In gesprek met onze onderzoekers tijdens de Dutch Bio Science Week
De afgelopen dagen hebben we tijdens de Dutch Bio Science Week een aantal van onze onderzoekers geinterviewd over hun verschillende onderzoeken. Zo geven zij antwoord op vragen als welke impact het onderzoek heeft voor onze toekomst en met wie zij waardevolle samenwerkingen hebben opgezet.
Shelley van der Veek
Shelley van der Veek is universitair hoofddocent aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen en prominent lid van het Leiden Healthy Society Center.
Shelley, kun je je onderzoek omschrijven in vijf kernwoorden?
Ouderlijk steun; opvoedstrategieën; gezondheid binnen families; vroege kindontwikkeling; gezonde eetgewoonten.
Welke uitdagingen zie je momenteel voor de gezondheid en het welzijn in de samenleving, nu en in de toekomst, binnen jouw vakgebied?
Ouders hebben een grote invloed op de gezondheid en het welzijn van hun kinderen – onze toekomstige generatie – vanaf de conceptie. Als pedagogen en psychologen streven we ernaar ouders te ondersteunen bij de uitdagingen die het opvoeden met zich meebrengt. Echter, wanneer je naar de media kijkt, lijkt de samenleving ouders de schuld te geven van zoveel dingen: ze lijken het nooit 'goed' te doen. Onlangs las ik twee artikelen die binnen een week gepubliceerd werden, het ene beweerde dat wij als ouders 'te veel werken' en niet genoeg aandacht besteden aan onze kinderen, terwijl het andere beweerde dat ouders 'te veel zorgen', als helikopters boven hun kinderen hangen en hen niet genoeg ruimte geven om hun eigen fouten te maken. Ouderschap is een zware taak, en tegelijkertijd de belangrijkste die we ooit zullen hebben. Het effectief ondersteunen van ouders bij deze veeleisende taak is essentieel voor de gezondheid van onze toekomstige generatie.
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een gezonde samenleving?
Ik leid de onderzoeksgroep Opvoeding, Kinderopvang en Ontwikkeling bij Onderwijs- en Kinderstudies. Samen bestuderen we zowel de fundamentele processen van de zorgverlening als hoe deze fundamentele kennis kan worden vertaald naar concrete opvoedingsondersteuningsprogramma's. We werken samen met maatschappelijke partners en ouders om effectieve ouderlijke ondersteuning te ontwerpen die aansluit bij de behoeften van ouders, of het nu gaat om het omgaan met een overmatig huilende baby, boze peuters die weigeren hun groenten te eten, of vragen over hoe ze hun jonge adolescent kunnen helpen in de wereld van sociale media.
Met wie werk je graag samen bij het Leiden Healthy Society Centre en waarom is deze samenwerking belangrijk?
Ik werk graag samen met elke professional die ouders dagelijks ondersteunt, evenals de gemeente. Wanneer wij als zorgprofessionals, beleidsmakers, onderzoekers en opvoeders elkaar gemakkelijk kunnen vinden, kunnen we de beste oplossingen vinden om een gezonde samenleving te creëren.
Carlijn Bergwerff
Carlijn Bergwerff is universitair hoofddocent en onlangs benoemd tot opleidingsdirecteur van het Instituut Pedagogische Wetenschappen. Daarnaast is zij voorzitter van de programmagroep Klinische Neuroontwikkelingsstudies.
Carlijn, kun je je onderzoek omschrijven in vijf kernwoorden?
Virtual reality; kinderontwikkeling; klinische praktijk; trauma; interventie.
Welke uitdagingen zie je momenteel voor de gezondheid en het welzijn in de samenleving, nu en in de toekomst, binnen jouw vakgebied?
Zowel in mijn werk aan de Universiteit Leiden als in mijn werk als psycholoog zie ik dat veel kinderen, adolescenten en jongvolwassenen worstelen met mentale gezondheidsproblemen. De opkomst van technologie kan enerzijds worden gezien als een bedreiging voor het mentale welzijn. Risicovol gebruik van sociale media en risicovol gamen zijn bijvoorbeeld gerelateerd aan mentale gezondheidsproblemen. Aan de andere kant kan technologie ook worden gezien als een kans om het mentale welzijn te verbeteren, bijvoorbeeld wanneer smartphone-apps en virtual reality worden gebruikt om innovatieve en motiverende klinische interventies te ontwikkelen.
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een gezonde samenleving?
Ons onderzoek heeft als doel bij te dragen aan een veilige en stimulerende omgeving waarin kinderen zich op hun eigen manier kunnen ontwikkelen tot gezonde en veerkrachtige volwassenen. Binnen mijn eigen onderzoeksteam onderzoeken we de effecten van digitale interventies voor jongeren. Zo hebben we een interventie ontwikkeld om gevoelens van schaamte bij getraumatiseerde adolescenten te verminderen met behulp van virtual reality. Andere digitale interventies zijn gericht op het verbeteren van het sociaal functioneren bij kinderen of het verbeteren van het begrip van ouders van getraumatiseerde kinderen. Met behulp van technologie streven we ernaar het mentale welzijn binnen gezinnen te verbeteren.
