Internationaal nieuwsplatform zoekt Leidse wetenschappers met een goed verhaal
Wil jij jouw wetenschappelijk onderzoek delen met een breed internationaal publiek? Op not-for-profit nieuwsplatform The Conversation slaan wetenschappers en journalisten de handen ineen bij het schrijven van populair-wetenschappelijke artikelen. Sinds kort is ook de Universiteit Leiden aangesloten. Twee collega’s delen hun ervaring. ‘Mijn artikel is zestigduizend keer gelezen.’
Hij wil geen verkooppraatje houden, benadrukt universitair hoofddocent Paul Behrens aan het begin van het gesprek. ‘Ik ben gewoon heel enthousiast, omdat ik oprecht denk dat onze wetenschappers hier veel aan kunnen hebben. De redacteuren zijn ontzettend behulpzaam, je leert veel en het platform zelf is gewoon heel gebruiksvriendelijk – wat extra prettig is omdat we als wetenschappers gewend zijn aan de meest vreselijke online aanvraagsystemen voor artikelen en subsidieaanvragen.’
Behrens is dus fan van het internationale nieuwsplatform The Conversation, dat als doel heeft om wetenschappelijke kennis te delen met een breed publiek en wordt gefinancierd door ruim negentig Britse, Australische en Europese universiteiten, waaronder sinds 1 januari ook de Universiteit Leiden. Het idee in een notendop: als wetenschapper werk je samen met journalisten om jouw onderzoek te vertalen naar leesbare, ‘korte’ nieuwsartikelen van maximaal achthonderd woorden. Soms produceert The Conversation ook longreads of podcasts. Uit hoeveel pagina’s je wetenschappelijk cv bestaat, maakt overigens niets uit: ook promovendi kunnen aan een artikel meeschrijven. En voor wie meer wil leren, organiseert The Conversation schrijf- en mediatrainingen.
Wat levert publiceren op?
Het open access platform wordt wereldwijd goed gelezen en kan dus een springplank zijn naar de internationale pers. ‘Het aantal lezers is astronomisch hoger dan bij de meeste academische portals’, zegt universitair docent Graig Klein. ‘Dus ik denk dat de aantrekkingskracht ook zit in hoe snel deze artikelen mensen kunnen bereiken. Eén van mijn publicaties is al meer dan zestigduizend keer gelezen, de ander ruim dertigduizend. Het is leuk om zoveel interesse te zien voor het onderzoek waar je elke dag aan werkt. Via het platform kun je gemakkelijk bijhouden hoeveel views je artikel krijgt, of het wordt gedeeld op X of Facebook en of het wordt opgepikt door andere media. Eén van mijn artikelen verscheen uiteindelijk zelfs in de krant van mijn thuisstad.’
Er zijn verschillende manieren waarop de redactie van The Conversation wetenschappers ‘vindt’ om een artikel mee te schrijven. 1) Redacteuren kunnen zelf wetenschappers benaderen: nu de universiteit is aangesloten, zoekt The Conversation actief onder Leidse wetenschappers naar experts. 2) De communicatieafdelingen binnen de universiteit kunnen direct onderwerpen en/of onderzoekers pitchen bij de redactie. 3) Je kunt als wetenschapper zelf een pitch insturen naar The Conversation.
Wil je samenwerken met het platform? Schakel vanaf het begin dan ook een communicatiecollega bij je instituut of faculteit in.
Behrens heeft zelfs een heel lijstje met pluspunten. ‘Het is doorgaans lastig om met je onderzoek in de krant te komen, dus dit is een hele goede manier om opgepikt te worden door andere media. Ik denk ook zeker dat het je schrijfvaardigheid verbetert, omdat je aan hele andere teksten werkt dan de gebruikelijke artikelen voor wetenschappelijke tijdschriften. Zelf heb ik in elk geval veel geleerd van de feedback die ik kreeg. Zodra de artikelen online staan, krijgen ze ook flink wat reacties, wat weer betekent dat je kunt oefenen met het reageren daarop. En ten slotte is het ontzettend handig met lesgeven, omdat je deze artikelen kunt delen met je studenten.’
Korte deadlines, snel publiceren
Publiceren op The Conversation vereist wel de nodige planning, want het gebeurt aanzienlijk sneller dan bij de meeste wetenschappelijke tijdschriften: tussen pitch en publicatie kunnen slechts twee weken zitten. En daar horen, net als op een echte journalistieke nieuwsredactie, korte deadlines bij.
‘Binnen een week een eerste versie aanleveren klinkt misschien snel, maar vooral als je onderzoek aansluit bij de actualiteit, zal de redactie op korte termijn willen publiceren’, zegt Klein. ‘Maar het is heel goed te doen: de redacteuren reageren snel en begeleiden je door het proces. En zelf vind ik die korte tijdlijn juist leuk, want het laat zien hoe relevant het onderzoek dat je doet eigenlijk is – en hoe belangrijk het kan zijn om bevindingen snel naar buiten te brengen, bijvoorbeeld om bij te dragen aan de publieke opinie, of misschien zelfs aan gesprekken over nieuw beleid.’
Tips voor een pitch
Beide wetenschappers roepen collega’s op om zelf eens een pitch in te sturen. ‘Houd het beknopt’, zegt Klein. ‘En vermijd alle jargon! Zorg ook dat je schrijfstijl al wat meer is gericht op een algemeen publiek. Dat maakt het voor een redacteur aantrekkelijker om met jou in zee te gaan.’
Behrens adviseert om ‘meteen toe te slaan’ met een pakkend begin en duidelijke openingsalinea. ‘Begin altijd met het belangrijkste nieuws. En onthoud ook dat je dit onderzoek met een reden doet: omdat je het belangrijk en spannend vindt. Dus put daar inspiratie uit en schrijf je verhaal zo op alsof je tegen een vriend of familielid praat – schrijf een verhaal dat zij graag zouden lezen.’
Meer weten over The Conversation? Kom online kennismaken!
Wil jij ook over je onderzoek schrijven voor The Conversation? Of gewoon wat meer informatie over hoe het werkt? Op dinsdag 5 maart en donderdag 11 april geeft het platform (Engelstalige) online presentaties over hun activiteiten, werkwijze en kansen voor Leidse wetenschappers. De presentatie duurt een uur, met daarna een kwartier om vragen stellen. Alle wetenschappers en communicatiemedewerkers werkzaam bij de Universiteit Leiden zijn van harte welkom.
Geen tijd op deze twee data? Volg dan een van de online modules van The Conversation. Met je universitaire e-mailadres kun je een gratis account aanmaken.
Tekst: Evelien Flink
Banner: The Climate Reality Project via Unsplash