'Met promovendi werken geeft mij energie'
Erik Danen is per 1 januari de nieuwe Dean van de Graduate School. Hij is hoogleraar bij het Leiden Academic Centre for Drug Research en doet onderzoek naar medicijnen tegen kanker. Danen heeft er enorm veel zin in: ‘Promovendi vormen een bijzondere groep: daar zet ik me graag voor in.’
Waarom heb je ‘ja’ gezegd?
‘Ik ben de afgelopen vier jaar opleidingsdirecteur geweest voor Biofarmaceutische Wetenschappen. Dat vond ik hartstikke mooi om te doen. Ik vind het leuk om naast mijn onderzoek ook een bestuurlijke functie te vervullen. Zo leer je de universiteit en onze faculteit op een heel andere manier kennen. En het kwam precies goed uit, ik was net gestopt als opleidingsdirecteur.
Dit onderwerp vind ik ongelooflijk belangrijk. Promovendi vormen een bijzondere groep; samen met postdocs doen ze bijna al het onderzoek binnen onze faculteit. Het is een diverse groep jonge mensen uit Nederland of juist uit heel andere delen van de wereld die zich in onze verschillende instituten als onderzoeker gaan ontwikkelen. Ik vind het erg mooi om me voor hen in te zetten.’
Waarom is de Graduate School belangrijk?
‘Promovendi en begeleiders kunnen bij de Graduate School terecht met al hun vragen. Verder zorgt de Graduate School ervoor dat alles rond het promotietraject zorgvuldig geregeld is. Het is belangrijk dat dit binnen alle instituten op dezelfde manier gebeurt.
We willen dat iedereen een fijne en veilige werkomgeving heeft.
We doen dit samen als team. De Graduate School valt onder Academische Zaken en er zitten hele goede mensen. Met dit team kunnen we zeker stappen zetten!’
Wat zijn je plannen?
‘Het eerste jaar wil ik vooral door op weg van de vorige decaan. Eric Eliel heeft de Graduate School in prima staat achtergelaten.
Verder zijn we nu volop bezig met het project rond het invullen van de twee keer 140 uur die nieuwe promovendi moeten gaan besteden aan ‘academic and transferable skills’. Dat gaat dan over hoe je een goed wetenschappelijk stuk schrijft, of een professionele presentatie geeft. En een stukje voorbereiding op de arbeidsmarkt. Heel belangrijk natuurlijk, want lang niet alle promovendi gaan de wetenschap in. Het is mooi als we ze goed kunnen voorbereiden.
Het ontwikkelen van extra vaardigheden is een nieuw onderdeel voor alle promovendi van onze universiteit. Er is vanuit de universiteit veel beschikbaar, cursussen vanuit HR bijvoorbeeld. Sommige onderdelen zijn verplicht, zoals een module over academische integriteit. Wij gaan het nu verder voor onze faculteit inrichten, voor elke faculteit zijn er natuurlijk weer andere accenten. En we gaan zorgen dat het onderdeel wordt van het jaargesprek. Waar heeft de promovendus behoefte aan, waar kan hij of zij nog in groeien?’
Hoe hoop je dat de Graduate School er over vier jaar bijstaat?
‘Ik hoop in ieder geval op hetzelfde niveau als nu en daarbij onderzoek ik graag hoe we met de promovendi en promotoren nog beter samen kunnen werken. De komende maanden ga ik praten met de promovendi en met alle wetenschappelijk directeuren. Wat is hun mening: wat gaat goed, wat kan beter?
En ik wil een platform starten waarin een of twee promovendi uit elk instituut deelnemen. Het doel is om te horen wat er leeft bij promovendi. Bijvoorbeeld tijdens een halfjaarlijkse lunchbijeenkomst. Zijn de zaken nu voor hen goed geregeld? Hoe gaat het in hun instituut? Weten ze waar ze terechtkunnen? Het is belangrijk dat we elkaar regelmatig spreken. We willen dat iedereen een fijne en veilige werkomgeving heeft. En om te horen of dat zo is, moeten we contact hebben.’
Hoe is de combinatie met je werk als hoogleraar?
‘Ik doe drie dagen onderzoek en heb twee dagen voor mijn werk als Dean van de Graduate School. Dat is prima en zo was ik het ook gewend als opleidingsdirecteur. Ik denk zelfs dat ik deze rol beter kan combineren, er zit minder tijdsdruk op. Het is denk ik beter te plannen. Maar goed, ik begin nu, ik moet het nog ervaren.’
Zijn er nog dingen die ik niet heb gevraagd?
‘Had ik al gezegd dat ik promovendi een superinteressante groep vind? Het is het heel leuk om met ze te werken. Daar krijg ik energie van.’