Met wie werk je graag samen binnen het brede netwerk van het Leiden Healthy Society Centre en waarom is deze samenwerking belangrijk?
Ik werk graag samen met een breed scala aan mensen, variërend van onderzoekers tot virtual reality-ontwikkelaars, en van studenten tot clinici. In Leiden werken we samen met onderzoekers uit verschillende disciplines om vragen te beantwoorden die voortkomen uit de praktijk (scholen, geestelijke gezondheidszorginstellingen). Deze samenwerking is voor mij van groot belang, zodat we verschillende perspectieven kunnen gebruiken bij het oplossen van problemen die relevant zijn voor de samenleving.
Wilco van Dijk
Wilco van Dijk is hoogleraar Economische Psychologie en de Toepassingen en directeur van het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag.
Wilco, kun je je onderzoek in vijf kernwoorden beschrijven?
Financiële stress; welzijn; sociale uitsluiting; burgerperspectief; systemische veranderingen.
Welke uitdagingen zie je momenteel voor de gezondheid en het welzijn in de samenleving, nu en in de toekomst, binnen jouw vakgebied?
Bij het aanpakken van complexe maatschappelijke uitdagingen zoals gezondheid en welzijn, moeten gedragswetenschappers zowel I-frame als S-frame interventies toepassen. I-frame interventies richten zich op oplossingen op individueel niveau, met als doel het veranderen van persoonlijk gedrag. Daarentegen richten S-frame interventies zich op systemische oplossingen, waarbij de bredere context in aanmerking wordt genomen en regelgevende en beleidswijzigingen noodzakelijk zijn. De cruciale vraag is hoe deze benaderingen effectief kunnen worden geïntegreerd binnen de gedragswetenschap en het beleidsvormingsproces.
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een gezonde samenleving?
Ons onderzoek toont een negatieve relatie aan tussen financiële problemen en psychologisch welzijn, gemedieerd door financiële stress. Financieel kwetsbare huishoudens zijn bijzonder vatbaar voor de nadelige psychologische effecten van financiële stress. Het bevorderen van buffersparen, het voorkomen van vermijdbare schulden en het verbeteren van de controle over de eigen financiële situatie zijn mogelijke strategieën om financiële stress te verminderen en de mentale gezondheid te verbeteren, vooral voor financieel kwetsbare huishoudens.
Met wie werk je momenteel samen binnen het Leiden Healthy Society Centre en waarom is deze samenwerking belangrijk?
Samenwerken binnen een netwerk van wetenschappers, praktijkmensen, burgers en beleidsmakers biedt een uitgebreid perspectief op complexe maatschappelijke uitdagingen. Deze benadering vergroot de kans om wetenschappelijk relevante vragen te bestuderen en ervoor te zorgen dat beleidsmaatregelen die voortvloeien uit onderzoeksbevindingen aansluiten bij de ervaringen van burgers.
Szilvia Biro
Szilvia Biro is psycholoog en universitair docent aan het Instituut Pedagogische Wetenschappen.
Szilvia, welke vijf kernwoorden beschrijven je onderzoek het beste?
Baby's, sociale cognitie, hersenontwikkeling, individuele verschillen.
Welke uitdagingen zie je momenteel voor de gezondheid en het welzijn in de samenleving, nu en in de toekomst, binnen jouw vakgebied?
Face-to-face interacties en communicatie tussen ouders en hun baby's zijn essentieel voor de gezonde vroege ontwikkeling van verschillende sociale, cognitieve en taalvaardigheden. Ouders lijken tegenwoordig veel op hun smartphones te kijken terwijl ze tijd doorbrengen met hun baby's. Dit kan leiden tot suboptimale interacties en mogelijke verstoring van noodzakelijke ontwikkelingsprocessen.
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een gezonde samenleving?
De eerste 1000 dagen zijn cruciaal voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Mijn onderzoek richt zich op de sociale-cognitieve en hersenontwikkeling tijdens de babytijd. Ik probeer te begrijpen hoe baby's denken en leren over de wereld om hen heen. Ik streef ernaar te ontdekken wat de optimale omstandigheden en signalen zijn voor hen om het beste te leren en welke omgevingsfactoren de kwaliteit van hun ontwikkeling beïnvloeden.
Met wie werk je graag samen binnen het brede netwerk van het Leiden Healthy Society Centre en waarom is deze samenwerking belangrijk?
