Hoe democratisch is ons Koninkrijk? Nieuwe leerstoel van ministerie voor Leidse Politicoloog
Als we het hebben over het Koninkrijk der Nederlanden, gaat het niet alleen om Nederland. Integendeel: ons Koninkrijk bestaat uit maar liefst vier landen, waarvan drie Caribische eilanden. Deze structuur is op zijn zachtst gezegd complex. Hoewel alle landen officieel gelijkwaardig zijn, heeft Nederland in de praktijk toch een superieure politieke positie. De onderlinge verhoudingen binnen het Koninkrijk roepen nogal wat vragen op. De Leidse Politicoloog Wouter Veenendaal is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgekozen om een nieuwe leerstoel op het gebied van Koninkrijksrelaties te bekleden. Wat houdt dat precies in? Veenendaal praat ons bij.
‘Europees Nederland’ en de zes Caribische eilanden
De leerstoel Koninkrijksrelaties is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het leven geroepen om de politieke betrekkingen tussen Nederland en de zes Caribische eilanden in het Koninkrijk te onderzoeken. De focus ligt daarbij op de structuur van het Koninkrijk, wat bestaat uit Europees Nederland en de drie autonome Caribische landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Daarnaast zijn de drie kleinere eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba sinds 2010 zogenoemde ‘openbare lichamen’, of bijzondere gemeenten van Europees Nederland.
Via een landelijke sollicitatieprocedure is Veenendaal, Universitair Hoofddocent Politicologie aan de Universiteit Leiden, uitgekozen om deze nieuwe functie te bekleden. Voor één dag per week, voor een periode van in beginsel vijf jaar. Naast deze leerstoel met een focus op politicologie en bestuurskunde, is er ook een tweede leerstoel met een focus op antropologie en sociologie, waarvoor Dr. Francio Guadeloupe van de UvA en het KITLV is aangesteld. Beide leerstoelhouders gaan onderzoek doen naar de verhoudingen binnen het Koninkrijk, en zullen hierin samenwerken met partners bij de drie Caribische universiteiten.
Het is een opdracht die Veenendaal erg goed past. ‘Ik heb veel onderzoek gedaan naar de effecten van kleinschaligheid op politiek en democratie, ook op de Caribische eilanden,’ geeft hij aan. Tussen 2014 en 2017 was hij Postdoc bij het KITLV (Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde). ‘Daar heb ik drie jaar onderzoek gedaan naar politiek en bestuur op de eilanden, maar ook op andere kleine eilanden in verschillende delen van de wereld.’ Voor de uitvoering van de leerstoel zal Veenendaal weer bij het KITLV gedetacheerd worden.
Democratische tekorten
Wat houdt het Koninkrijk precies in? ‘De basis voor het Koninkrijk is het Statuut van 1954, een regeling waarmee de koloniale periode ten einde kwam. Het heet een Koninkrijk, omdat alle vier de landen allemaal hetzelfde staatshoofd delen,’ legt Veenendaal uit. Hij zal onderzoek gaan doen naar de democratische inrichting van ons Koninkrijk: ‘Het ministerie wil graag dat de wetenschappelijke kennis over het Koninkrijk en de zes Caribische eilanden goed geborgd blijft.’
Veenendaal: ‘Mijn opdracht gaat over democratische vertegenwoordiging, op twee niveaus. De eerste is: democratie en vertegenwoordiging op de eilanden, dus hoe kiezers van de eilanden vertegenwoordigd worden door hun eigen politici.’ Veenendaal ziet namelijk dat de kleinschaligheid van de eilanden zowel positieve als negatieve effecten heeft. ‘Positief is bijvoorbeeld dat burgers heel dicht bij politici staan. Dat ze politici elke dag op straat kunnen tegenkomen, en vragen kunnen stellen of een wens kunnen uitspreken. Maar nadelen zijn er ook. Denk aan vriendjespolitiek en andere inbreuken op de integriteit.’ Die liggen in kleine democratieën overal ter wereld op de loer. Dit kan vervolgens tot zwak bestuur leiden, wat ook problemen met vertegenwoordiging kan opleveren.
Het tweede niveau van het onderzoek gaat over hoe de eilanden vertegenwoordigd worden in het structuur van het Koninkrijk. ‘Het Koninkrijk heeft een hele rare structuur,’ legt Veenendaal uit, ‘er zijn vier landen, maar de regering van het Koninkrijk is eigenlijk hetzelfde als die van Nederland, aangevuld met drie gevolmachtigde ministers uit elk van de drie Caribische landen. Maar die ministers hebben veel minder invloed en mogen bijvoorbeeld niet zelf wetsvoorstellen indienen.’
