Draagmoederschapstrajecten in kaart gebracht door Universiteit Leiden
Hoeveel kinderen worden er in Nederland geboren met hulp van een draagmoeder, en welke (juridische) struikelblokken komen hierbij kijken? Met een nieuw interdisciplinair onderzoek van de Universiteit Leiden proberen onderzoekers meer inzicht in draagmoederschapstrajecten te geven.
Voor veel mensen is een kindje krijgen niet zo vanzelfsprekend. Voor homostellen en mensen met vruchtbaarheidsproblemen kan een draagmoeder een uitkomst zijn. De verwachting is dat de vraag naar draagmoeders omhoog zal gaan, aangezien het kabinet in mei 2024 heeft besloten om adoptie uit het buitenland niet meer toe te staan.
Maar hoeveel mensen maken er gebruik van deze weg om een kind te verwekken? Een onderzoek van de Universiteit Leiden heeft voor het eerst in kaart gebracht hoeveel Nederlandse kinderen met hulp van een draagmoeder geboren worden. De onderzoekers schatten dat dit 30-50 keer per jaar voorkomt. Daarnaast kwamen nog meer details over het traject aan het licht, die meer inzicht geven in de praktijk en ervaringen van draagmoeders en wensouders.
Universitair docent Familie- en jeugdrecht Kartica van der Zon (Faculteit der Rechtsgeleerdheid) en universitair docent Forensische gezinspedagogiek en jeugdhulpverlening Daisy Smeets (Faculteit der Sociale Wetenschappen) werkten aan het project. Een van de onderzoeksvragen was gericht op de juridische uitdagingen van draagmoederschap. Zo moeten wensouders vaak lang wachten voordat het juridisch ouderschap is overgedragen van de draagmoeder naar de wensouders, waardoor ze geen medische of andere beslissingen mogen nemen over het kind. Is het kind in het buitenland geboren, dan krijgt het vaak pas nadat alle juridische procedures in Nederland zijn gevolgd de Nederlandse nationaliteit. Tot die tijd is het kind een vreemdeling.
Daarnaast gaan veel wensouders naar het buitenland waar ze hoge bedragen betalen aan bemiddelingsbureaus voor draagmoederschapstrajecten (iets wat in Nederland niet toegestaan is). Ook bestaan er belangrijke zorgen over de naleving van het recht op afstammingsinformatie van het kind, doordat zij niet altijd kunnen achterhalen wie hun biologische ouders zijn.
Veel van deze vraagstukken zijn te wijten aan een gebrek aan regelgeving. Dat gebrek aan regelgeving heeft praktische gevolgen, maar ook ethische. Doordat de wet geen houvast biedt, worden betrokkenen gedwongen om zelf ingewikkelde ethische afwegingen te maken. In de praktijk blijken er belangrijke verschillende te bestaan tussen de wijze waarop mensen invulling geven aan die ethische afwegingen. De Raad van State boog zich al eerder over een wetsvoorstel over draagmoederschap. Met dit wetsvoorstel worden de afstammingsrechtelijke gevolgen van draagmoederschap geregeld. Tijdens dit proces bleek dat er niet genoeg informatie was over de praktijk. Om deze reden is het onderzoeksproject opgezet, waaruit bleek dat meer regelgeving gewenst is, maar het huidige wetsvoorstel nog niet genoeg rekening houdt met mogelijke risico’s voor de draagmoeder, het kind en de wensouders.
Het rapport van de Universiteit Leiden, ‘Het gedragen kind’, is op 17 oktober 2024 verstuurd naar de Tweede Kamer.
Wil je meer weten over het onderzoek? Lees dan het interview met Kartica van der Zon in Trouw.