Kleurrijke illustraties en duizelingwekkende grafieken - Psychologiestudenten vertellen over hun onderzoek
Waarom stoppen sommige rokers veel makkelijker dan andere? Kunnen we onszelf de slapeloosheid indenken? En helpt samen muziek spelen ruzies te sussen? Psychologiestudenten hebben het onderzocht en presenteerden hun bevindingen tijdens de Wetenschapsmiddag Psychologie 2023.
Trots staan bachelor- en masterstudenten Psychologie voor hun onderzoeksposters. Daarop hebben ze hun maandenlange onderzoek of hun onderzoeksplannen in postervorm gegoten. Geïnteresseerde medestudenten, promovendi, postdocs en docenten zigzaggen door het doolhof aan prikborden en luisteren naar de verhalen achter het onderzoek.
Léon Chiata
Wie in de clinch ligt met een collega, zal doorgaans geen zin hebben om samen een klassiek stuk te spelen. Toch kan dat zo’n ruzie helpen verzachten. Léon heeft wel een idee hoe dit komt.
‘Samen muziek maken vraagt van ons dat we beter naar elkaar luisteren en beter op elkaar inspelen. In een eerder onderzoek zijn Arabische en Joodse mensen, twee groepen weer veel conflict tussen is, samengebracht om een klassiek stuk te spelen. Dit had een positief effect op hun dynamiek.
Om dit verder te onderzoeken, heb ik een studie uitgevoerd met zes deelnemers. Daar kwam uit dat samen muziek maken een positieve invloed heeft op ons vermogen om samen te werken, meer dan samen een puzzel oplossen. Dit verschil komt waarschijnlijk doordat puzzelen een relatief individuele activiteit is: je zoekt zelf een stukje, die ander zoekt een stukje. Muziek spelen vergt samenwerking. Met dit onderzoek heb ik beter leren begrijpen hoe muziek helpt bij het verbeteren van stroeve relaties.’
Fenna Spiekerman
Hoe goed herkennen we andermans emotie? In veel psychologische onderzoeken krijgen mensen foto’s voorgeschoteld van overdreven blije en boze mensen. Theatraal bijna. Maar hoe goed herkennen kinderen subtiele, natuurlijke gezichtsuitdrukkingen? Dat wilde Fenna onderzoeken.
‘In mijn onderzoek observeerde ik kinderen en volwassenen die korte stukjes van bestaande films bekeken. Zij rapporteerden zelf hoe ze zich voelden terwijl ze de video’s bekeken, en daarnaast werden hun gezichtsuitdrukkingen gefilmd. Die opnames heb ik vervolgens laten zien aan andere kinderen. In hoeverre komen hun beoordelingen van de emoties overeen met wat hun voorgangers zelf aangeven te voelen?
Een opvallende uitkomst heb ik gevonden in het own-age bias effect. Dit houdt in dat kinderen de emoties van leeftijdsgenoten beter herkennen dan van mensen die ouder of jonger dan hen zijn. In mijn onderzoek vond ik dit effect ook terug, maar dit effect verschilt niet per emotie, zoals door eerder onderzoek verwacht werd. Hoe dit precies zit, moet nog verder onderzocht worden.’
Emma von Haeseler
'Als je eenmaal begint, kom je er nooit meer vanaf.' Of: 'zonder sigaret is een feestje gewoon minder gezellig.' In onszelf en de maatschappij leven allerlei ideeën over roken, voor sommige mensen kan ‘roker’ een identiteit worden. Maar zit die identiteit hen in de weg als ze willen stoppen met roken? Emma gaat het volgend jaar uitzoeken in haar scriptie.
‘Ik ga kijken hoe het zelfbeeld en identiteit het gedrag van rokers beïnvloedt. Ik wil beter begrijpen in hoeverre een rokers-identiteit het stoppen met roken in de weg staat. En andersom: of mensen die wel roken, maar zichzelf niet als roker zien, makkelijker stoppen.
