Van fossiel tot dierenhuid: laat je als museum het origineel door de handen van je bezoekers gaan, of een replica?
Educatiemedewerkers in Europese wetenschapsmusea denken soms nogal verschillend over wat eigenlijk een ‘authentiek’ object is. Ze denken goed na over hoe ze die objecten presenteren om bezoekers iets te leren of nieuwsgierig te maken. Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling Science Communication & Society. ‘Onderzoek naar objectgebruik was misschien wel te veel gericht op authenticiteit.’
Vroeger was het ondenkbaar: van alles aanraken in een museum. Tegenwoordig is het dé manier om bij bezoekers interesse, begrip en nieuwsgierigheid op te wekken. Soms kan dat niet met het echte object en gebruiken musea replica’s. De meest gehoorde opmerking van bezoekers is vaak: ‘Is het echt?’ Uit eerder onderzoek is bekend dat bezoekers het meest verwonderd raken door echte objecten, maar ook snappen dat soms replica’s nodig zijn. Anne Land-Zandstra wilde, samen met inmiddels afgestudeerde studenten Sanne Romp en Tirsa de Kluis, graag weten hoe educatiemedewerkers bij musea zelf denken over het gebruik van originele objecten of replica’s bij hun educatie-activiteiten.
Bezoekers verbazen of iets leren
Romp en De Kluis, die de masterspecialisatie Science Communication & Society deden, hielden interviews en legden vragenlijsten voor aan educatiemedewerkers van enkele tientallen wetenschapsmusea in Nederland en de rest van Europa, zoals natuurhistorische musea of musea met wetenschappelijke instrumenten. Ze ontdekten dat de educatiemedewerkers het gebruik van authentieke objecten heel belangrijk vinden om bezoekers bijvoorbeeld te verbazen of iets te leren, maar ook dat ze niet per se voor authentieke objecten kiezen. Ze kijken vooral naar wat past bij de doelen die ze hebben bij een bepaalde activiteit. Soms kunnen ze daardoor beter voor een replica kiezen, als bezoekers die bijvoorbeeld wel mogen aanraken en het authentieke object niet.
Authentiek: natuurlijk, oud, of…?
Ook kwamen de onderzoekers erachter dat de definitie van ‘authentiek’ erg lastig blijkt. Zo vinden sommige museum-educatoren dat een authentiek voorwerp uitsluitend van natuurlijke oorsprong kan zijn en niet door mensen gemaakt. Anderen vinden een lange historie essentieel, of dat het voorwerp uniek is. Ten slotte vonden sommigen dat ook een replica soms authentiek kan zijn, omdat het bijvoorbeeld een exacte kopie is van het origineel.
Onderzoek te veel gericht op authenticiteit
Dat maakt de discussie over kiezen voor authentiek of niet nogal lastig. Maar is dat eigenlijk wel een probleem? De onderzoekers denken van niet, schrijven ze: ‘Deze uitkomst impliceert dat onderzoek naar objectgebruik misschien wel te veel was gericht op authenticiteit. We kunnen ons beter meer richten op de manier waarop musea objecten presenteren.’ Wetenschap begrijpen, interesse in wetenschap opwekken of nieuwsgierigheid in het algemeen: daar gaat het om in wetenschapsmusea. ‘In het onderzoek naar wetenschapsmusea zien we replica’s vaak als minder waardevol dan authentieke objecten’, stellen de auteurs vast. ‘Maar we moeten vooral ook aandacht hebben voor de variatie in objecttypen, de verhalen erbij en wat je het publiek wilt meegeven.’
Het onderzoek is 2 november gepubliceerd in Public Understanding of Science: Science museum educators’ views on object-based learning: The perceived importance of authenticity and touch
Tekst: Rianne Lindhout
Foto’s: Naturalis Biodiversity Center