Universiteit Leiden

nl en

Lokale archeologen uit Oss over 50 jaar samenwerking met Universiteit Leiden: ‘Ik kijk elk jaar weer uit naar het Leidse veldwerk’

De gemeente Oss is een begrip in de wereld van de Nederlandse archeologie. Al vijftig jaar lang leggen Leidse archeologen, in samenwerking met inwoners van Oss, de geschiedenis van de gemeente bloot. 2024 is het archeologische jaar van Oss! In een reeks interviews blikken we terug op vijftig jaar samenwerking en kijken we naar de toekomst. Dit keer interviewen we Peter van Nistelrooij en Piet van Lijssel, twee lokale archeologen uit Oss.

Persoonlijke fascinatie

Lokale archeologen, ook wel amateurarcheologen genoemd, zijn mensen die zich uit persoonlijke fascinatie verdiepen in de archeologie van hun eigen regio. Zo ook Piet van Lijssel, die via via terecht kwam op een Leidse opgraving in de IJsselstraat, in 1974. De opgraving die het begin zou markeren van intensieve archeologische samenwerking tussen de Gemeente Oss en de Universiteit Leiden. ‘Een lid van de lokale heemkundekring had me uitgenodigd om te komen kijken op de opgraving. Daar was mijn eerste kennismaking met de Leidse archeologie. Tegenwoordig wordt er allemaal technologie gebruikt op zo'n opgraving, maar toen was het simpelweg een archeoloog uit Leiden, een paar amateurs uit Oss en pen en papier.’

Met zijn lange carrière in de lokale archeologie heeft Piet goede banden opgebouwd met de betrokken Leidse archeologen. ‘We zijn als broers en zussen, onze relatie is heel goed. De mensen die nu op de faculteit werken zijn dezelfde mensen die als student met een schep in de grond stonden in Oss. Het zijn gewoon bekenden! We hebben gezamenlijke kennis en vriendschappen.’

Opgravingen Kasteel van Oss, 1994

Vorstengraf

Peter van Nistelrooij daarentegen is ‘pas’ 30 jaar betrokken bij de lokale archeologie van Oss. ‘Mijn rol is begonnen aan het begin van de jaren '90 en vijf jaar later was ik betrokken bij de heropgraving van het vorstengraf. Sindsdien ben ik bezig geweest met de archeologen uit Leiden, bij opgravingen in Ussen, Mikkeldonk, en verder. Ik was actief op allerlei opgravingen, in samenwerking met Richard Jansen en Harry Fokkens.’ Hoewel deelname aan opgravingen tegenwoordig lastiger is vanwege complexere regelgeving blijft Peter nauw betrokken. ‘Ik ben in goed contact met stadsarcheoloog Mijke Peeters en de archeologen uit Leiden. Ik kijk ieder jaar weer uit naar het Leidse veldwerk.’

Meerwaarde

De lokale archeologen uit Oss bewijzen de meerwaarde van de amateurarcheologie. ‘Wij fungeren als de ogen en oren van de beroepsarcheologen,’ legt Peter uit. ‘Zonder Piet en zijn leeftijdgenoten uit die tijd was het nooit begonnen. Amateurarcheologen zijn de basis van heel veel informatie. Ook vanuit de professionals wordt onze kennis enorm gewaardeerd. Vandaar ook de nieuwe term ‘lokale archeologen’. We zien dat onze kennis wordt meegenomen in, bijvoorbeeld, allerlei besluitvorming. Dat voelt zeker als waardering.’

Kijken en buurten

Aan de andere kant wordt het door complexere regelgeving voor lokale archeologen steeds moeilijker om op te graven. ‘Dat zien we terug in de afname van vrijwilligersaantallen,’ verzucht Peter. ‘Dat gezamenlijk scheppen en dingen opgraven was het leukste onderdeel. Nu kunnen we alleen maar kijken en buurten bij de beroepsarcheologen. En dat terwijl we dankzij onze samenwerking met Leiden zoveel kennis in huis hebben dat we bijna zelfstandig een opgraving kunnen uitvoeren.’

Leidenaren en Ossenaren samen in het veld, 2017

Nostalgie

Beide lokale archeologen blikken met nostalgie terug naar de tijd dat ze zelf vaker in het veld konden staan. ‘We konden bij elke opgraving aanwezig zijn’, legt Piet uit. ‘En we namen heel veel opgravingwerk van de Leidenaren over. In de weekenden groeven we dan bijvoorbeeld een waterput op, terwijl de Leidenaren naar huis waren. Als ze maandag terugkwamen lag alles klaar, gedocumenteerd en wel. In die tijd kregen we veel waardering en wij konden doen wat we leuk vonden.’

Peter knikt. ‘Het heeft ook te maken met de commerciële archeologie. Bedrijven hebben een strak programma, waar ze misschien maar een paar dagen voor hebben. We merken dat Archol [het archeologisch bedrijf van Universiteit Leiden] nog wat meer tijd voor ons maakt.’ Vanwege de restricties blijkt het lastiger om nieuwe leden te werven. ‘Wij lijken de laatsten der Mohikanen te zijn,’ meldt Piet. ‘We proberen nog nieuwe aanwas te verkrijgen door acties die we ondernemen naar de jeugd toe, maar dat gaat steeds lastiger worden. Zolang mensen niet mee mogen graven is het animo laag.’

Leidse opgraving in Ussen, Oss, 1975

Sterke band

De band met Leiden blijft echter onverminderd sterk. ‘We hebben een gemoedelijke band met de Leidse archeologen,’ stelt Piet. ‘De Leidenaren weten wat wij kunnen en al gedaan hebben. De relatie tussen Leiden en de archeologie in Oss is geweldig goed.’ Peter valt hem bij: ‘Het jubileumbezoek aan Leiden was ook geweldig. We voelden ons enorm gewaardeerd.’ Piet knikt: ‘Daar hebben we vijftig jaar voor gewerkt.'

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.