Docententips: zo verbeter je je werkbalans in het onderwijs
Werkbalans is al jaren een hot topic aan de faculteit. Een handige aanpak van colleges kan hierbij helpen. Drie docenten delen hun tips.
Bert van den Berg, universitair docent
‘Ik geef een vak waarin verschillende tracks uit de research master samenkomen. Voorheen was het daar de gewoonte om de afsluitende presentaties in de tentamenweek te plannen, in twee heel volle dagen. Na afloop waren die studenten helemaal gaar en de docenten eigenlijk ook. Tegelijkertijd schoot de aanpak zijn doel voorbij: de cursus was juist opgezet om studenten uit verschillende tracks te laten samenwerken, maar het individuele karakter van de presentaties belemmerde dat.
Toen ik de cursus overnam, heb ik daarom besloten de studenten groepspresentaties te laten geven. Studenten leren nu haast onbewust beter samenwerken, terwijl de presentaties kunnen worden ingepast in de reguliere collegeweken. We hebben wel besloten om iedereen een individueel cijfer te geven. Dat neemt huiver bij de studenten weg en omdat iedereen zijn eigen specialisatie heeft, valt goed te bepalen wie welk aandeel heeft gehad. Uiteindelijk heeft dit ervoor gezorgd dat de belasting van de cursus veel behapbaarder is geworden, voor studenten, maar ook voor docenten. Ik denk dat dit voor meer bestaande cursussen zou kunnen gelden. Om me heen zie ik dat veel docenten toch dat extra begeleidingsuurtje aanbieden, maar daarmee leg je ook een grote druk op jonge collega’s om ook steeds meer extra uren aan te bieden. Het zou mooi zijn als we dat kunnen vermijden.’
Tingting Hui, universitair docent
'Toen ik een cursus over interculturaliteit overnam, begreep ik van het ICLON dat het mogelijk was om tentamens digitaal af te nemen, als een digitaal assessment. Ik wilde dat graag uitproberen, omdat het papier bespaart. Bovendien kun je het tentamen makkelijk analyseren: welke vraag vonden de studenten moeilijk, welke makkelijk? Ook de mogelijkheid om anoniem te beoordelen vind ik een hele verbetering, omdat je zo mogelijk vooroordelen tegengaat.
Qua organisatie bleek het ook heel goed te werken, omdat je overal toegang hebt tot je examen, dus je kunt overal beoordelen. Hoewel online nakijken je werklast niet echt vermindert, bespaart het je wel tijd, omdat je niet alle handschriften van de leerlingen hoeft te ontcijferen. Volgend jaar introduceren we deze manier van toetsen in andere cursussen, ook omdat de studenten positief hebben gereageerd op deze manier van toetsen.’
Jan Sleutels, universitair hoofddocent Filosofie
‘In de dertig jaar dat ik lesgeef heb ik het onderwijs steeds servicegerichter zien worden. Studenten zijn steeds meer gaan verwachten. Bovendien werden allerlei systemen, protocollen en procedures ingevoerd om te kunnen garanderen dat we studenten optimaal bedienen. Die combinatie heeft geleid tot een toenemende verpampering van het onderwijs. Vroeger gaven we college, discussieerden met studenten en zetten ze aan het werk. Nu moeten we alles voorkauwen in powerpoints, instructies, rubrics, antwoordmodellen en dergelijke meer. Dit heeft de eigen verantwoordelijkheid van studenten gaandeweg uitgehold, en de werkdruk voor docenten aanmerkelijk verhoogd.
Als fellow van de Leiden Teachers Academy onderzocht ik manieren om de verpampering tegen te gaan. Alternatieve onderwijsvormen waarbij studenten meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun eigen leerproces: laat ze zelf keuzes maken over onderwerp, aanpak en werkvorm. Studenten vinden die vrijheid vaak eng. Om ze te helpen gebruik ik graag groepsopdrachten waarbij studenten van elkaar leren én leren samenwerken. Wat ook goed werkt: bied alternatieven voor de traditionele eindpaper, bijvoorbeeld in de vorm van een video, een podcast of een conferentieposter. Ruimte voor creativiteit helpt om studenten uit hun comfort zone te lokken.
Binnen het Honours-onderwijs kon ik met deze ideeën experimenteren. Inmiddels pas ik ze ook toe in reguliere colleges en help ik collega's met het gebruik ervan. Een voorbeeld is het college Wetenschapsfilosofie in het Kerncurriculum, een vak met ongeveer duizend studenten per jaar. Hoe zorg je ervoor dat al die studenten op tijd beginnen met het verwerken van de stof? Halverwege het semester geven we nu een 'praktische opdracht' waarbij studenten in groepjes mogen samenwerken. De opdracht is verplicht maar wordt niet becijferd. Studenten bepalen zelf wat ze maken. Blog, stripverhaal, video of poster? Alles mag, zolang het aansluit bij de collegestof en in vijf minuten gelezen, bekeken of beluisterd kan worden. Daarna beoordelen studenten elkaars werk in Pitch2Peer. Dit werkt uitstekend: studenten gaan zelfstandig aan het werk, ze hebben er meestal oprecht plezier in, en de docent heeft er nauwelijks extra werk aan.'
Voor meer informatie over werkbalans kun je terecht bij de werkgroep Werkbalans in Actie.