JEDI-fonds: ‘We laten nu duidelijk zien dat de community divers is’
Heb je een plan om het onderwijs of de leeromgeving van de Faculteit Geesteswetenschappen diverser of inclusiever te maken? Dan kun je een aanvraag doen bij het facultaire JEDI-fonds. Nasreen werkte dit jaar mee aan een nieuwe syllabus voor het eerstejaarsvak Oude Geschiedenis.
Nasreen: ‘De syllabus van het eerstejaarsvak Oude Geschiedenis stond vooral vol met thema’s en personen die lang niet meer als enige (goede) representatie van de Oudheid worden erkend. Zo was er een gebrek aan perspectieven van bijvoorbeeld vrouwen, tot slaaf gemaakte mensen en gebieden buiten Rome en Griekenland.
Dat was één van de redenen dat het vakgebied vaak als stoffig of achterhaald wordt beschouwd. Universitair docent Leanne Jansen heeft daarom een beurs aangevraagd bij het JEDI-fonds, waardoor ik als student-assistent aan de slag kon met de syllabus.
Ik heb eerst geanalyseerd wat erin stond: welke wetenschappers kwamen aan bod? Was het onderzoek recent of stiekem al best oud? Vervolgens heb ik bedacht wat we zouden willen bespreken. Ik wilde graag diverse onderwerpen en thema’s aankaarten die veel spelen onder studenten, maar die ook (recentelijk) veel meer aandacht hebben gekregen binnen historisch onderzoek. Een voorbeeld hiervan zijn gender en seksualiteit, thema’s die met name als reactie op de aidsepidemie in de jaren ’70 en ’80 meer aandacht kregen van geschiedkundigen die een interesse hadden in de geschiedenis van seksualiteit. Daarom heb ik een opdracht over seksualiteit in het Oude Griekenland gemaakt.
Ik vind goed onderwijs belangrijk, dus het was heel fijn om zo direct betrokken te zijn bij de verandering. Ik kon met dit project echt iets bijdragen aan de faculteit, ook omdat ik mijn ideeën en bijdragen erg werden gewaardeerd door de docenten van de sectie Oude Geschiedenis. Zij stonden allemaal open voor veranderingen en namen mijn suggesties heel serieus. Zo is de herziening van de eerstejaarssyllabus niet alleen bij het JEDI-project gebleven, maar is de sectie ook bezig met het langdurig doorvoeren van veranderingen en vernieuwingen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de huidige selectie van literatuur en of dit een goede representatie is van de wetenschappelijke gemeenschap of niet. Ook zijn we actief bezig met het bedenken en doorvoeren van meer nieuwe opdrachten. Op die manier wordt Oude Geschiedenis meer dan de oude keizers en grote oorlogen waar we al honderden jaren op min of meer dezelfde manier over denken.’