Onderbelicht koloniaal verleden: ‘Je kunt ineens het gevoel hebben dat je contact maakt met iemand van vroeger’
De aandacht voor het koloniale verleden mag dan toenemen, veel aspecten ervan zijn nog steeds onderbelicht. De Volkskrant maakte daarom, onder andere, in samenwerking met Leidse onderzoekers Anne-Marieke van der Wal-Rémy en Alicia Schrikker een ‘canon van het Nederlandse onderbelichte verleden’, die inmiddels is gebundeld tot een boek. Van der Wal-Rémy vertelt meer over het project.
‘In onderzoek naar het koloniale verleden wordt vaak vooral gekeken naar bestuurscentra als Batavia of Amsterdam, de plekken waar de echte besluiten werden genomen en het grote geld werd verdiend’, vertelt Van der Wal-Rémy. ‘Maar ook aan plekken als Sri Lanka of Zuid-Afrika kun je goed zien wat kolonialisme teweegbracht. De ecologische kolonisatie is aan de Kaap bijvoorbeeld overduidelijk.’
Historische sensatie
Ze reageerde dan ook enthousiast op het initiatief van de Volkskrant-journalisten Tjerk Gualthérie van Weezel en Wieteke van Zeil om een canon van de onderbelichte koloniale geschiedenis te maken. Samen met hen, tien andere wetenschappers en vertegenwoordigers van het Rijksmuseum en Wereldmuseum werden vijftig vensters opgesteld, die allemaal zijn opgehangen aan een voorwerp uit de collectie van het Rijksmuseum of Wereldmuseum.
‘De historicus Johan Huizinga heeft het in zijn werk over de historische sensatie, waardoor je het gevoel hebt dat je ineens direct contact maakt met het verleden’, zegt Van der Wal-Rémy. ‘Door met voorwerpen te werken, roept de canon dat gevoel soms ook op. Een van de objecten die mijn Leidse collega Alicia Schrikker bijvoorbeeld aandroeg, was een palmblad briefje met Singalees schrift uit 1785, waarop staat uitgelegd waarom een Sri Lankaanse vrouw niet bij een rechtszaak kan verschijnen. Je kunt dan ineens het gevoel hebben dat je contact maakt met iemand die anders onzichtbaar was gebleven.’
Een van de andere vensters waar Alicia Schrikker aan werkte was die van de vlinder uit Boven-Digoel, een strafkamp in Papua waar het Nederlandse bestuur in de jaren 1920 en ’30 politieke gevangene naar toe stuurde. De vlinders zijn, onder dwang, gevangen door deze verzetsstrijders. Ze vertellen zo op verrassende wijze het verhaal van verzet en onderdrukking en laten zien dat ook natuurhistorische collecties politieke betekenis kunnen hebben.
Onbekende genocide
Ook andere, abstractere thema’s krijgen door de keuze voor voorwerpen een concrete invulling. Zo staat de dodo voor de afnemende biodiversiteit waar veel gebieden in de koloniale tijd mee te kampen hebben gehad. ‘In de canon hebben we het opgehangen aan Mauritius, maar uit mijn eigen onderzoek weet ik dat in Zuid-Afrika de wildpopulatie al begon af te nemen in de eerste tien, vijftien jaar nadat de VOC daar een fort bouwde’, vertelt Van der Wal-Rémy. ‘Dat beseften de machthebbers destijds ook, want er werden al snel plakkaten uitgevaardigd dat je alleen met een jachtvergunning nog mocht schieten op bepaald wild. De koloniale autoriteiten hoopten dat hierdoor de conflicten met de Khoisan uit de weg te gaan. De traditionele manier van leven van deze lokale bevolking stond zwaar onder druk door de komst van kolonisten en de daarop volgende afname van biodiversiteit, wat de kans op conflicten vergrootte. Die wilden de autoriteiten graag voorkomen.’
Erg effectief was die aanpak niet, zo blijkt uit een ander venster. De elite kreeg alsnog zoveel jachtvergunningen dat diersoorten als de Kaapse leeuw uitstierven en de Kaapse (Knysna) olifant en andere soorten ver naar het noorden en oosten werden verdreven. Beroofd van hun voornaamste voedselbron, voelden de Khoisan zich vervolgens gedwongen om op het vee van de kolonisatoren te jagen. ‘Toen zijn er “jachtvergunningen” verleend om op de Khoisan zelf te schieten’, vertelt Van der Wal-Rémy. ‘Dat is zo massaal gebeurd dat je er de term genocide voor zou kunnen gebruiken, maar heel weinig mensen kennen deze gebeurtenis. Ik ben heel blij dat het nu is gelukt om deze op te nemen in de canon, ook omdat je zo veel mensen bereikt.’
Meer onderzoek
De canon werd vanaf juli 2022 per venster geplaatst in de Volkskrant en is nu gebundeld tot een boek. Hoe ziet Van der Wal-Rémy het vervolg van dit project? ‘Ik hoop dat het mensen aanmoedigt om meer onderzoek te doen naar deze onderwerpen. Aan de Kaap is bijvoorbeeld een prachtig archief waar je heel goed terechtkunt. Achteraf gezien was het ook mooi geweest als er wat meer aandacht voor de andere Caribische eilanden was geweest dan alleen Curaçao en Sint-Maarten, dus daar is ook nog wat te winnen. En ik zou het heel mooi vinden als er van dit project een kinderversie wordt gemaakt, zoals ook bij de andere canon is gebeurd.’
Anne Marieke Van der Wal-Rémy en Alicia Schrikker maakten deel uit van de redactieraad van de canon. Daarnaast droeg universitair docent Fenneke Sysling bij met haar artikel over rassenleer en wetenschap, dat samen met de andere artikelen beschikbaar is op de website van de Volkskrant. Daarnaast is Ons koloniale verleden in 50 voorwerpen verkrijgbaar in boekvorm.