Hoe herkennen huisartsen sneller patiënten met aanhoudende lichamelijk klachten?
Medisch psycholoog Willeke Kitselaar ontwikkelde op basis van een grote medische database een model dat helpt patiënten met aanhoudende lichamelijk klachten eerder te voorspellen. ‘Ik raad huisartsen ook aan in een vroeger stadium een vragenlijst af te nemen over zowel fysieke als mentale klachten.’ Promotie op 27 juni.
Van ongeveer 50 procent van de mensen die voor een consult bij de huisarts komen zijn hun klachten onverklaard. Meestal gaan de klachten vanzelf over, maar bij ongeveer 10 procent zijn hun klachten over bijvoorbeeld chronische vermoeidheid blijvend. Willeke Kitselaar wilde deze groep patiënten helpen omdat die vaak geen adequate behandeling krijgt. ‘Hoe eerder deze patiënten in kaart gebracht worden, hoe kleiner kans dat de klachten verergeren. Er kan anders ook een moeilijke arts-patiëntrelatie ontstaan waarin je samen niet verder komt.’
Elektronische patiëntendossiers
Mattijs Numans, hoogleraar huisartsgeneeskunde bij LUMC Health campus Den Haag, is een van de twee promotoren. Hij zette Kitselaar op het spoor: ‘We hebben heel veel data van de elektronische patiëntdossiers op basis waarvan je een model kan ontwerpen om aanhoudende lichamelijk klachten (ALK) te voorspellen', aldus Numans. 'Daarmee help je huisartsen om deze patiënten eerder te herkennen.’ Kitselaar had voor haar voorspelmodel een herkenbare code nodig om op basis van de elektronische patiëntendossiers te voorspellen welke patiënt risico loopt op ALK. Daarom heeft ze eerst een enquête afgenomen onder huisartsen met de vraag: welke codes gebruik je bij dit soort klachten? ‘In de praktijk blijken huisartsen allemaal op een andere manier te registreren. De helft van de huisartsen erkent dat het gebrek aan een eenduidige registratiemethode een probleem is.’
Van tweesporen- naar meersporenbeleid
Bij aanhoudende lichamelijke klachten blijken vaak zowel biologische als psychologische, gedragsmatige en sociale aspecten een rol te spelen. Hoewel dit al langer bekend is, lukt het maar niet om die te integreren in de geneeskunde. Dit komt deels door de hoofdzakelijke biomedische benadering van de geneeskunde en het tweesporenbeleid: óf lichamelijke, óf geestelijke klachten. Kitselaar zou de huisarts sowieso aanraden in een eerder stadium een korte vragenlijst af te nemen, de Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL). Zo’n vragenlijst geeft een breder beeld en helpt dus direct mee om behandelbare aanknopingspunten te vinden buiten het biomedische domein.
Willeke Kitselaar: 'Ons voorspelmodel identificeert patiënten met aanhoudende lichamelijke klachten eerder.'
‘Nu gaan huisartsen pas breder kijken als een patiënt vaker langskomt met klachten en als heel veel is uitgesloten. Ons voorspelmodel identificeert ALK-patiënten eerder. Dat kan nuttig zijn voor huisartsen om al in een vroeg stadium te schakelen van een tweesporenbeleid naar een meersporenbeleid waarin de sociale context meeweegt en alle aspecten die invloed hebben op gezondheid. Het onderzoek is nog in ontwikkeling en voor toepassing in de praktijk is een model wenselijk met betere registratie van problemen - ook buiten het biomedische domein.’
Ondersteuning en scholing voor de huisarts
Huisartsen geven aan dat ze niet goed weten wat ze moeten doen bij vroegtijdige herkenning. Want ze blijven bang dat er toch iets medisch is. In haar enquête vroeg Kitselaar ook uit wat belangrijk was voor huisartsen. ‘Ze hebben behoefte aan meer ondersteuning en meer scholing. Daar is winst te behalen. Ook de Praktijk Ondersteuner Huisartsen Geestelijke Gezondheidszorg (POH-GGZ) kan ingezet worden en neemt al vaak de 4DKL vragenlijst af.’
Kitselaar is nu postdoc aan de VU Amsterdam bij de afdeling Biologische Psycologie. Ze blijft zijdelings betrokken bij een nieuw onderzoek naar aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) van LUMC Campus Den Haag in samenwerking met de ALK-ervaringsdeskundigen van stichting Emovere. Daar worden zorgprofessionals opgeleid in de body-mind benadering met aandacht voor het samenspel tussen lichaam en geest en hoe je omgaat met die aanhoudende klachten. Kitselaar verheugt zich daarop: ‘Dat lijkt me een belangrijke stap in de goede richting.’
Het promotieonderzoek valt onder Health prevention and the human life cycle, een profileringsgebied van Sociale Wetenschappen en LUMC samen. Eerste promotor is hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers, tweede promotor is Mattijs Numans, hoogleraar huisartsgeneeskunde bij Health Campus Den Haag Population Health Management. Daarnaasrt is Roos van der Vaart betrokken als co-promotor.