dit gebied wordt vaak gezien als grenzeloos, maar een Schengengebied zonder grenscontrole bestaat niet. In de realiteit controleren lidstaten (waarvan de meeste ook deel uitmaken van het Schengengebied) streng op de bewegingen van de mensen. Lidstaten zijn geen fan van de zogenaamde secundaire migratiebewegingen. Deze migranten reizen van het land van aankomst naar een ander gebied in de Europese Unie om bescherming/hervestiging te zoeken, ondanks dat ze niet geautoriseerd zijn om in het gebied te bewegen – bijvoorbeeld de vluchtelingen die je ziet in de 'Jungle van Calais'.’

Transitzone

‘Om met secundaire migratiebewegingen om te gaan, hebben lidstaten formele grenscontroles en informele praktijken die vaak plaatsvinden en toegepast worden in zogenaamde transitzones binnen het Schengengebied: bottlenecks waar migranten samenkomen om hun gewenste eindbestemming te bereiken. Lidstaten willen deze ad-hocnederzettingen op hun gebied niet, omdat ze worden beschouwd als overlast. De omwonenden van deze transitzones worden niet bepaald blij als ze 300 migranten bij elkaar zien die de grens proberen over te steken.’

Transitzones beheren

‘Dus hebben overheden van de lidstaten drie opties. Ofwel zij nemen iedereen op en beginnen zij de administratieve procedure om te bepalen of zij het recht hebben legaal te blijven, ofwel zij houden sommigen van hen vast in detentiecentra voor migranten, omdat zij illegaal op hun grondgebied verblijven. Maar het is vaak niet mogelijk of wenselijk om dat te doen, omdat deze centra al helemaal bomvol zitten. Dus is de laatste optie om mensen te verplaatsen, bijvoorbeeld door hen te dwingen van plek naar plek te reizen en hen aan te sporen om terug te gaan naar hun land van herkomst. Een voorbeeld daarvan is het ontmantelen van de ‘Jungle van Calais’. Deze praktijk zie je nog steeds in het noorden van Frankrijk: als je een groep migranten ziet, zorg dat ze weggaan.’

Deze informatie plaatst nieuwsberichten wel in een ander daglicht…

Door de constructie van het kwaadaardige archetype van de migrantensmokkelaar, is het mogelijk voor autoriteiten om weg te blijven van de hoofdoorzaak van smokkel

‘In actieplannen en beleidsdocumenten worden de partijen van migrantensmokkel afgeschilderd als het passieve smokkel‘object’ – de gesmokkelde migrant – en de kwaadaardige smokkelaar. Door deze constructie van het kwaadaardige archetype van de migrantensmokkelaar, is het mogelijk voor autoriteiten om weg te blijven van de hoofdoorzaak van smokkel – wereldwijde ongelijkheid – en kunnen ze daarmee hun verantwoordelijkheid kwijten.

Een goede manier om migrantensmokkel tegen te gaan, is om meer juridische opties te creëren. Door het moeilijker te maken om grenzen over te steken, wakkeren lidstaten de activiteiten die zij beweren te bestrijden aan. Als gevolg worden low key smokkelaars vervangen door professionele groepen die veel geld eisen van migranten, wat weer het risico op uitbuiting vergroot. Migranten worden uiteindelijk blootgesteld aan geweld en levensbedreigende situaties zoals we afgelopen zomer hebben gezien op Het Kanaal tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In alle wanhoop om naar het Verenigd Koninkrijk te gaan, besloten talloze migranten erheen te zwemmen of kleine bootjes te gebruiken. We hebben dit nog nooit eerder gezien, maar dit is wat er gebeurt als je het oversteken van grenzen onmogelijk maakt.

Er is dus een inherente tegenstelling. Enerzijds, wordt erkend dat mensensmokkel steeds professioneler en gevaarlijk wordt, en dat daar de mishandeling en uitbuiting van migranten soms bij komen kijken. Maar toch komt deze kwetsbaarheid niet uit de lucht vallen. Autoriteiten dragen de verantwoordelijkheid, als niet voor het ontstaan, dan wel voor het vergroten van de kwetsbaarheid van migranten.’

Hoe komen we dan uit deze houdgreep?

‘Een allesomvattende oplossing zou het beste zijn, waarbij we vanuit een algemener perspectief kijken naar migratiebeleid, bijvoorbeeld door een inclusiever en meer beschermend migratiebeleid te onderzoeken of aan te nemen. We moeten ook meer juridische opties creëren.

