Alumnus Allard Altena is Officier van Justitie – ‘Het is gewoonweg de leukste baan!’
Alumnus Allard Altena studeerde de masters Encyclopedie van het Recht en Strafrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en is nu Officier van Justitie bij het Openbaar Ministerie. ‘Ik kom elke dag thuis van mijn werk wetende dat ik iets nuttigs heb gedaan.’
Waarom ben je rechten gaan studeren?
‘Ik heb mij heel goed georiënteerd van tevoren. Ik ben bij veel opleidingen gaan kijken. Ook bij filosofie en geschiedenis heb ik gekeken. Maar wat mij uiteindelijk zo trok aan rechten is de combinatie tussen theorie: de wet- en regelgeving, de manier waarop de samenleving is georganiseerd en gestructureerd en de praktijk: het feit dat je met mensen bezig bent. En het gevoel dat je met het recht ook echt nuttige dingen kan doen.’
Wist je tijdens je studie al dat je Officier van Justitie wilde worden?
‘Tijdens mijn studie bedacht ik me opeens dat ik iets wilde doen met het strafrecht. Ik deed verschillende stages: in de advocatuur, bij de Rechtspraak en dus ook bij het Openbaar Ministerie. De reden dat het strafrecht me zo trok is eigenlijk dezelfde reden waarom ik rechten ging studeren: de combinatie tussen theorie en praktijk. Aan de ene kant heb je het zittingswerk – heel juridisch – en aan de andere kant ben je als Officier van Justitie bijvoorbeeld ook de leider van opsporingsonderzoeken – en dat is weer heel praktisch.’
Vind je dat ook het leukste aan je baan?
‘Nou, ik heb gewoonweg de leukste baan! Mijn werk is zo divers. Ik werk nauw samen met de politie voor opsporingsonderzoeken en ik kom ook op veel verschillende plekken. Ik heb de advocatuur nog overwogen; ook een ontzettend mooi vak. Maar ik zou niet maar één belang willen vertegenwoordigen. Als Officier van Justitie weeg ik alle belangen af: die van de dader, het slachtoffer en de maatschappij. Je zit op het snijvlak van alles. Maar wat ik denk ik het mooiste vind is dat ik iedere dag naar huis ga met het gevoel dat ik iets nuttigs heb gedaan.’
Kun je een voorbeeld geven waarop jij trots bent?
‘Als je in zware zaken tot een oplossing komt. Bijvoorbeeld: als er iemand is overleden door een misdrijf en ik samen met de politie goed werk heb verricht tijdens het opsporingsonderzoek. Het moment waarop je weet dat je de juiste persoon te pakken hebt. Het geeft voldoening als je aan het eind van een zaak tegen de nabestaanden kan zeggen: we kunnen jullie met zekerheid vertellen dat dit de dader is. Dat geeft rust. Volledige voldoening zal er niet zijn, want er is wel iemand overleden, maar hopelijk geven de feiten, het proces en de uitspraak wel een beetje rust en houvast voor de nabestaanden.
Voel je ook wel eens de zwaarte van de uitspraken die je moet doen?
‘Zeker, ik moet belangrijke beslissingen nemen die van invloed zijn op andermans leven. Dat moet je liggen. Je moet het los kunnen laten als je naar huis gaat. Ik kan dat gelukkig goed. Maar het zijn wel serieuze beslissingen die ik neem. Gelukkig hoef ik ze niet alleen te maken en zijn er genoeg collega’s met wie ik kan sparren.’
Wat doe je om te ontspannen van je werk?
‘Ik ga heel graag hardlopen. Ik heb al meerdere marathons gerend. Wat ik er zo mooi aan vind is dat ik nergens aan gebonden ben. Wanneer ik er zin in heb trek ik mijn hardloopschoenen aan en ga ik een rondje rennen.’
En heb je nog een guilty pleasure?
‘Ik speel heel graag bordspelletjes. Ik denk dat mensen dat niet zo snel achter mij zoeken.’