Mega-onderzoek GUTS van start: hoe groeit deze generatie jongeren succesvol op?
Na een groot tweedaags congres is het Growing Up Together in Society-consortium officieel begonnen. Onderzoekers van zeven universiteiten buigen zich de komende tien jaar over de vraag hoe jongeren opgroeien als betrokken en veerkrachtige volwassenen. Leidse psychologen vertellen hoe zij dat gaan doen.
Hoe baan je je een weg door een onophoudelijke stroom aan informatie die via sociale media op je afkomt? Hoe houd je vertrouwen in een toekomst die door complexe, globale problemen onzekerder lijkt dan ooit? En hoe blijf je authentiek terwijl je ook niets liever wil dan aansluiting vinden bij de rest?
Constante balans-act
In deze tijd opgroeien als jongvolwassene vraagt om een constante balans-act. Dat benadrukken de zeventien sprekers die zich op 10 en 11 oktober van over de hele wereld in het Amsterdamse Trippenhuis hebben verzameld voor de Growing Up Together in Society-conferentie. ‘Al die wetenschappers, uit de psychologie, psychiatrie, sociologie, genetica en familieonderzoek, komen samen met dezelfde ambitie: een betere toekomst voor de jongeren in onze samenleving,’ aldus Eveline Crone, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en Universiteit Leiden en initiatiefnemer van het GUTS-project.
Het consortium heeft als doel om nauwgezet in kaart te brengen welke factoren beïnvloeden hoe iemand opgroeit. Bijvoorbeeld in hoeverre gepest worden niet alleen de mentale, maar ook fysieke gezondheid beïnvloedt, wat de rol is van studiemaatjes in het behalen van academisch succes en wat de relatie is tussen armoede, kansenongelijkheid en mentale klachten. Maar ook: hoe online influencers een positieve rol kunnen spelen in de ontwikkeling van jongeren, bijvoorbeeld doordat ze het gesprek over mentale gezondheid toegankelijker maken.
Wat is GUTS?
De conferentie vormt het startsein voor een tien jaar durend onderzoeksproject. Het Growing Up Together in Society-consortium wordt gefinancierd door een NWO Zwaartekrachtsubsidie.
Berna Güroğlu, onderzoeker aan de sectie Ontwikkelings-, en Onderwijspsychologie van het Instituut Psychologie in Universiteit Leiden is een van de zes hoofdaanvragers van de subsidie. De andere hoofdaanvragers zijn verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam, en Amsterdam UMC, en verder zijn ook het Radboud UMC en het Nederlands Herseninstituut betrokken bij het consortium. Eveline Crone, hoogleraar Developmental Neuroscience in Society bij de Erasmus Universiteit en hoogleraar Neurocognitive Developmental Psychology aan de Universiteit Leiden, is penvoerder.
Daarnaast zijn, vanuit Leiden, Anna van Duijvenvoorde van de sectie Ontwikkelings-, en Onderwijspsychologie en Mark de Rooij van de sectie Methodologie en Statistiek betrokken als co-aanvragers van de subsidie.
Over de onderzoeken
GUTS bestaat uit vijf onderzoeksprojecten, zogenaamde work packages, met elk een eigen onderzoeksteam en onderzoeksgroep. Hieronder lichten we de projecten toe waarbij Leidse onderzoekers direct betrokken zijn.
Social networks: self-regulation in an increasingly complex social world, onder leiding van Berna Güroğlu (Universiteit Leiden) en René Veenstra (Universiteit Groningen)
Hoe beïnvloedt het sociale netwerk van jongeren hun motivatie en doelen? En hoe verandert zo’n sociale dynamiek door de jaren heen? Berna Güroğlu, hoogleraar Neurowetenschap van Sociale Relaties, legt uit hoe ze dat willen onderzoeken: ‘We gaan een grote groep jongeren volgen die in een hecht netwerk met elkaar leven, bijvoorbeeld een groep eerstejaarsstudenten of een studentenvereniging. We willen hun complexe sociale netwerk in kaart brengen en over een langere periode volgen, onder andere door middel van enquêtes en hersenscans.’ Een longitudinaal en grootschalig onderzoek, wat in die vorm nog niet eerder is gedaan. ‘Veel onderzoek naar sociale ontwikkeling is nog op individuen gericht, maar je begrijpt mensen pas echt in context met hun omgeving.’
Social Economic Status and Success, onder leiding van Eveline Crone (Erasmus Universiteit en Universiteit Leiden) en Lydia Krabbendam (VU Amsterdam)
Voor een succesvolle schooltijd is het belangrijk dat kinderen zichzelf kunnen reguleren, ofwel hun eigen gedrag en doelen kunnen controleren. Maar in hoeverre een kind dat kan, wordt onder andere beïnvloed door sociaaleconomische status, genen en de sociale omgeving. Hoe die dynamiek precies werkt, willen de wetenschappers ontdekken door twee groepen kinderen vanaf tien jaar oud in Amsterdam en Rotterdam te onderzoeken, bijvoorbeeld met MRI-scans en gedragstests.
Anna van Duijvenvoorde is één van de onderzoekers die zich richt op Rotterdamse jongeren. 'Tieners worden nogal eens als ongemotiveerd neergezet, maar dat stereotype gaat zeker niet altijd op. Ik wil graag weten wat jongeren motiveert om iets te doen voor een ander of juist voor de maatschappij. Het hersenonderzoek biedt een uniek inzicht in hoe verbonden we ons voelen met anderen tijdens de tienertijd en hoe dit ons gedrag stuurt. De grote waarde van GUTS ligt in de combinatie van inzichten: we vragen jongeren zelf wat hen motiveert en welke doelen ze hebben, we onderzoeken welke keuzes ze maken én hoe hun brein reageert. Dit vereist een nauwe samenwerking binnen ons team en met jongeren zelf om dit mogelijk te maken.'
Verantwoord voorspellend modelleren: cohorten integreren om de bijdrage van jongeren aan de samenleving te voorspellen, Mark de Rooij
Mark de Rooij, Hoogleraar Artificial Intelligence and Data Theory, zal zelf geen nieuwe data verzamelen, maar alle data uit het GUTS-consortium benutten. Door middel van het combineren van de data uit de verschillende work packages hoopt hij tot een overkoepelende, interdisciplinaire theorie te komen over hoe jongeren zich ontwikkelen tot betrokken volwassenen die bijdragen aan de maatschappij.
De Rooij: ‘Voor het eerst worden elementen uit de genetica, neurowetenschappen, psychologie, de sociale netwerken en omgeving op deze manier samengevoegd om tot meer inzicht te komen. De omvang van die samengevoegde data is erg groot, zogenaamde big data, en de kenmerken van die data uit deze verschillende disciplines variëren sterk en kunnen dus niet simpelweg gecombineerd kunnen worden. Dit maakt het onderzoek erg uitdagend.’
Meer weten over de andere twee work packages? Bezoek de website van GUTS.
Fotografie: Brian Lubking