Universiteit Leiden

nl en

‘Juist als er schandalen zijn gaat het goed met de samenleving’

Waar de Rekenkamer vroeger eens per jaar een onderzoek uitvoerde, krijgt de gemiddelde ambtelijke organisatie er tegenwoordig een paar per jaar te verwerken. Is dit nodig omdat er tegenwoordig zoveel fout gaat? Welnee, betoogt bijzonder hoogleraar Sjoerd Keulen. ‘Het is een van de methoden die de democratie juist weerbaarder maakt.’

Ook over de schandalen die soms voortkomen uit parlementaire enquêtes en rekenkameronderzoeken is de bijzonder hoogleraar Publieke Audit, Beleidsevaluatie en Verantwoording positief. ‘Ze agenderen iets. Het is een duidelijke correctie door de samenleving. Dat zie je ook terug in het vaak eenzijdige beeld dat van een schandaal blijft hangen. Zoals de corporatie-directeur in zijn dikke Maserati. Dat mensen het daar over blijven hebben geeft duidelijk aan dat hier een breed gedragen maatschappelijk norm is overschreden en dat dat niet gepikt wordt.’ Hij durft het daarom zelfs om te draaien: ‘Juist als er schandalen zijn gaat het goed met de samenleving.’

In zijn oratie ‘De kat, de kameleon en de zwaardvis die zich walrus voelde’ vraagt Keulen aandacht en erkenning voor de politieke en emotionele kanten van publieke auditing en verantwoording. ‘Het is geen waardenvrije technische exercitie. Het is een hele verhalende bezigheid. Ook voor de accountant. Die bouwt een verhaal met cijfers. En elk verhaal kun je op verschillende manieren opschrijven. Uiteraard met feiten als bouwstenen, maar met ruimte voor discussie want bouw je van die feiten een garage of een mooie villa? In beiden blijf je droog.’ De weging van die feiten is belangrijk, benadrukt hij, en daar moet meer aandacht voor zijn. ‘Door heel duidelijk te zijn in hoe je tot je conclusies komt, borg je vertrouwen in je onderzoek.’

‘De opmerking “dat wisten we al lang”, is veelgehoord. Een levend bewijs dat het gesprek aangegaan moet worden en dat er beter geluisterd moet worden.’

Constructivistische benadering

Deze meer constructivistische benadering biedt ook ruimte aan een ander fenomeen dat vaak buiten beschouwing blijft: emotie. Bijvoorbeeld de verstikkende werking die het groeiend aantal rekenkameronderzoeken en audits heeft op ambtenaren. ‘Logisch ook want jouw werk ligt onder een vergrootglas. Het is niet raar dat je daar nerveus van wordt en je als een kameleon gaat gedragen.’ Een nieuw controlemechanisme verzinnen is daarop niet het antwoord, vindt hij. Beter is om die reflex in ogenschouw te nemen. ‘Daar is politieke durf voor nodig. Het gesprek moet aangegaan worden.’

Daar kun je veel mee bereiken, denkt hij. ‘Er is binnen organisaties veel laaghangend fruit. Je toetst immers aan de regels die mensen zelf hebben opgesteld. Als die te knellend zijn, en dat is regelmatig het geval als er een rekenkameronderzoek naar wordt uitgevoerd, moet je die veranderen.’ De reacties van de werkvloer op de onderzoeksuitkomsten spreken vaak boekdelen. ‘De opmerking “dat wisten we al lang”, is veelgehoord. Een levend bewijs dat het gesprek aangegaan moet worden en dat er beter geluisterd moet worden.’

Onderzoeksagenda

Hoe er met rekenkamerrapporten omgegaan wordt, dus hoe ze landen in het parlementair- of gemeenteraadsdebat is onderwerp van Keulens onderzoek. Daarbij wordt ook gekeken naar hoe rekenkamers impact maken met doeltreffendheids- en doelmatigheidsonderzoek. ‘Dus waarom worden de aanbevelingen uit het ene rapport wel gebruikt door een gemeente en die uit een ander rapport niet. Wat zijn kortom de voorspellers dat er iets met een rapport gebeurt. En, de volgende stap, wat kan er gedaan worden om aanbevelingen zo goed mogelijk te laten landen.’

Een andere onderzoekslijn binnen de leerstoel is het gebruik van onderzoeken door parlementariërs. ‘Waarom buigen ze zich zelden over onderzoeken van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en putten ze wel uit die van de Rekenkamer. Heeft dat te maken met de dikte van de rapporten of de toon? Varen ze op collega’s, of op wat in de media is verschenen? Daar is nauwelijks iets over bekend en dat wil ik uitzoeken.’

Leren terugkijken

Leren terugkijken is ander thema dat binnen de leerstoel uitgediept gaat worden. ‘Leren van het verleden is een onuitgesproken belofte onder evaluaties en audits. Maar we moeten wel begrijpen hoe we van dit verleden kunnen leren.’ Veel gebeurt namelijk onbewust. Keulen wil onderzoeken hoe we lessen trekken uit bijvoorbeeld de Toeslagenaffaire, en welke methoden daarbij gebruikt worden.

Hij wil daarbij ook kijken naar het buitenland. Want een internationale blik op publieke audits ontbreekt volgens hem. ‘Terwijl er landen zijn waar we echt wel wat van kunnen leren. In Zuid-Amerika bijvoorbeeld, waar corruptie het vertrouwen in de politiek ondermijnt, betrekken ze burgers bij corruptiebestrijding met challenges op verantwoordingsdag. Bewoners worden uitgedaagd om zelf de voortgang van projecten vast te leggen en de uitkomst te delen. Dit soort vormen van burgerbetrokkenheid is heel interessant. Maar de internationale uitwisseling van kennis op dit vlak is beperkt. Ik hoop de komende jaren bij te dragen aan een verbetering.’

Tekst: Marijn Kramp

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.