Rubriek: bouwen aan de rechtsstaat | Politiek of rechter: Hoe ver mag de rechter gaan?
Deze rubriek bespreekt de actuele discussies die er spelen rond de rechtsstaat.
Unieke uitspraken
In de afgelopen jaren heeft de Nederlandse rechter twee unieke uitspraken gedaan die grote gevolgen hebben voor het Nederlandse klimaatbeleid. In de Urgenda Klimaatzaak oordeelde de Hoge Raad dat de Staat er vóór het einde van 2020 voor moet zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen met 25 procent wordt gereduceerd ten opzichte van 1990. De tweede zaak werd door Milieudefensie aangespannen tegen Shell. De rechtbank oordeelde dat Shell de uitstoot van CO2 met 45 procent diende te verminderen ten opzichte van 2019.
Rechtersactivisme of urgentie?
Voor de één onderstrepen deze uitspraken de urgentie van de klimaatcrisis en de slakkengang waarmee grote partijen als de overheid en Shell maatregelen treffen. Voor de ander is het een ongepaste inmenging van de rechter in politieke zaken en dient men op te passen voor al te veel ‘rechtersactivisme’. Om deze verschillende reacties beter te begrijpen, is het goed te ontleden hoe deze uitspraken zich verhouden tot de wet.
Rol van de rechter
Daarvoor is het nodig de rol van de rechter binnen de Trias Politica kritisch te bezien. Sinds de invoering van de Grondwet in 1848 kennen we in Nederland een spreiding der machten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de wetgevende macht (het parlement), de uitvoerende macht (de regering) en de rechtssprekende macht. Iedere ‘tak’ heeft zijn eigen taak binnen ons democratische systeem en samen houden ze elkaar in balans (‘checks and balances’ zouden ze in de Verenigde Staten zeggen). De rechtsprekende macht bestaat uit de rechtbanken, gerechtshoven, Hoge Raad en het Openbaar Ministerie. Het is hun taak om onafhankelijk geschillen te beslechten op basis van geldende wetten, verdragen, gewoonten en eerdere rechtspraak. De rechter staat los van de politiek en bemoeit zich nadrukkelijk niet met de vormgeving van wetten. Dit is de taak van het parlement, de gekozen volksvertegenwoordiging. De (ongekozen) rechter past slechts toe.
Hoogste verdragen
En precies op dit punt schuurt het wat betreft de recente klimaatzaken, vooral bij de Urgenda-uitspraak. Critici van de uitspraak stellen dat besluitvorming rondom de reductie van broeikasgassen en klimaatdoelen in het algemeen een taak voor de politiek is, de wetgevende macht. De rechter zou te veel op de stoel van de wetgever zijn gaan zitten door te eisen dat de CO2-uitstoot versneld wordt gereduceerd. De Hoge Raad stelt echter dat dit niet het geval is, maar dat zij slechts de bepalingen uit de hoogste verdragen, in dit geval het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), toepast. Deze internationale verdragen gaan voor op nationale wetgeving, en het is de taak van de rechter te toetsen of de nationale wetgeving in overeenstemming is met deze verdragen.
In strijd met mensenrechten
Cruciaal in de redenering van de rechter is dat hij de mensenrechtelijke aspecten van het klimaatbeleid aanhaalt. Hij stelt dat wij door de veelvuldige uitstoot van CO2 worden aangetast in één van onze meest fundamentele mensenrechten: het recht op leven en welzijn, verankerd in artikel 2 van het EVRM. Het feit dat de Staat en ook bedrijven als Shell te langzaam hun beleid veranderen, zorgt ervoor dat zij handelen in strijd met fundamentele mensenrechten, en dus onrechtmatig handelen. Het gevolg is een existentiële bedreiging voor de gezondheid van de mensheid, óók in Nederland.
Toetsen aan verdragen is toegestaan
De rechter heeft dus de middelen gebruikt die hem vanuit ons rechtssysteem zijn geboden. Het is hem toegestaan te toetsen aan verdragen zoals het EVRM. In deze zaken heeft de rechter de staat en ook Shell op de vingers getikt, omdat zij zich onvoldoende houden aan de mensenrechtenverdragen waar Nederland partij bij is. Het is hiermee geen misplaatste inmenging in politieke zaken, maar toont juist hoe ons systeem van ‘checks and balances’ werkt. Desalniettemin is het ontegenzeglijk dat de rechter met deze uitspraak een nieuwe weg bewandelt. Dat dit in de politiek voor discussies zorgt, is dan ook niet vreemd.
Het kabinet aan zet
Het ligt niet voor de hand dat de politiek hier aanleiding in ziet het gebouw van de Rechtsstaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de rechter geen uitspraken in dergelijke kwesties kan doen. Hiervoor zou men het EVRM op moeten zeggen, en dat is de meeste politieke partijen een brug te ver. Toch is het afwachten wat een volgend kabinet met dit vraagstuk gaat doen.
Meer informatie over de Academie voor de Rechtsstaat
De Academie voor de Rechtsstaat is een nieuwe leergang van het Centre for Professional Learning.
Meer weten over de Academie voor de Rechtsstaat?