Meer contacten zouden moeten worden gelegd met mensen uit de praktijk, academici en individuen die bij NGO’s werken.

Ik zeg niet dat de dichotomie helemaal moet worden verlaten of dat er een grenzeloos Europa moet komen. Maar, we moeten de veronderstelling waarop deze twee fenomenen gebaseerd zijn, herzien door te kijken naar de grijze gebieden en het verband tussen mensensmokkel en mensenhandel en waar nodig bescherming te bieden. Meer contacten zouden moeten worden gelegd met mensen uit de praktijk, academici en individuen die bij NGO’s werken. Iedereen zou een duidelijk beeld moeten hebben van de situatie ter plekke. Op het gebied van border studies zijn overheidsactoren vaak ondervertegenwoordigd. Maar is het belangrijk dat deze stemmen ook gehoord worden. Academici zouden bekend moeten zijn met de alledaagse bureaucratische uitdagingen van ambtenaren, zoals politieagenten, en een goed begrip moeten hebben van waar zij mee te maken hebben.’

Wat zou de ideale impact van je onderzoek zijn?

‘De grootst denkbare impact zou zijn dat de EU-wetgever zich daadwerkelijk buigt over de veronderstelling waarop het onderscheid tussen de groepen is gebaseerd en in specifieke gevallen meer bescherming biedt aan gesmokkelde, en ik blijf erbij, slachtoffers.’

Dat is best een langetermijndoelstelling of niet?

‘Het zou politieke overeenstemming op Europees niveau vereisen, wat ik niet zie gebeuren. Dus ja, het is een beetje een verloren zaak.’

Wat staat aan de politieke overeenstemming in de weg?

‘Naar mijn mening, dus dit is niet iets wat ik heb onderzocht in mijn proefschrift, lijkt het erop dat de EU-inwoners niet bepaald zin hebben in meer migranten. Daarbij komt ook nog de opkomst van de anti-elite en de anti-immigratiepartijen door heel Europa. Zelfs als die partijen komen te regeren, zorgt hun aanwezigheid er wel voor dat meer gematigde partijen een hard standpunt innemen over migratie. Dus als we de bescherming van rechten voor meer personen zouden openstellen of uitbreiden, zouden we voor de lidstaten de verplichting creëren om meer migranten op te nemen. Ik weet niet of lidstaten daar nu zo veel zin in hebben. Echter heb ik samen met mijn collega, Pinar Ölçer, universitair hoofddocent Strafrecht en Strafvordering, een degelijk, creatief en realistisch argument ontwikkeld. Op basis daarvan zou het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de bescherming van slachtoffers van migrantensmokkel kunnen uitbreiden. Deze oplossing heb ik in mijn proefschrift opgenomen.’

Heeft je werk je kijk op de wereld veranderd?

‘Mijn onderzoek heeft me geleerd om het leven in meer grijstinten te zien. We zijn vaak geneigd tot zwart-witdenken, maar dat probeer ik niet meer te doen.

Ik zou mensen willen vragen om meer nuance te betrachten. We willen overal een snelle oplossing voor. We worden gedwongen om duidelijke meningen te hebben en om even duidelijke antwoorden paraat te hebben, terwijl ik soms denk dat het helemaal prima is om toe te geven dat iets gewoon heel ingewikkeld is en we daarom nog geen antwoord hebben. Wat we zouden moeten zeggen is: wat we wel kunnen doen is het probleem goed uitleggen en de mogelijke oorzaken van het probleem voorleggen. Op basis van dat onderzoek kunnen we dan pleiten voor politieke of juridische veranderingen.’

Meer informatie?

De Massol Rebetz schreef haar proefschrift ‘Beyond the Dichotomy between Mirant Smuggling and Human Trafficking’ onder begeleiding van Maartje van der Woude, hoogleraar Law and Society aan de Universiteit Leiden, Professor Masja van Meeteren, hoogleraar Strafrecht en Criminologie aan de Radboud Universiteit, en Joanne van der Leun, hoogleraar Criminologie aan de Universiteit Leiden. Ze heeft haar proefschrift op 25 mei 2023 verdedigd.

De samenvatting van het proefschrift is hier in het Engels te lezen.

Foto door Jametlene Reskp via Unsplash. 

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.