‘Je kan door een stage veel beter aan jezelf werken’
Oberon Janszen studeerde Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden en vervolgens ook de master Public Adminstration: Economics & Governance aan de faculteit Governance and Global Affairs. Hierna ging hij als stagiair bij de Inspectie der Rijksfinanciën aan de slag. ‘Het gaat vloeiend over tussen hetgeen wat je bij bestuurskunde hebt geleerd en bij je stage moet toepassen.’
Wat doet de Inspectie der Rijksfinanciën eigenlijk?
Oberon: ‘De Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) is één van onderdelen van het Ministerie van Financiën. De IRF adviseert de minister over de financiële consequenties van het beleid van andere ministeries. De IRF toetst dan of dat beleid doelmatig en doeltreffend is; zij kijkt dus vanuit een economische bril. Het kent twee stafbureaus en meerdere secties die één of meerdere ministeries toezien. Ik liep stage bij het onderzoeksstafbureau Bureau Strategische Analyse (BSA) en bij de sectie die het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) toeziet.’
Heb je dan ook vaste taken?
‘Het is een heel brede stage. Zo moest ik bijvoorbeeld sparren met verschillende partners, toezicht houden op beleidsvoorstellen waarbij ik samen met de rest van de sectie keek in hoeverre het beleid dat het ministerie van EZK voorstelt, doeltreffend en doelmatig is. Ik hield mij bezig met meerdere klimaatdossiers en had verschillende onderzoeksopdrachten. Als stagiair heb je veel verantwoordelijkheden en mag bijvoorbeeld ook bijdragen aan de adviezen voor de minister.’
Mag je dat dan zelf doen?
‘Nou, het is meer indirect. Ik mocht samen met collega’s helpen bij de advisering van het sectiehoofd, die de minister ambtelijk bijstaat.’
Wist je van tevoren dan al precies wat je zou doen? Als ik het zo hoor, klinkt het allemaal best abstract.
‘Nee, want de vacaturetekst was best abstract. Er stond bijvoorbeeld in de vacaturetekst ‘Je gaat meehelpen om complexe (actuele) vraagstukken uit te diepen’. Dat zou dan een issue kunnen zijn wat in het nieuws te zien is en dat je dan moet uitzoeken, waarna je de sectie moet adviseren op dit actuele punt. Het is een heel brede taak en erg veelzijdig. De politiek wil ideeën realiseren en de vragen die deze ideeën opwerpen, komen dan bij ons terecht. Om te kijken of die ideeën financieel haalbaar zijn en hoe zij economisch zijn onderbouwd. De onderwerpen komen en gaan en dat is geweldig. De stage staat echt dicht op de politiek.’
Hoe vind je de sfeer op het ministerie? Is het wat je er van verwacht had?
‘Ja, de sfeer is heel leuk. Wat je bij bestuurskunde leerde, kan je ook heel goed toepassen. Veel mensen hebben ook een bestuurskundige of economische achtergrond, waardoor je alles goed kan volgen. Het gaat echt vloeiend over van wat je hebt geleerd en bij je stage moet toepassen.’
Waarin merk je dat je het kan toepassen?
‘Bij de economische vakken van bestuurskunde leer je economisch redeneren. Dat past iedereen hier op het ministerie continu toe. Denk bijvoorbeeld aan subsidieregelingen; je discussieert op basis van economische argumenten of het meest wenselijk instrument is om in te grijpen op de markt. Dan zie je dus goed hoe je iets vanuit theorie heb geleerd, in de praktijk kan toepassen.’
Je straalt ook helemaal als je er over vertelt
‘Ja, ik vind het ook ontzettend leuk. De afdeling is ook jong, veel mensen zijn net afgestudeerd. Dat vind ik prettig en het werk is ook erg dynamisch en politiek. Daarnaast is er een hoge werkdruk, en daar ga ik ook wel goed op. De mensen werken ontzettend hard.’
Zou je mensen ook aanbevelen om een stage te lopen?
‘Ja, stage lopen in het algemeen is leuk en een goede ervaring. Zo leer je bijvoorbeeld vaardigheden opdoen: hoe verhoud je je professioneel tot je collega’s? En welke input lever je tijdens een vergadering? Je kan door een stage veel beter aan jezelf werken en weten wie je wil worden, professioneel gezien.’
Ben je er door de stage ook achter gekomen wat graag wil gaan doen?
‘Ik ben er door de stage achtergelopen wat beter bij mij past. Zo weet ik bijvoorbeeld dat ik een dynamische omgeving heel leuk vind. Momenteel doe ik het economenklasje van de Rijksoverheid, BOFEB. Ik krijg een half jaar colleges over economie en openbare financiën en in het tweede halfjaar van het traineeship word ik opnieuw geplaatst bij de IRF. Ik ben er door de stage achter gekomen dat ik mij verder wilde verdiepen in de economie.’