Nadine Akkerman: ‘Het is een ongelooflijk gevoel om zo’n iconische gebeurtenis uit de geschiedenis van een land te herschrijven’
Sinds hoogleraar Vroegmoderne literatuur en cultuur Nadine Akkerman een vrouwelijke spion tegenkwam in haar onderzoek, blijven de geheim agenten opduiken in haar werk. Nu is er Spycraft, dat ze samen schreef met wetenschapshistoricus Pete Langman, een publieksboek over de geheimhoudingstechnieken die in de vroegmoderne tijd werden gebruikt.
Hoe ben je terechtgekomen bij spionnen?
‘Tijdens mijn onderzoek naar de correspondentie van de koningin van Bohemen stuitte ik op een brief van een machtige vrouwelijke spion. Ik dacht: als ik er zo een vind, zijn er misschien meer die we over het hoofd hebben gezien. Dat werd Invisible Agents, een academisch boek met heel veel voetnoten, zoals academische boeken die nu eenmaal hebben, maar dit boek sloeg aan bij het algemene publiek. Kennelijk konden zelfs voetnoten de algemene lezer er niet van weerhouden iets over vrouwelijke spionnen te willen leren, en plotseling werd ik uitgenodigd voor literaire festivals. Maar tot mijn verbazing wilde mijn publiek eigenlijk weten hoe spionnen te werk gingen. Hoe maak je eigenlijk onzichtbare inkt? Hoe breek je een cijfercode? Dat bracht me op het idee om een boek te schrijven over de geheime gereedschapskist van de spion.'
Spycraft is uitgegeven door Yale University Press maar wel een boek voor een breed publiek, waarbij eerder onderzoek als springplank diende. Welke nieuwe dingen heb je ontdekt?
‘Dat ik naïef was en mijn mede-auteur ook. We dachten slim te focussen op bekende episodes uit de geschiedenis, zodat we weinig achtergrond hoefden uit te leggen, maar zodra je nieuwe aspecten van materialiteit aan het licht brengt, beginnen ook de meest iconische verhalen te kantelen. Niet heel drastisch, maar er komen bijvoorbeeld nieuwe spelers naar boven.’
Wat hebben jullie voor nieuws ontdekt?
‘Een van de bekendste complotten om Elizabeth I af te zetten en zelfs te vermoorden, is het Babington Plot. Elizabeth zou worden vervangen door Mary, Queen of Scots. Dat complot wordt altijd gezien als een spel tussen Elizabeth, Mary en de Engelse minister en ‘spionnenmeester’ Francis Walsingham, dat is geëindigd met de executie van Mary, maar als je gaat kijken hoe de cijfercodes worden gebruikt, blijkt het een strijd tussen secretarissen. Walsingham trekt aan wat touwtjes en Elizabeth zet weliswaar haar handtekening onder Mary’s executiebevel, maar verder is het veel meer een zaak tussen Elizabeths cryptoanalist (codekraker) Thomas Phelippes en Mary’s drie secretarissen – Claude Nau, Gilbert Curle en Jerome Pasquier – die vaak niet eens worden genoemd in biografieën van Mary. Echt ongelooflijk dat je zo’n complot kunt herschrijven.’
Wilde je altijd al Engels studeren?
‘Op de middelbare school dacht ik dat ik psychologie wilde studeren. Daar heb ik mezelf ook van alles voor aangedaan, zoals wiskunde in mijn pakket nemen. Ik was in veel vakken goed, maar dat heb ik met moeite met een zesje of zeven afgerond. Achteraf gezien was het ook niet nodig. Tijdens een open dag liep ik per ongeluk de verkeerde zaal binnen, waar op dat moment een regulier college Engels aan studenten werd gegeven. Daar heb ik toen bij gezeten en dat was zoveel leuker dat ik gewoon Engels ben gaan studeren.’
Wat voor student was je?
‘Nieuwsgierig. Als iets in mijn opleiding niet werd gegeven, zocht ik het zelf op. Ik ergerde me op den duur aan het feit dat er weinig werd gedoceerd over vrouwelijke schrijvers. Toen ben ik naast mijn studie aan de VU een semester vrouwengeschiedenis gaan doen in Utrecht, zodat ik een andere blik op het curriculum kreeg. Ik heb volgens mij wel alle kansen die er lagen gegrepen.’
Hoe ontspan je?
‘Ik moet toegeven dat ik weinig vrije tijd overhoud, zeker sinds ik hoogleraar ben, maar ik vind het fijn om yoga te doen of met vrienden uit eten te gaan. Ook ben ik bijna dagelijks een uurtje aan het wandelen. Dan begin ik vaak in de Hortus. Met een jaarpas kun je daar voor een bescheiden bedrag eindeloos komen. Ik vind dat heerlijk, ook omdat ik zelf ook van tuinieren houd.’