Daardoor worden veel keuzes vanuit het Koninkrijk op de eilanden vaak geïnterpreteerd als Nederlandse ingrepen. ‘Dat is niet heel gek, want de scheidslijn tussen de Nederlandse en de Koninkrijksregering is vaak onduidelijk. Bovendien zijn de eilanden slecht vertegenwoordigd in Den Haag’, geeft Veenendaal aan. Het grootste probleem is volgens hem dat de Koninkrijksregering alleen maar gecontroleerd wordt door het Nederlandse parlement: de Eerste en de Tweede Kamer. ‘Maar daarvoor hebben de inwoners van de Caribische landen geen stemrecht, dus zij worden helemaal niet vertegenwoordigd in wat in de praktijk wel als het Koninkrijksparlement functioneert. Dat worden democratische tekorten in het Koninkrijk genoemd. Ik wil deze gaan onderzoeken en bekijken wat daar de gevolgen van zijn.’
Rol voor onderwijs en wetenschapscommunicatie
Naast de focus van het onderzoek, wil Veenendaal ook veel tijd besteden aan onderwijs en “public outreach”, ook wel valorisatie genoemd. Dit gaat over het delen en benutten van het onderzoek en de (voorlopige) resultaten. ‘Een belangrijk deel van de leerstoel is het opbouwen van een nieuwe wetenschappelijke infrastructuur op de eilanden. Mijn doel is om wetenschappers op de eilanden die al bezig zijn met politiek en bestuur samen te brengen in een nieuw kenniscentrum,’ vertelt Veenendaal. Hiermee wil hij bouwen op de wetenschappelijke kennis en kunde die zich al op de eilanden bevindt, en focussen op samenwerking en kennisdeling. ‘Ik hoop met jonge talentvolle onderzoekers op de eilanden samen te werken, zodat de leerstoel ook ruimte biedt voor de ontwikkeling van hun wetenschappelijke carrières.’ Zo wordt het onderzoek niet alleen ‘op afstand’ vanuit Nederland georganiseerd, maar ook echt op de eilanden zelf, iets waar Veenendaal veel waarde aan hecht.
Daarnaast is Veenendaal ook van plan om inleidende cursussen over politiek en democratie te geven op de eilanden. ‘Dat doe ik nu al in Suriname, één keer per jaar,’ geeft hij aan. Deze cursus geeft hij nu vooral aan ambtenaren, maar dat zou uitgebreid kunnen worden naar studenten en andere professionals.
Geen buitenland, geen binnenland
Daarbij onderstreept hij het belang van de kennis over de complexe politieke structuur van het Koninkrijk, die hij graag op grotere schaal wil delen. ‘Sowieso is het een thema dat hier in Europees Nederland niet erg leeft,’ geeft Veenendaal aan. ‘Het hele idee dat we in een Koninkrijk zitten met vier landen, daar zijn de meeste Europese Nederlanders zich niet van bewust. Dus de Caribische eilanden worden niet helemaal gezien als buitenland maar ook niet helemaal als binnenland.’ Dat geldt ook voor de drie kleinste eilanden, die sinds 2010 als een soort overzeese gemeenten onderdeel van Nederland zijn. ‘Er zijn best wel veel ambtenaren die in hun werk met deze eilanden te maken krijgen, maar die niet altijd erg bekend zijn met de lokale context. Maar het is natuurlijk een heel andere situatie vanwege de afstand, vanwege het klimaat, vanwege de geschiedenis. Een belangrijk onderdeel van de leeropdracht is dus ook om in Europees Nederland de kennis over het Koninkrijk te vergroten.’
Veenendaal is erg enthousiast over de leerstoel en kijkt uit naar de komende vijf jaar. Na zijn Postdoc over de eilanden bij het KITLV, is hij bij de Universiteit Leiden weer met andere projecten begonnen. ‘Maar ik ben me wel altijd met de eilanden bezig blijven houden,’ zegt Veenendaal. De leerstoel geeft me de kans om me echt weer vijf jaar lang daarop te gaan concentreren. En dat vind ik ontzettend leuk en belangrijk.’
Zie ook:
> Ministerie van BZK vestigt twee nieuwe leerstoelen voor het Koninkrijk