Even voorstellen: Rosanne Baars
Rosanne Baars werkt sinds november 2023 als VENI-onderzoeker bij de sectie Algemene Geschiedenis. Ze is begonnen aan haar nieuwe project ‘Women, Intelligence and Diplomacy in Eighteenth-Century Istanbul’.
Sommige mensen kennen mij al: in 2021-2022 werkte ik met veel plezier als docent bij de sectie Algemene Geschiedenis hier in Leiden. Nu ben ik terug met een VENI! Een goede gelegenheid om iets over mijn achtergrond en nieuwe project te vertellen.
In 2019 promoveerde ik met een NWO-beurs aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift over nieuwsuitwisseling tussen de Nederlanden en Frankrijk tijdens de Franse godsdienstoorlogen (verschenen als Rumours of Revolt (2021)). Daarin richtte ik me ook op perceptie van betrouwbaarheid van nieuws en informatie in de vroegmoderne tijd. Op wie vertrouwen mensen in tijden van polarisatie en oorlog? Hoe schatten zij de geloofwaardigheid van berichten in?
Mijn huidige project richt zich op dezelfde thema’s, maar dan in achttiende-eeuws Istanboel. Het idee voor het project gaat heel ver terug – dertien jaar geleden schreef ik mijn researchmasterscriptie over Levantijnen (mannen en vrouwen) in achttiende-eeuws Istanboel en hun inlichtingenwerk voor de Europese ambassades. Ik ging met een fellowship naar Istanboel en publiceerde een artikel, maar besloot toch op een ander onderwerp te promoveren. Tegelijk wist ik dat er nog prachtig materiaal over dit onderwerp voorhanden was, daarom ben ik zeer blij dat mijn voorstel door het NWO is gehonoreerd en ik terugkeer naar achttiende-eeuws Istanboel.
De afgelopen vijf jaar hebben we te maken gehad met de female turn in diplomatieke geschiedenis. Historici hebben meer belangstelling gekregen voor de rol van vrouwen in een wereld die gedomineerd werd door mannelijke diplomaten. Het centrale probleem voor de premoderne tijd bij het bestuderen van de vrouwen is een gebrek aan materiaal om aan te tonen wat vrouwen deden. In Den Haag ligt echter een schat aan informatie die meer inzicht biedt in die belangrijke diplomatieke rol van vrouwen.
Istanboel was in deze periode een wereldcentrum en een prestigieuze diplomatieke post. Naast moslims waren er ook grote christelijke en joodse minderheden. De Europese ambassades maakten gebruik van die christelijke minderheden als lokale ambassademedewerkers. Istanboel was een ook ‘nieuwshub’: van Iran tot Rusland tot Engeland kwam er informatie de stad binnen en lokale vrouwen verzamelden dat voor de ambassades. Mijn doel is om een werk te schrijven over de concrete participatie van vrouwen in de dagelijkse diplomatie in Istanboel. Het is hard nodig het beeld van een door mannelijke ambassadeurs gedomineerde diplomatieke wereld te nuanceren.
De afgelopen jaren ben ik veel op pad geweest in academia. Ik heb gewerkt bij de UvA, de Radboud Universiteit Nijmegen, het Huygens Instituut, de Rijksuniversiteit Groningen en hier in Leiden. Ik kan me nog goed een memorabel semester herinneren waarin ik vijftien uur college per week gaf aan twee universiteiten tegelijk. Dankzij fellowships en onderzoeksbeurzen heb ik vaak in het buitenland onderzoek kunnen doen, onder meer in Istanboel, Parijs, Dublin, en recent nog in Utah. Het is fijn om na deze omzwervingen weer terug te zijn in het mooie Leiden. Ik kijk ernaar uit veel collega’s, uit allerlei disciplines en richtingen, te spreken de komende jaren.