Koffie met Gert: ‘Groei faculteit mede dankzij succes onze wetenschappers’
Twee keer per jaar biedt Gert Renkema, Hoofd Financieel Economische Zaken van FGGA, ons een inkijkje in alles wat er speelt rondom de financiën. Met een kop koffie in zijn hand deelt Gert de resultaten van afgelopen jaar en de financiële prognose.
‘Hoewel de financiële vooruitzichten positief zijn, blijft het belangrijk om alert te blijven’
Wat is een Bestuurlijk Financiële Rapportage?
‘De BFR maakt deel uit van de jaarlijkse planning- en control cyclus van de universiteit. Deze rapportage schetst een financiële prognose op basis van de begroting. Gedurende het collegejaar wordt deze prognose twee keer opgesteld: één keer in april en één keer in september. Dit is dus de BFR2.
Het geeft inzicht in de financiële gezondheid van de faculteit op basis van kalenderjaren, wat betekent dat het lopende academische jaar deels in de financiële resultaten wordt meegenomen.’
Is de BFR2 al aangepast op de aangekondigde bezuinigingen?
‘Nee, ondanks dat we bezuinigingen voelden aankomen is deze prognose bewust gemaakt zonder enige bezuinigingen daarin meegenomen. Wel verwacht ik dat deze in de nabije toekomst wel verwerkt moeten worden. Desondanks ziet de financiële positie van FGGA er positief uit. De effecten van de bezuinigingen worden vermoedelijk vanaf of misschien zelfs na 2025 pas merkbaar.’
Wat betekent deze prognose voor FGGA?
‘Voor 2024 verwacht de faculteit een positief financieel resultaat van ongeveer €600.000, wat vergelijkbaar is met 2023. Dit resultaat is zelfs iets beter dan de eerste prognose (BFR1), voornamelijk omdat de loonstijgingen lager waren dan aanvankelijk werd ingeschat en enkele vacatures trager zijn ingevuld. Bovendien blijft de portefeuille met onderzoeksgelden gestaag groeien, wat te danken is aan het succes van onze wetenschappers. Belangrijke projecten zijn hierbij o.a. de in 2024 gestarte NWO-projecten bij BSK, ISGA en Judi Mesman. Dit zorgt voor extra financiële ruimte die kan worden benut voor nieuwe projecten en initiatieven.’
Alert blijven
‘Hoewel de financiële vooruitzichten positief zijn, blijft het belangrijk om alert te blijven op de ontwikkelingen binnen en buiten de faculteit. De mobiliteitsvergoedingen en salarisverhogingen zijn al opgenomen in de prognose. Daarnaast is het nieuwe cao-akkoord, waarin meer vaste contracten zijn afgesproken, meegenomen in de financiële planning. Dit past bij het streven van de faculteit naar goed werkgeverschap, en de focus op het verlagen van het aantal tijdelijke contracten.’
Wat betekent dit alles nu eigenlijk voor de medewerkers?
‘Door de stabiele financiële situatie en de verwachte groei in onderzoeksgelden kunnen meer projecten en initiatieven worden ondersteund. Tegelijkertijd moeten medewerkers zich bewust zijn van mogelijke veranderingen in budgetten, vooral wanneer de bezuinigingen vanaf 2026 merkbaar worden. In die periode kan het noodzakelijk zijn om prioriteiten te heroverwegen en bepaalde activiteiten mogelijk te beperken.’
Hoe komt het dat wij er zo goed voor staan?
‘Eén van de sterke punten binnen FGGA is de gezonde cultuur van samenwerking en transparantie over alle financiën. Er wordt regelmatig overleg gevoerd tussen bestuur en financiële zaken om gezamenlijk haalbare oplossingen te vinden voor eventuele uitdagingen. Deze open communicatie stelt de faculteit in staat flexibel te blijven en tijdig in te spelen op veranderende omstandigheden. Dit onderscheidt FGGA van andere faculteiten, waar het soms lastiger is om snel te schakelen en in te grijpen waar nodig.’
Wat zou je nu als conclusie mee willen geven over deze prognose?
‘De BFR2-prognose biedt een positief vooruitzicht voor de faculteit, met groeimogelijkheden op het gebied van onderzoeksgelden en stabiele inkomsten uit bestaande en nieuwe opleidingen. Hoewel de bezuinigingen nog niet zijn doorgevoerd in de prognose, blijft het belangrijk dat medewerkers zich bewust zijn van de mogelijke impact hiervan. Dankzij de sterke samenwerking en de financiële open cultuur binnen FGGA, blijft de faculteit goed in staat om uitdagingen het hoofd te bieden en nieuwe kansen te benutten.’