Hoe de Verenigde Staten door dreigementen buitenlandse kernwapenprogramma’s beïnvloedden
Het lot van Saddam Hoessein als toekomst voorschotelen of sancties verhogen tot ongekende niveaus; zomaar wat dreigementen die de Verenigde Staten gebruikten om de kernwapenprogramma’s van Iran, Libië en Zuid-Afrika te beïnvloeden. Promovendus Jean Yves Ndzana Ndzana onderzocht hoe effectief deze diplomatieke dwang was.
‘Als diplomatieke dwang ofwel “coercive diplomacy” wordt ingezet bij onderhandelingen worden er dreigementen gebruikt om de tegenpartij te dwingen bepaalde acties wel of niet te doen’, vertelt Jean Yves Ndzana Ndzana, promovendus bij het Institute of Security and Global Affairs. ‘Het is een veelgebruikt instrument bij buitenlands beleid om doelen te bereiken die niet via de gebruikelijke diplomatieke kanalen of militaire interventies te bereiken zijn. Ik wilde onderzoeken hoe de Verenigde Staten (VS) dit instrument gebruikten om buitenlandse kernwapenprogramma’s te ontmantelen en hoe effectief dit instrument op de lange termijn was.'
Saddam Hoessein’s val als schrikbeeld
Ndzana Ndzana focust in zijn proefschrift op drie landen: Iran (1979-2013), Libië (1969-2003) en Zuid-Afrika (1948-1991). Van deze landen is alleen Libië onder druk van de VS gedeeltelijk gestopt met de ontwikkeling van zijn kernwapenprogramma. De mate van diplomatieke dwang die de VS gebruikten was per land zeer verschillend, onder meer omdat ieder land in een ander stadium van kernwapenontwikkeling zat en de aard van hun diplomatieke betrekkingen met de VS verschilde.
'De VS heeft de angst van Libië om te eindigen als het regime van Saddam Houssein echt uitgebuit.'
‘Neem Libië en Zuid-Afrika bijvoorbeeld. Libië onder leiding van Moammar al-Qadhafi was nog maar net begonnen met het ontwikkelen van een kernwapenprogramma en kon door het geweld dat de VS in buurland Irak aanrichtte in de Irakoorlog (2003-2011) relatief gemakkelijk overtuigd worden hier volledig mee te stoppen. De manier waarop Saddam Houssein’s regime ten val werd gebracht omdat hij onder andere kernwapens zou bezitten was een donkere voorbode voor wat er met het Libische regime kon gebeuren. De VS hebben die angst echt uitgebuit in de onderhandelingen met Libië en hierdoor meer concessies van Libië gekregen dan oorspronkelijk de bedoeling was.’
‘De VS waren daarentegen een stuk minder dreigend richting Zuid-Afrika’, vervolgt Ndzana Ndzana. ‘Dit was deels omdat Zuid-Afrika al kernwapens bezat en hierdoor meer onderhandelingsruimte had, maar ook omdat Zuid-Afrika omringd was door landen die aan de kant van de Sovjet-Unie stonden. De VS wilden Zuid-Afrika niet als bondgenoot verliezen in de Koude Oorlog die toen gaande was en kneep hierdoor vaak een oogje toe. Zo traden de VS niet krachtig op tegen buitenlandse wapenhandelsbedrijven die wapens leverde aan Zuid-Afrika ondanks het feit dat Zuid-Afrika geen wapens mocht kopen.’
'Iran is zijn voorraad gascentrifuge-installaties blijven vergroten.'
Gemiste kansen bij Iran
Het meest agressief waren de VS echter tegen Iran. De VS wilden geen enkele concessie aan Iran doen en verhoogden bestaande sancties tot ongekende niveaus. Het werd Iraanse banken bijvoorbeeld verboden om internationale transacties via het SWIFT-kanaal te maken. De VS verboden Iran ook zichzelf te verrijken met uranium. 'Iets dat wettelijk was toegestaan voor andere staten', vertelt Ndzana Ndzana. ‘Deze sancties hadden echter geen effect, want Iran bleef zijn voorraad gascentrifuge-installaties vergroten (cilindervormige machines die brandstof voor kernwapens produceren, red.).’
‘De VS hebben door deze starre houding belangrijke kansen gemist en diens diplomatieke relatie met Iran negatief beïnvloed', concludeert Ndzana Ndzana. 'Zo voelde Iran zich ook bedreigd door de Irakoorlog en waren zij bereid te onderhandelen. Maar de toenmalige president George W. Bush Junior weigerde te onderhandelen met het Iraanse ayatollah-regime, dat hij schaarde onder de “Axis of Evil”.’
Jean Yves Ndzana Ndzana promoveert op 25 april met zijn proefschrift ‘Understanding coercive nuclear reversal dynamics: A comparative case study of the US coercive diplomacy against the nuclear programs of Iran, Libya and South Africa’. De livestream is te volgen via deze link.
Tekst: Sabine Waasdorp