‘Bedenk wat je wilt met internationale studenten, voor je huisvestingsbeleid maakt’
Ooit woonden studenten bij een hospita of zelfs de hoogleraar bij wie ze college liepen. Inmiddels is studentenhuisvesting een grote opgave, waarmee ook het nieuwe kabinet aan de slag zal moeten. Waar doen de nieuwe bewindsleden goed aan?
Van campus tot kabinet
Op 22 november stemmen we voor een nieuwe Tweede Kamer. Belangrijke thema’s volgens de peilingen zijn bestaanszekerheid, gezondheidszorg, immigratie en asiel, woningmarkt, klimaat en duurzaamheid. Welke aspecten moet een nieuwe regering binnen die thema’s vooral niet uit het oog verliezen? We vragen het onze onderzoekers in een serie artikelen.
Eefke de Haan promoveert op de geschiedenis van studentenhuisvesting in Nederland van de middeleeuwen tot nu. ‘Aan het begin van het studiejaar zie je altijd enorme alarmverhalen verschijnen over studenten die in tenten en caravans op campings wonen’, vertelt ze. ‘Het is goed om daarbij te bedenken dat dit piekbelasting is. Uit de jaarlijkse landelijke monitor studentenhuisvesting van Kences blijkt dat in collegejaar 2022-2023 82% van de studenten na een halfjaar actief zoeken een woonruimte had gevonden.’
‘Nog steeds behoefte aan studentenhuisvesting’
Het merendeel van de kamerzoekers vindt dus binnen afzienbare tijd woonruimte, maar dat wil niet zeggen dat de situatie optimaal is. De Haan: ‘De druk op de studentenwoningmarkt is het afgelopen jaar wat afgenomen. Met name hogescholen hebben te maken met een daling van het studentenaantal, terwijl het leenstelsel en de toegenomen prestatiedruk er de afgelopen jaren voor hebben gezorgd dat studenten langer thuis bleven wonen. Toch zien we nog steeds een grote behoefte aan studentenhuisvesting. Daarom is in een actieplan van de studentenhuisvesters, het ministerie van Binnenlandse Zaken, de studentenvakbond en de universiteitssteden afgesproken om voor 2030 60.000 nieuwe studenteneenheden te realiseren. Ik denk dat het nodig is om dat in elk geval uit te voeren.’
Huursubsidie
Daarnaast doet een nieuw kabinet er volgens De Haan goed aan om naar de huursubsidie te blijven kijken. Nu krijgen alleen studenten in een zelfstandige eenheid deze bijdrage van de overheid. Kamerbewoners moeten de huur uit eigen zak betalen. ‘Je ziet dat er steeds meer zelfstandige woonruimtes voor studenten worden gebouwd’, zegt De Haan. ‘Die ontwikkeling komt niet per se doordat de eisen van studenten zijn gestegen. Het is vooral voor studentenhuisvesters zelf aantrekkelijk om zelfstandige eenheden te realiseren, omdat die gemakkelijker gefinancierd kunnen worden via het huursubsidiesysteem.’
De studentenwoningmarkt die zo ontstaat, sluit vooral aan bij de wensen van ouderejaars. De Haan: ‘Zij hebben vaak meer behoefte aan privacy, bijvoorbeeld omdat ze een relatie hebben of wat sneller willen studeren.’ Met de wensen van de gemiddelde jongerejaars wordt minder rekening gehouden. ‘Vooral voor studenten die net beginnen blijven juist de kamers met gedeelde voorzieningen interessant. Daar kun je toch net wat gemakkelijker vrienden maken. Dan kun je zeggen: ken ook huursubsidie toe aan kamerbewoners, maar dan loop je het risico dat particuliere verhuurders de prijzen gaan verhogen. De discussie voor wie huursubsidie is bedoeld, moet onder een volgend kabinet dus zeker gevoerd blijven worden.’
Andere wensen van internationals
Een andere vraag die het kabinet zich volgens De Haan moet stellen, is voor wie de studentenhuisvesting precies is bestemd. ‘Internationale studenten hebben vaak direct huisvesting nodig’, legt ze uit. ‘Ze kunnen niet zoals Nederlandse jongeren nog een tijdje thuis wonen of logeren bij iemand die ze kennen. Met de discussie over de internationalisering van het onderwijs die nu speelt, lijkt het mij verstandig om eerst te bedenken wat voor studenten je wilt aantrekken en wat dit betekent voor je huisvesting, voor je grote besluiten neemt over de volgende stap in het huisvestingsbeleid, zoals in het verleden wel is gebeurd.’