Hiervoor ga ik gegevens analyseren van een app-interventie die getest is op een rokers die willen stoppen met roken en meer wil bewegen. Die app is gemaakt door onderzoekers van de TU Delft. Tijdens de interventie voerden de deelnemers opdrachten uit. Bijvoorbeeld een schrijfopdracht waarbij ze zichzelf in de toekomst visualiseren als niet-roker. Of ze noteerden hun rookmomenten en wanneer ze trek krijgen in een sigaret. Ik wil ontdekken welke interventies het beste werken bij mensen die zich als roker of niet-roker identificeren. De app wordt uiteindelijk gemaakt voor mensen van 45 jaar en ouder.’
Elif Sena Uyanik
‘Of mijn scriptie mooi is?’ Gepaste bescheidenheid over haar bijdrage aan het RE-PAIR onderzoeksproject siert Elif Sena Uyanik: ‘Best wel.’ Daarna brandt de research masterstudent los over bijzonder onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief.
'We hebben depressieve jongeren in de leeftijd van 14-18 jaar en hun ouders gevraagd naar wat ze geloven dat bij de jongere de depressie veroorzaakt. Want die overtuigingen over je depressie heeft invloed hoe je ermee omgaat en of je hulp zoekt. De interviews heb ik doorgespit en daarin de antwoorden vergeleken van ouders en depressieve jongeren in de eerste fase van hun depressiebehandeling.’
Elif is helemaal op stoom en presenteert vol wetenschappelijk vuur haar poster. Om uiteindelijk glunderend te concluderen: ‘Ons doel was om uit te vinden of causal beliefs van ouders en hun kinderen over de depressie van de jongere overeenkomen of dat daar discrepantie tussen bestaat. Deze studie heeft als eerste discrepancy in causal beliefs onderzocht en het bewijs gevonden dat die discrepantie inderdaad bestaat. We hopen dat vervolgonderzoek bijdraagt aan de behandeling van depressieve jongeren.'
Marloes Duijzings
Stel je voor, je ligt in je bed en let op je hartslag. Je voelt je hart kloppen en kan niet in slaap vallen. De volgende keer dat je je hart voelt kloppen, kan je weer niet in slaap vallen. Op die manier ontwikkel je een negatieve gedachtenspiraal. Zonder dat je het wil, begeef je je op een route richting slapeloosheid. Heb jij moeite met in slaap komen? Daarover gaat Marloes Duizings masterscriptie Insomnia's Mind Games.
‘Je interpreteert situaties die niets met slapen te maken hebben, alsof ze dat wel hebben,' legt Marloes uit. 'Het is gelukt om deze vooringenomenheid van de deelnemers aan het onderzoek aan te tonen en te verlagen. Want die ‘bias’ zou best eens de kwaliteit van hun slaap kunnen beïnvloeden. De eenmalige behandeling erna is nog niet gelukt.' Maar dat was misschien ook wel erg ambitieus. Na haar stage in Australië deed ze haar onderzoek aan de University of Sydney, School of Psychology. Ambitie brengt je nog eens ergens.
Barbora Michalidesova (links)
Als je met je hand over een kurken prikbord wrijft, zou je niet denken dat je hersenen flink aan het werk gaan. Je voelt wat je voelt, en dat is dat. Toch gebeurt er al van alles in ons brein als we een voorwerp met één vinger aanraken. Hoe dat precies werkt, onderzocht Barbara.
‘Ik onderzocht de invloed van sensorische informatie op het neurale netwerk. Hiervoor gebruikte ik data uit een onderzoek uit 2017. Apen werden onder verdoving gebracht en daarna werden hun vingers aangeraakt. Eerst de wijsvinger, daarna bijvoorbeeld de duim en wijsvinger tegelijkertijd. De gegevens uit hun hersenactiviteit heb ik geanalyseerd. Die data geeft inzicht in hoe neurale mechanismen bij fysieke aanraking, en helpt ons beter te begrijpen hoe het brein zintuigelijke informatie verwerkt.’