Historicus Ronald Kroeze: ‘Politieke integriteit moeten we bekijken vanuit een historisch perspectief’
De democratische rechtsstaat staat door een opeenstapeling van schandalen en integriteitskwesties onder druk, zie de recente parlementaire enquêtes. Prof. dr. Ronald Kroeze legt uit: ‘Van publieke ambtsdragers wordt volledige toewijding verwacht, maar die norm is erg absoluut en wat we daarmee bedoelen verandert.’
Waarom neemt de druk op de rechtsstaat toe*?
*Ondanks dat in het handboek 'integriteit' voor politieke ambtdragers een mooie belofte staat: 'Het openbaar bestuur dient het algemeen belang, in dienst van de samenleving.
‘In de jaren ’70 is wantrouwen ontstaan of politici de normen van de democratische rechtsstaat en het algemeen belang wel vooropstellen. Het verdwijnen van traditionele vormen van maatschappelijke verbinding en politiek vertrouwen speelt een rol: onbekend maakt onbemind.'
De invloed van internationale politieke en economische ontwikkelingen is er ook, kijk naar de betekenis van het Amerikaanse Watergate-schandaal (1972-1974). Daar werd aanvankelijk gekeken naar afluisterapparatuur in een kantoor van de Democratische partij als onderdeel van de herverkiezingscampagne van de Republikeinse president Richard Nixon. Maar nader onderzoek onthulde allerlei andere vormen van politieke beïnvloeding, zoals dat defensiebedrijf Lockheed (zie Lockheed affaire) functionarissen omkocht.'
Hoe zat dat in Nederland?
'Ook internationale integriteitskwesties, zoals het Lockheedschandaal, hadden repercussies in Nederland. Zoals bij buitenlandse ambtsdragers, bijvoorbeeld Bernhard, naast prins-gemaal van koningin Juliana (1948-1980) inspecteur-generaal van de Nederlandse Krijgsmacht; hij bleek giften te hebben gevraagd en ontvangen in ruil waarvoor hij Lockheed-vliegtuigen moest aanbevelen. In reactie hierop, werd in Amerika de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA) in 1977 aangenomen, de eerste internationale anticorruptiewet, die het omkopen van buitenlandse ambtsdragers strafbaar stelde. Omkoping wordt sindsdien veel sterker gezien als immoreel, politiek ondermijnend en economisch inefficiënt.’
Een van de onderwerpen die u onderzoekt is de ontwikkeling van politieke integriteit, wat valt u hierin op?
'Dat integriteitskwesties en corruptiebestrijding van alle tijden zijn. In de geschiedenis wordt er in meer en mindere mate aandacht aan besteed. Naast de jaren ’70 werd er ook in de jaren ’90 veel aandacht besteed aan de ‘fight against corruption’ en stond het (weer) hoog op de agenda; het reguleren en bevorderen van de vrije markt gold als fundament van een goed functionerende democratie. Door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), waar Nederland sinds ’61 onderdeel van is, werd in navolging van de Amerikaanse FCPA ingezet op nieuwe anticorruptie-wetgeving.'
U zegt van alle tijden. Hoe ziet u dat nu terug?
'In 1997 werd het OESO anti-omkopingsverdrag ondertekend. Landen moeten sindsdien omkoping strafbaar stellen en maatregelen nemen tegen witwassen en oneigenlijke politieke beïnvloeding. Je ziet dat sindsdien anticorruptie-wetten en integriteitscodes toenemen. En ook de gedachte dat de politiek bij voorbaat gevoelig is voor omkoping en dus moeten worden gewantrouwd.’
U doceert* over de ontwikkeling van integriteit aan bestuurders, wat maakt deze kennis relevant en toepasbaar?
*Centre for Professional Learning, leergang Academie voor de Rechtsstaat
‘De geschiedenis levert concrete integriteitskwesties op die je kunt analyseren en bespreken. Vragen zoals: waarom is dit wel of geen corruptie? Je gaat vraagstukken bekijken vanuit een bredere ontwikkeling van ideeën over goed bestuur en politiek-economische veranderingen. In een moderne democratie wordt verwacht dat publieke ambtsdragers zijn toegewijd aan het dienen van de publieke zaak; dat is een norm waarop meer nadruk is komen te liggen. Tegelijkertijd worden bepaalde ‘tegenstrijdigheden’ ook gewaardeerd.'
Om wat voor tegenstrijdigheden gaat het dan bijvoorbeeld?
'Zoals Eerste Kamerleden die daarnaast ook andere functies bekleden, om te ervaren wat er speelt in de maatschappij en in het bedrijfsleven. Dus de normen van goed bestuur die overduidelijk lijken, blijken in de historische en politieke realiteit toch complexer te zijn dan gedacht.’
En hoe kijkt u naar niet integer of corrupt handelen?
'Als een publieke ambtsdrager overheidsmiddelen misbruikt, zijn functie puur inzet voor een particulier belang, kan dat niet worden getolereerd. Maar het punt is, veel corruptiezaken zijn complex, om de redenen die ik eerder noemde. Dat maakt integriteit vaak ook wat diffuus; het is grijs gebied. Want wat bedoelen en verwachten we nu precies? Daar moet je het voortdurend over hebben. Goed bestuur is nooit af.'
Tekst: Margo Klein
Bekijk de Academie voor de Rechtsstaat
Een democratie staat of valt bij mensen die een gedegen rechtsstatelijk kompas hebben ontwikkeld. Zo’n kompas helpt om de complexe vragen die bij een democratie horen, op een rechtvaardige en evenwichtige manier te beantwoorden.
Meer informatie