Universiteit Leiden

nl en

Guus Heerma van Voss zwaait af: ‘Sociale rechten zijn ontluisterd’

Emeritus hoogleraar sociaal recht Guus Heerma van Voss hield in zijn afscheidsrede op 18 oktober zijn vakgenoten een spiegel voor – en zichzelf. Deden ze genoeg om de verzorgingsstaat bij de tijd te houden? ‘We stonden erbij en keken ernaar.’

Guus Heerma van Voss werkt tegenwoordig alleen nog aan de Haagse Kneuterdijk bij de Raad van State, in een ruime statige kamer met een groot bureau met wetboeken en dossiers. Langs de wanden staan verhuisdozen opgestapeld, met daarin de literatuur uit zijn werkkamer in het Kamerlingh Onnes Gebouw (KOG). Hij moest zijn werkplek in Leiden opgeven, hij was er de laatste jaren te weinig. Nu komt er met zijn afscheidsrede op 18 oktober 2024 definitief een einde aan zijn tijd bij de Universiteit Leiden. In zijn laatste lezing blikte hij terug op een bijzondere carrière bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.

Modernisering van de faculteit

Bijna drie decennia eerder, in 1997, begon hij bij het Instituut Publiekrecht aan een rechtenfaculteit die nog her en der in Leiden was gehuisvest. Vakgroepen hadden onderling weinig contact en kennis van elkaars onderzoek met soms misverstanden tot gevolg. Het Meijersinstituut werd opgericht en het College van Bestuur wilde moderniseren, zowel de huisvesting als de manier van werken. Terecht, zegt Heerma van Voss: ‘Het was een beetje te veel teren op oude roem.’

Met een specialisatie in het sociaal recht en arbeidsrecht was Heerma van Voss een logische keuze om als Directeur Publiekrecht een deel van de reorganisatie te leiden die samenviel met de veelbesproken verhuizing naar het KOG in 2004. Een heftige periode, zo blikt hij terug. De spreekwoordelijke eilandjes binnen het Instituut voegde hij samen. De komende decennia zou de faculteit weer gaan groeien.

Ontluistering van sociaal recht

In die periode veranderde ook van alles in het sociaal recht, zijn domein en specialisme. In zijn afscheidsrede op vrijdag 18 oktober vatte hij het samen als de ‘ontluistering van het sociaal recht’, daarbij aanhakend op actuele thema’s als doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt, het complexe stelsel van toeslagen en onbegrijpelijk ingewikkelde wetgeving omdat politici echte keuzes uit de weg gaan.

Bij kritiek jegens de ander bekritiseer ik ook mezelf

Wie Heerma van Voss in de loop der jaren een beetje heeft leren kennen, weet dat hij een kritische noot niet uit de weg gaat. Vrijdag nam hij het moment te baat om zijn vakgenoten een spiegel voor te houden. Wat is er terecht gekomen van de verzorgingsstaat die voltooid leek toen zij hun wetenschappelijke carrière begonnen? Daarbij wilde hij zichzelf niet sparen. ‘Bij kritiek jegens de ander bekritiseer ik ook mezelf.’

Veel discussie, weinig actie

Heerma van Voss vindt dat zijn generatie te weinig heeft gedaan om het stelsel in goede staat te houden. De maatschappij veranderde sinds de jaren zestig enorm. Het arbeidsrecht heeft daar wel op gereageerd, maar mondjesmaat. De opkomst van onzekere arbeidsrelaties, schijnzelfstandigheid, arbeidsmigratie: arbeidsjuristen stonden erbij en keken naar de uitwassen. Zij spraken vooral over en gaven cursussen in de kleine wettelijke aanpassingen, maar zoeken naar een oplossing voor de structurele problemen bleef uit. In plaats daarvan bleven hij en zijn collega’s doen wat hem al in zijn studentenjaren opviel. De neiging om zich bezig te houden met details en daar intern discussies over te voeren.

Raad van State

Inmiddels zijn de gevolgen duidelijk. Burgers die wetten ervaren als onleesbaar en onbegrijpelijk. De uitvoerbaarheid van de wetgeving heeft haar grenzen bereikt. Het keert als een boemerang terug in het werk van Heerma van Voss bij de Raad van State, waar hij sinds 2012 adviseert over wetsontwerpen. De laatste jaren merkt hij dat de Belastingdienst, het UWV of de SVB vastlopen in de uitvoering van almaar complexere wetten. ‘Politici voeren uitzonderingen door voor hun achterban, of overgangsregelingen. Grote keuzes die tot eenvoud kunnen leiden, blijven uit. Het arbeidsrecht is daardoor soms ook een mandarijnenwetenschap geworden. Alleen specialisten begrijpen het nog.’

Het arbeidsrecht is soms ook een mandarijnenwetenschap

Wat heeft dat nou eigenlijk opgeleverd? ‘Een heleboel goede dingen, absoluut. Maar we hebben ook wat dingen laten liggen, ik ook.’

Oogkleppen

Achteraf, zo analyseert Heerma van Voss, waren de verantwoordelijken blind voor deze ontwikkeling. Niet alleen de burger, ook de overheid verloor het overzicht in het woud van instanties en gespreide verantwoordelijkheid. Hoe zou het dan wel moeten? ‘De vakgebieden van het Sociaal recht en Arbeidsrecht kunnen zich meer richten op het kritisch analyseren en aan het licht brengen van de structurele problemen.’

Toeslagen afschaffen

Ook al zwaait hij af, Heerma van Voss heeft de contouren in beeld voor modernisering van het sociaal- en arbeidsrecht voor de eenentwintigste eeuw. Geen onderscheid meer tussen de gevolgen van een vaste en een flexibele arbeidsverhouding. Afschaffing van de toeslagen en in plaats daarvan een universeel, hoger minimumloon. Minder complexe wetgeving. Beter toezicht en handhaving van de arbeidswetgeving. Actuele punten dus, aansluitend bij het maatschappelijk debat. Zoals ook een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering en een vorm van verplichte pensioenopbouw voor iedere werkende, ook zzp-ers.

Het lijkt soms of na veertig jaar sociaal recht doceren aan verschillende universiteiten het glas een kwart vol is en driekwart leeg. Maar het waren ook ‘gouden jaren’, benadrukt Heerma van Voss.

Jan-Willem Oomen

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.