Mentale impact ‘COVID’ verschilde sterk per soort klachten en specifieke groep
Mensen die al voor de COVID-pandemie gediagnosticeerd waren met een psychische stoornis vertoonden geen sterkere toename van symptomen dan anderen. Dit is één van de uitkomsten van het eerste systematische overzicht van studies naar de psychische impact van COVID die hun onderzoekspopulatie ook voor de pandemie al volgden.
Al snel na het uitbreken van de COVID-19-pandemie verscheen wereldwijd een overdonderende hoeveelheid wetenschappelijke publicaties over de impact van 'COVID' op de geestelijke gezondheid.
‘De overgrote meerderheid daarvan volgde de mensen echter nog niet voordat de pandemie uitbrak,’ zegt psycholoog Eiko Fried van de Universiteit Leiden, die werkt aan het meten, modelleren en uiteindelijk beter begrijpen van psychische problemen. ‘Dus wat kunnen we leren van de studies die hun metingen na de uitbraak konden herhalen?’
Van 10.000 naar 97 onderzoeken
Samen met onderzoekers van de Universiteit van Pittsburgh heeft Fried nu het eerste systematische overzichtsartikel gepubliceerd van onderzoeken die specifieke groepen al vóór de pandemie volgden en daarom een toe- of afname van symptomen konden meten.
De onderzoeken waren gepubliceerd tussen 29 januari 2020 en 24 juni 2021 en bestreken dus de eerste anderhalf jaar van de pandemie.
‘Ook probeerden we de resultaten op een fijnmaziger niveau te begrijpen,’ zegt Fried. ‘Ten eerste maakten we onderscheid tussen clusters van symptomen, zoals angststoornissen, depressie, posttraumatische stressstoornis (PTSS) en dwangstoornissen. En ten tweede onderzochten we in welke mate specifieke groepen reageerden, zoals studenten, legerveteranen of mensen met al bestaande fysieke aandoeningen.’
In totaal vonden de onderzoekers bijna 10.000 studies over de mentale effecten van de COVID- pandemie uit de onderzochte periode. Na al die studies getoetst te hebben aan hun inclusiecriteria, bleven er nog 97 publicaties over, die vervolgens zorgvuldig werden doorgespit.
‘Psychische problemen zijn complex en van meerdere factoren afhankelijk’
Eenvoudige uitkomsten, zoals een toename van psychische problemen over de hele linie, vonden ze niet. De resultaten waren ‘messy and mixed,’ aldus Fried. En dat is meteen een van de belangrijkste boodschappen die de onderzoekers de wereld willen meegeven: psychische problemen zijn nu eenmaal complex en van meerdere factoren afhankelijk. Als je echt informatie naar boven wilt halen waarop je klinische interventies en beleidsrichtlijnen wilt baseren, moet je toch altijd weer met een vergrootglas kijken.
Wel sprong er een aantal algemene conclusies uit, zoals de grafiek hieronder laat zien. Er is bijvoorbeeld een duidelijke toename van symptomen ter zien in de categorieën 'angst' en 'depressie'.
Dwangstoornissen
Ook zagen ze dat symptomen van dwangstoornissen toenamen in alle onderzoeken die daarnaar hadden gekeken; de grafiek toont geen stippen op of onder de nullijn. De toename was vooral hoog voor smetvrees-achtige klachten,’ weet Fried. ‘Wat natuurlijk niet heel verrassend is.’
Voor PTSS daarentegen, waarvoor slechts vijf studies in de 'review konden worden opgenomen, liepen de resultaten sterk uiteen. ‘Maar wat ons echt verbaasde,’ zegt Fried, ‘was dat mensen die al vóór de pandemie gediagnosticeerd waren met een psychische stoornis geen disproportioneel grotere toename van symptomen kregen, vergeleken met anderen. De uitzondering vormden – ook hier – de dwangstoornissen.’
Kinderen en adolescenten vertoonden over de hele linie de sterkste toename in psychische problematiek, en bij vrouwen tussen de 20 en de 40 jaar namen symptomen van angst en depressie opvallend toe. Dit laatste is in lijn met studies die aantonen dat juist vrouwen extra zorgtaken kregen, vooral toen de scholen gesloten waren.
Ook afname van symptomen
Ook valt op dat symptomen soms juist afnamen in de COVID-periode. Een studie onder 2364 Chinese bachelorstudenten liet bijvoorbeeld een duidelijke vermindering zien van angsten en depressie.
‘Hoe dat komt blijft speculeren,’ zegt Fried. ‘Daarvoor weten we veel te weinig. Maar je kunt wel wat verklaringen bedenken. Misschien hebben sommige studenten relatief minder prestatiestress ervaren tijdens de lockdowns, of misschien waren de docenten coulanter.’
De analyse van Fried en collega’s maakt in elk geval duidelijk dat psychische problematiek tijdens de pandemie sterk afhing van zowel het soort symptomen als van specifieke groepskenmerken. Pasklare vuistregels voor toekomstig preventiebeleid zijn er dus niet, en nieuw onderzoek zal zich vooral op die variabiliteit moeten richten.
Het artikel A narrative systematic review of changes in mental health symptoms from before to during the COVID-19 pandemic van Mary Blendermann et al. is 24 augustus gepubliceerd in het tijdschrift Psychological Medicine en is openbaar toegankelijk.
Tekst: Hilje Papma
Foto: RossHelen