Hoewel ik me voornamelijk op de baby's zelf richt, is het belangrijk om een breder perspectief te nemen waarin baby's opgroeien om alle factoren die relevant zijn voor een gezonde ontwikkeling te begrijpen. Preventie en, indien nodig, interventie werken het beste wanneer kennis uit meerdere disciplines en gebieden komt. Onderzoekers en organisaties die betrokken zijn bij gezinssituaties, kinderopvang, adoptie, pleegzorg, medische kwesties en atypische ontwikkeling, enz. moeten samenwerken.
Janna Marie Bas-Hoogendam
Janna Marie Bas-Hoogendam is universitair docent Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van het Instituut Psychologie.
Janna Marie, kun je je onderzoek in vijf kernwoorden beschrijven?
Angst, jeugd, ontwikkeling, neuro-imaging, interventies.
Welke uitdagingen zie je momenteel voor de gezondheid en het welzijn in de samenleving, nu en in de toekomst, binnen jouw vakgebied?
Neuroimaging-onderzoek, bijvoorbeeld met behulp van MRI-scans, heeft en blijft ons belangrijke inzichten verschaffen in de neurobiologie van angststoornissen, zoals sociale fobie. Ik vind het belangrijk om nu de volgende stap te zetten en te onderzoeken hoe we deze fundamentele kennis kunnen vertalen naar nieuwe interventies. Daarom onderzoek ik momenteel het potentieel van real-time fMRI-gebaseerde neurofeedback, een innovatieve techniek waarmee individuen hun eigen hersenen kunnen ‘trainen’. Dit werk wordt ondersteund door subsidies van Medical Delta en de ‘Nationale Wetenschapsagenda / Young NeurolabNL’ en ik ben erg dankbaar voor de kans om deze nieuwe onderzoekslijn in Leiden op te zetten!
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een gezonde samenleving?
Sociale angst is een veel voorkomende en chronische aandoening, die nog steeds moeilijk effectief te behandelen is. Met mijn werk wil ik fundamentele kennis verwerven over de neurobiologische kenmerken van angst om interventies te ontwikkelen die bijdragen aan het welzijn van sociaal angstige jongeren.
Met wie werk je graag samen binnen het brede netwerk van het Leiden Healthy Society Centre en waarom is deze samenwerking belangrijk?
Ik werk heel graag in interdisciplinaire teams, waarin experts uit verschillende disciplines zitten, zoals psychologie, psychiatrie, kinderpsychiatrie en radiologie. Al deze disciplines zijn vertegenwoordigd binnen het Leiden Healthy Society Center; samenwerkingen die ons werk sterker en innovatiever maken. Ik heb zojuist de J.J. Groenprijs voor interdisciplinair onderzoek, dat is uiteraard een zeer inspirerende en motiverende ervaring!
Marieke Bos
Marieke Bos is universitair docent bij de afdeling Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van het Instituut Psychologie en baanbrekend onderzoeker op het gebied van de mentale gezondheid van adolescenten.
Marieke, kun je je onderzoek in vijf kernwoorden beschrijven?
Jeugd, angst, mentale gezondheid, school, hersenen
Welke uitdagingen zie je momenteel voor de gezondheid en het welzijn in de samenleving, nu en in de toekomst, binnen jouw vakgebied?
Kinderen en adolescenten ervaren steeds meer gezondheidsproblemen. Dit is zowel een maatschappelijk als een individueel probleem. Ik zie met initiatieven als het Leiden Healthy Society Centre veel kansen om de samenwerking tussen onderzoekers, beleid, gemeente, scholen en allerlei andere organisaties te bevorderen, onderzoeksresultaten te integreren in de samenleving en hopelijk bij te dragen aan een gezonder leven voor iedereen.
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een gezonde samenleving?
In mijn onderzoek onderzoek ik waarom sommige kinderen psychische problemen ontwikkelen/ervaren en andere niet. Mijn team en ik proberen de redenering te begrijpen door neurobiologische mechanismen te analyseren, zoals de impact van hormonen op de ontwikkeling van de hersenen in de puberteit. Deze inzichten worden vervolgens gebruikt om de preventie van en interventie bij psychische problemen te verbeteren.
Met wie werk je graag samen binnen het brede netwerk van het Leiden Healthy Society Centre en waarom is deze samenwerking belangrijk?
Binnen LHSC werk ik voor KAS (Kenniscentrum Angst en Stress bij Jeugd) en de Gemeente Leiden. Ik vind het erg leuk om met KAS een brug te slaan tussen wetenschap en samenleving en ben ervan overtuigd dat dit soort samenwerkingen leidt tot meer inzicht in elkaars werk. Een dergelijke samenwerking kan op zijn beurt leiden tot een betere ondersteuning van elkaar in onze gemeenschappelijke missie om het mentale welzijn van kinderen en jongeren (van Leiden en daarbuiten) te verbeteren.