Mindlab gaat bijna van start: ‘Theater kan helpen om een goed gesprek te voeren’
Eind september gaat het theater- en discussieprogramma Mindlab van start bij de Faculteit Geesteswetenschappen. Universitair docenten Tazuko van Berkel en Sara Polak waren bij de eerste sessie gespreksleiders.
Theaterstuk Mindlab kaart verschillende vormen van sociale onveiligheid aan en dient daarmee als gespreksstarter om sociale veiligheid bespreekbaar te maken. De eerste voorstelling werd in juni gespeeld voor alle leidinggevenden van de faculteit. Op 25, 26 en 27 september wordt het stuk zesmaal opgevoerd. Na afloop van de voorstelling ga je in groepjes in gesprek over de thematiek van de voorstelling.
‘Theater is een ideaal medium om moeilijke onderwerpen waarop meerdere perspectieven mogelijk zijn te bespreken’, zegt Van Berkel. ‘Bij een theaterstuk moet je echt je best doen om je te verplaatsen in een andere visie. Dat helpt om daarna een kwalitatief goed gesprek te voeren, waarbij iedereen een beetje uit zijn comfortzone stapt. Bovendien zijn we allemaaal geesteswetenschappers. Naar kunst kijken en daarop reflecteren: dat is waar we goed in zijn.’
Samen interpreteren
Om een goed gesprek te voeren hoeft niet iedereen persoonlijk geraakt te zijn door het stuk. ‘Het stuk is mooi gedaan en goed uitgevoerd, maar de getoonde situaties zijn niet altijd subtiel’, zegt Polak. ‘Daardoor kun je het vrij eenvoudig weghouden van jezelf, zeker als je er analytisch naar kijkt. Bij ons groepje moesten we er even doorheen dat de deelnemers ook kritisch waren op het stuk, dus ik hoop dat de groepjes in de nagesprekken goed de tijd nemen om tot een gezamenlijke interpretatie van het stuk te komen en te kijken welke onderliggende waarden naar voren komen.’
Onderliggende waarden
‘Het zou mooi zijn als mensen in de nagesprekken tot het punt komen dat ze kleinere persoonlijke verhalen gaan vertellen’, zegt Van Berkel. ‘Je kunt het wel hebben over begrippen als “integriteit”, maar in het stuk wordt heel mooi uitgespeeld dat dit loze kreten zijn als er niet ook een onderliggende waarde aanwezig is.’
‘Wat doe je bijvoorbeeld als je vanuit je ooghoek iets ziet gebeuren?’ vult Polak aan. ‘Een leidinggevende walst over iemand heen, jij hebt er niet echt iets mee te maken, maar je voelt dat het niet oké is. In een groepsgesprek kun je samen verkennen welke waarden je nodig hebt om daarmee om te gaan. Het stuk suggereert dat je daarvoor ‘moed’ nodig hebt. Wij zijn benieuwd wat de gespreksgroepen daarvan vinden.’