Universiteit Leiden

nl en

Meer pijn door een praatje? De invloed van het nocebo-effect op mensen met chronische pijn

Wie negatieve verwachtingen heeft van een behandeling, ervaart ook daadwerkelijk meer pijn. Vooral angstige en pessimistische mensen zijn gevoelig voor dit nocebo-effect, ontdekte Merve Karacaoglu in haar promotieonderzoek. Maar die gevoeligheid heeft een gunstige keerzijde.

Van 2017 tot 2024 promoveerde Merve Karacaoglu bij de afdeling Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie. Sinds 2022 werkt ze als softwareontwikkelaar en consultant bij een startup.

Iemand pijn doen voor de wetenschap: plezierig is het niet, noodzakelijk was het wel voor het onderzoek van Merve Karacaoglu. Ze onderzocht de achterliggende mechanismen van het nocebo-effect, waarbij negatieve verwachtingen ook zorgen voor negatieve bijwerkingen. Bijvoorbeeld als je plots hoofdpijn krijgt als dat op de bijsluiter van een medicijn staat vermeld, of als de prik van de tandarts extra  venijnig voelt nadat die heeft gezegd ‘dit kan even zeer doen'. Het is dus een tegenhanger van het bekendere placebo-effect.

Fibromyalgie

Karacaoglu deed specifiek onderzoek naar de werking van het nocebo-effect bij vrouwen met en zonder fibromyalgie, een ziekte waarbij patiënten last hebben van chronische pijn in de spieren en bindweefsel. ‘Dit onderzoek is nog niet eerder uitgevoerd bij deze groep, terwijl we weten dat het nocebo-effect pijnbehandelingen minder effectief kan maken. Daarom is het belangrijk om beter te begrijpen welke factoren invloed hebben op de pijnervaring van deze patiënten en welke interventies het nocebo-effect tegengaan.’ Op 4 september promoveert ze op haar proefschrift Nocebo hyperalgesia and pain progression: Prediction, acquisition, and recovery.

Nep-apparaat

Zowel de gezonde vrouwen als vrouwen met fibromyalgie werden uitgenodigd in het lab, waar ze verschillende hoeveelheden pijn kregen toegediend. Dit gebeurde via een doorzichtige cilinder, die steeds meer of minder druk op de nagel van hun duim uitoefende. ‘In andere experimenten wordt wel pijn toegediend via ijswater of juist hitte, maar we kozen voor deze cilinder omdat dit de bindweefselpijn nabootst die fibromyalgie-patiënten doorgaans ervaren.’ Tegelijkertijd werden de patiënten ‘behandeld’ met een elektronisch apparaat dat niets deed, een zogenaamd ‘sham device’. ‘Van tevoren vertelden we alle proefpersonen dat dit apparaatje hun pijn intenser zou maken. Dat heet een closed label-instructie: je houdt de deelnemers voor de gek. Ondanks dat het apparaat dus eigenlijk niets deed, vibreerde hij wel als we hem indrukten, wat bij proefpersonen de suggestie wekte dat er iets in werking werd gezet.’

Nocebo sterker bij gezonde vrouwen

Na de instructies kregen alle proefpersonen verschillende maten van pijn toegediend, tegelijkertijd deden de onderzoekers het nep-apparaatje aan en uit. ‘Als de deelnemers zagen dat het apparaat ging branden, verhoogden we de druk in de cilinder. Zo versterkten we bij hen de verwachting dat het apparaat de pijn intenser maakt.’ Na een tijdje gaven ze die deelnemers dezelfde hoeveelheid pijn, maar zetten ze het neppe apparaatje wel aan. Wie alsnog meer pijn ervaarde, is gevoeliger voor het nocebo-effect. ‘We verwachtten dat de vrouwen die normaal last hadden van chronische pijn meer last hadden van dit nocebo-effect. Maar opvallend genoeg bleek het tegengestelde waar: juist de gezonde vrouwen lieten een sterker nocebo-effect zien dan de vrouwen met fibromyalgie.’

'We verwachtten dat vrouwen met chronische pijn gevoeliger waren voor het nocebo-effect, maar zagen het tegengestelde.' 

Chronische pijn went

Een mogelijke verklaring is dat de gezonde deelnemers minder gewend waren om pijn te ervaren en daardoor angstiger aan het experiment begonnen. ‘We weten dat angst en nervositeit het nocebo-effect versterkt,’ legt Karacaoglu uit. ‘De vrouwen met fibromyalgie zijn chronische pijn al gewend en daardoor wellicht minder gevoelig voor verwachte pijn in de veilige setting van laboratorium, waar de pijn op een gecontroleerde manier werd toegediend en ook weer werd verminderd. Dit is uiteraard anders dan de spontane pijn die hen vaak in het dagelijks leven overkomt. We zien namelijk dat chronisch pijnpatiënten wel degelijk nocebo-effecten ervaren in een klinische omgeving, dus voor vervolgonderzoek is het nodig om die klinische setting zo goed mogelijk te vertalen naar het laboratorium.’

Angst maakt gevoeliger

In een ander experiment nodigden de onderzoekers alleen gezonde deelnemers uit in het lab. Van tevoren vulden zij een vragenlijst in over de mate waarin ze angstig en pessimistisch waren. Daarna kregen ook zij pijn toegediend door de cilinder, en ook hier werd het nep-apparaat uit de kast gehaald, maar ditmaal speelden de onderzoekers open kaart. ‘We vertelden dat dit een nep-apparaat was dat technisch niets zou doen, maar dat ze waarschijnlijk wel meer pijn zouden ervaren door het nocebo-effect. Dit wordt een open label-instructie genoemd.’ In dit experiment zagen ze dat de deelnemers die over het algemeen meer angstig en pessimistisch waren, ook meer pijn tijdens dit experiment hadden.  

Herstelpogingen

Maar opvallend: juist deze groep deelnemers was ook gevoeliger voor de herstelpogingen die de onderzoekers deden, zogenaamde counter-conditioning. ‘Nadat we ze instrueerden dat dit nep-apparaatje hun pijn kon verergeren, vertelden we nu dat we het hetzelfde apparaat gingen inzetten om hun pijn te verminderen. En vooral degenen die wat angstiger en pessimistischer waren ingesteld, reageerden goed op die instructie. Ze ervaarden daadwerkelijk minder pijn.’

'Vooral angstige en pessimistische deelnemers reageerden goed op de instructie dat het apparaat hun pijn juist ging verminderen'

Hoopvol

‘Het stemt hoopvol dat we juist mensen die gevoelig zijn voor het nocebo-effect, effectiever kunnen helpen in het verminderen van symptomen,’ vertelt Karacaoglu. ‘Het betekent dat die groep waarschijnlijk goed reageert op learning based-interventies, waarin ze nieuwe verwachtingen krijgen aangeleerd.  Deze studie is een mooi startpunt, maar ik denk dat er meer veldwerk nodig is in de klinische praktijk om die mechanisme nog beter te begrijpen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.