Een semester in Marokko: ‘Je ziet de geschiedenis waarover je leert’
Het Nederlands Instituut in Marokko staat open voor studenten van alle Nederlandse universiteiten en hogescholen. Twee studenten vertellen waarom ze een semester in Rabat studeren. ‘Je ziet de geschiedenis terug waarover we hebben geleerd. Zo’n ervaring kan je niet namaken in Nederland.’
Nassreddin, bachelor Midden-Oostenstudies Universiteit Leiden
‘Tijdens onze studie hebben we de keuze om naar Caïro of Rabat te gaan. Ik koos voor Rabat in Marokko, omdat ik zelf een Marokkaanse achtergrond heb. Ik wil hier Marokkaans-Arabisch leren spreken. Ik spreek zelf Berbers, maar dat is een hele andere taal.
Ik ga elk jaar wel een keer naar het noorden van het land, maar daar is het heel anders dan hier. Rabat is veel moderner. Ik kwam hier bijvoorbeeld het station uit lopen en was verbaasd toen ik een tram zag. Wat mij ook opvalt, is dat veel mensen een hond hebben. Marokkanen in Nederland en in het noorden van Marokko hebben geen hond als huisdier. Niemand.’
Wat ook anders is, is dat we hier alleen maar Arabisch spreken in de les. In Nederland spreken we vaak Engels. Ook bijzonder van hier studeren, is dat het Nimar (Nederlands Instituut in Marokko, red.) heel veel contacten heeft. Laatst kwam er een politicus langs die heel kritisch op het regime is en vandaag komt de adviseur van de koning, André Azoulay, met ons spreken. Vorige week zijn we langs de kleine Joodse gemeenschap gegaan in Casablanca. In de eerste drie weken dat ik hier ben, heb ik al veel dingen gezien waar ik nooit aan had gedacht.’
Hasan, bachelor Midden-Oostenstudies Universiteit Leiden
‘Ik koos voor een semester in Rabat omdat ik best wel veel Marokkaanse vrienden heb waardoor mijn interesse voor het land is gewekt. Ook vind ik het Marokkaanse dialect mooier dan het Egyptische. Daarnaast heeft Marokko een hele interessante geschiedenis. Dit land heeft in tegenstelling tot veel andere Arabische landen een lange geschiedenis van onafhankelijkheid. En de banden met Andalusië spreken me ook aan: ik ben geïnteresseerd in de Andalusische muziek, poëzie en cultuur.
Het valt mij op dat je hier het traditionele leven nog terugziet, dat is mooi. Ondanks dat er elektriciteit is, zie je op de markt mensen spullen afwegen met stenen of standaardgewichten. Zoals Nassreddin ook al zei, is het hier wat westerser dan in andere delen van Marokko. Dat merken we als we met mensen spreken. Je merkt verschil in karakter en denkgoed. Ik vind het moeilijk om het precies onder woorden te brengen.’
De excursies die we doen, vind ik bijzonder. Wij leren over alle dynastieën die hier zijn geweest en als je rondloopt zie je wat is gebouwd door bijvoorbeeld de Alawieten en de Almoraviden. Het is heel erg mooi om alle geschiedenis terug te zien waarover we hebben geleerd. Zo’n ervaring kan je niet namaken in Nederland.’
Tekst en beeld: Dagmar Aarts