Decaan Koen Caminada over bezuinigingen: ‘Er is niets wat wij als FGGA niet aankunnen’
Het is nog lastig in te schatten wat de gevolgen zijn van de aangekondigde bezuinigingen. Een week na Prinsjesdag kan decaan Koen Caminada al wel wat vragen van binnen FGGA beantwoorden. ‘We staan er relatief goed voor, maar de gevolgen kunnen groot zijn.’
Je hebt de Miljoenennota gelezen. Wat kun je ons nu vertellen over de bezuinigingen?
‘In de Miljoenennota zijn sommige dingen duidelijk uitgewerkt en sommige dingen nog helemaal niet. Er zijn plannen in voorbereiding die ons erg raken, maar het is vooralsnog moeilijk in te schatten wat de gevolgen daarvan zijn, laat staan binnen FGGA. Een voorbeeld daarvan is de Wet internationalisering in balans. Het doel is de instroom van internationale studenten te verminderen en hierom worden de Engelstalige opleidingen de komende maanden getoetst, de toets Engelstalige opleidingen.’
Wat voor gevolgen heeft dat?
‘In potentie heeft dat voor FGGA echt grote gevolgen. Van de bacheloropleidingen worden Security Studies (BaSS) en LUC in het Engels verzorgd. Aangezien bij BaSS de meeste studenten Nederlands zijn, moet je het programma omgooien – hoe ingewikkeld dat ook is. Als het moet dan moet het. Bij LUC zullen de problemen groter zijn als het niet door de toets heen komt, want vrijwel iedereen komt daar uit het buitenland. Wie weet valt het allemaal mee hè, maar er valt nu gewoon nog niets over te zeggen. Over het proces kan ik ook weinig zeggen, er is nog steeds veel onduidelijk.’
Hoe zit het met de starters- en stimuleringsbeurzen?
‘Als FGGA zullen we 1,3 miljoen euro minder krijgen voor de startersbeurzen. Het is ontzettend jammer dat jonge mensen nu niet meer een soort basispakket meekrijgen voor de start van hun wetenschappelijke carrière. Ze moeten direct in competitie gaan en dat brengt onzekerheid met zich mee.
De stimuleringsbeurzen zijn voor mensen die wat verder in hun carrière zijn. Daar is het kabinet wat minder scherp in de tekst; deze beurzen stoppen, deels. Ook onduidelijk dus. Of we de volledige 1,1 miljoen euro die we daarvoor krijgen gaan verliezen, is niet duidelijk, maar een groot deel wel.’
Een vraag van een student: gaat de kwaliteit van het onderwijs achteruit?
‘Ja en nee. Als wij minder geld hebben voor de huidige programma’s die wij verzorgen, dan is het niet fair om te zeggen dat het geen effect heeft. Dat tast de manier waarop wij werken aan. Aan de andere kant gaan we alles zo aanpassen, dat het werk zo goed mogelijk gedaan kan worden. Mogelijk heeft dat invloed op het aantal keuzevakken. Als we het honoursprogramma op den duur mogelijk niet kunnen betalen, dan is dat een kwaliteitsverlies voor die groep studenten. Maar 90 procent volgt geen honoursprogramma en merkt er dus niets van. We moeten met z’n allen slimme keuzes gaan maken, maar dat geldt altijd.’
Er zijn internationale medewerkers of studenten die zich afvragen of ze nu de verkeerde keuze hebben gemaakt. Wat kun je tegen deze mensen zeggen?
‘Als studenten een opleiding zijn gestart, kunnen ze deze altijd afmaken. Als we door de toets anderstalige opleiding worden gedwongen het curriculum aan te passen, dan is dat altijd bij de start. Dat kan echt niet binnen 2-3 jaar.
Wat de medewerkers betreft wil ik zeggen: ja, jullie hebben de goede keuze gemaakt. Als het gaat om de taal dan zit er wel iets scheef. We hebben altijd al de spelregel gehad dat je hier als internationale medewerker een minimumniveau Nederlands moet hebben. Als je hier een toekomst ziet, dan is het verstandig om daar wel aan te werken. De vraag naar minder Engelstalig komt vanuit de maatschappij via de politiek naar ons en dus moeten we gaan accepteren dat dat zo is. Als je dat niet wil of kan, dan moet je je helaas ergens anders op gaan richten.’
Langstudeerboete
‘Universiteiten worden geacht extra geld bij studenten in rekening te brengen en krijgen minder vanuit de rijksoverheid. Het zou zomaar kunnen dat de universiteiten uiteindelijk zelf die boete moeten ophoesten, maar daar kan ik geen getal aan hangen. Hoeveel langstudeerders hebben we in huis? En hoeveel langer doen ze er per persoon over? Het is moeilijk in te schatten. Het is wel iets om rekening mee te houden.’
Hoe zit het met de medewerkers die een tijdelijk contract hebben?
‘Er komt geen vacaturestop of grotere kans op beëindiging van tijdelijke contracten. Dat soort maatregelen hebben we niet genomen en zijn we ook niet van plan. Andere faculteiten doen dat wel omdat de nood daar veel groter is. Onze startpositie is iets beter. We hebben een begroting gemaakt tot en met 2028 waarin we alles hebben gebudgetteerd, je kunt iemand die vertrekt dus vervangen indien nodig, dat staat in de begroting.’
Het gaat eigenlijk hartstikke goed met onze faculteit, zo heeft Gert Renkema, die hoofd financiële zaken is, herhaaldelijk gemeld. Nu ook weer.
‘Klopt. Er is niets wat wij niet aankunnen. Wij hebben een betere uitgangspositie, maar we hebben ook mensen die worden getraind op aanpassing: verandering is de norm. Ze pakken veel nieuwe dingen op en hebben dat ook laten zien. Dat is ook de reden waarom we er goed voor staan. We hebben alles slim en efficiënt ingericht. Zoals het in bepaalde gevallen aanbieden van één hoorcollege, niet twee varianten. Het scheelt ook voor de werkdruk. We hebben er sterk op gelet dat het onderwijspalet niet constant is gaan uitdijen.’
Is dat dan ergens geruststellend?
‘Ik kan niet zeggen dat dit aan ons voorbijgaat. Ik kan niet zeggen van ‘ga maar rustig slapen allemaal’. We hebben nu alleen geen botte instrumenten ingezet zoals vacaturestops. Eén ding is zeker: de hele begroting voor 2025 kunnen we onveranderd laten, die gaan we onaangepast uitvoeren. De komende maanden zal meer duidelijk worden over de internationalisering, we zullen de begroting voor 2027 en 2028 dus moeten aanpassen. Het is even afwachten.’