‘Het doel is dat we niet meer over open science hoeven te praten omdat álle science open is geworden’
Al dertig jaar lang houdt Paul Wouters zich bezig met open science, van zijn eerste kennismaking met een preprintserver in 1992, tot zijn recente rollen als decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) en ambassadeur open science voor Academia in Motion. Nu gaat Wouters met emeritaat. Hij vertrekt met veel hoop voor de toekomst van open science aan de Universiteit Leiden.
Wat was jouw eerste ervaring met open science?
‘Dat was begin jaren negentig, lang voor het ontstaan van ons huidige internet. Er was wel een ander soort netwerk tussen Amerikaanse universiteiten. Deze preprint server werd opgericht in de hoge energie fysica en was bedoeld om sneller gegevens met elkaar te kunnen uitwisselen en niet te hoeven wachten totdat iets eindelijk een keer in een tijdschrift verscheen. Daar raakte ik ontzettend door gefascineerd. Sindsdien ben ik eigenlijk op allerlei manieren met open science bezig.’
Wat maakte open science destijds zo aantrekkelijk voor jou?
‘Het toegankelijker maken van wetenschappelijke kennis voor de mensen die niet in het kleine kringetje zitten. Vaak zijn wetenschappelijke gemeenschappen best dunne netwerken van mensen met een heel gespecialiseerde opleiding. Het idee van veel sneller met elkaar uitwisselen en debat stimuleren fascineerde me. Ook de elektronische kant sprak me aan: Het feit dat je geen gedrukte tijdschriften uitwisselt, maar heel snel zaken in je computer in databases kan zetten.’
En wat was je eerste officiële rol met open science hier in Leiden?
‘Toen ik vijf jaar geleden bij het CWTS werkte, adviseerde Kurt De Belder, directeur van de Leidse Universiteitsbibliotheek, het College van Bestuur over alles rond open access - hij doet dat trouwens nog steeds. Op een bepaald moment werd duidelijk dat dat breder moest. Toen heeft Kurt het initiatief genomen om mij bij het CvB aan te dragen als boegbeeld of ambassadeur open science. Ik zei meteen ja.’
Dat is best kort geleden, aangezien er al preprint servers waren in de jaren negentig.
‘Klopt. Open science is een kwestie van nieuwe vormen ontwikkelen. Het duurt lang, ook omdat het een cultuurverandering is. Wetenschap wil natuurlijk niet zomaar een verhaal vertellen maar een verhaal gebaseerd op grondig onderzoek. De methodologie waar je helemaal in bent getraind, geef je niet zomaar op. Je kunt de oude schoenen pas weggooien als je de nieuwe hebt. Zo zie ik het althans. Een systeem veranderen is best heftig. Ik denk dat we daar ook de tijd voor moeten nemen. Wat dat betreft denk ik dat 25 jaar helemaal niet lang is.‘
Wat heb je zien veranderen in de afgelopen vijf jaar?
‘Heel veel! We hebben veel beter in kaart wat er al gebeurt op het gebied van open science. Aanvankelijk gaven we prioriteit aan open access en open data. Toen bleek dat er veel meer gebeurde en nu hebben we bijvoorbeeld een prachtig Citizen Science Lab en Open Science Community. De grote winst van de afgelopen jaren is niet alleen dat we een heel goed geformuleerd open science programma hebben ontwikkeld maar ook dat mensen van alle faculteiten daar aan gewerkt hebben. Die diversiteit is een heel belangrijk kenmerk en winstpunt.
Wat ik tot slot heb zien veranderen is het bewustzijn bij het College van Bestuur van wat er allemaal al gebeurt in de gemeenschap: het verbinden van de bestuurlijke wens om een open science beleid te ontwikkelen met de inspiratie die intrinsiek aanwezig is in onze gemeenschap. Al met al een fantastische basis om verder te ontwikkelen.‘
Wat is jouw hoop voor de toekomst van open science in Leiden?
‘Het doel is natuurlijk dat we niet meer over open science hoeven te praten omdat álle wetenschap open is geworden — wat niet betekent dat alle data op straat liggen. Om data te beschermen, zullen er ook publicaties moeten zijn die je niet meteen publiek maakt. Als universitaire gemeenschap willen we uitdragen en voorleven dat de manier waarop wij wetenschap ontwikkelen iets is waar heel Nederland én de hele internationale gemeenschap deel van uit kan maken en trots op kan zijn.
Dat is dus mijn hoop, dat wij als Leidse universiteit een pareltje kunnen zijn dat mensen zien als voorbeeld en waar mensen inspiratie aan ontlenen. Dat was en is voor mij de reden om open science te stimuleren.’
Tekst: Friedel Grant
Bannerfoto: Monique Shaw