Universiteit Leiden

nl en

‘Voelt niet als werk’: zo is het om mentor te zijn voor het Pre-University College

Scholieren begeleiden als mentor bij het Pre-University College: hoe is dat om te doen? En wat komt erbij kijken? In het kader van 20 jaar PRE-College Leiden vroegen we twee ervaren PRE-mentoren wat hun vak zo mooi maakt: ‘Je ziet ze echt groeien.’

In de hal van de Oude Sterrenwacht stapt Daniël Bartelds (41) met uitgestoken hand op zijn interviewer af. Ver reizen hoeft de docent aan het Delftse Stanislascollege vandaag niet: op dinsdagen werkt hij als postdoc aan de Universiteit Leiden. Jacqueline Shaya (65), docent op het Ignatius Gymnasium in Amsterdam, volgt al snel. Het gebouw kent ze goed: ‘Als PRE-mentor kom ik hier wel vaker.’

PRE-mentoren Daniël Bartelds en Jacqueline Shaya

Naast docent zijn Daniël en Jacqueline allebei PRE-mentor. Ze geven niet alleen les op school, maar begeleiden ook leerlingen bij het Pre-University College: een extra programma voor leerlingen die een uitdaging missen en alvast kennis willen maken met de wetenschap. Daniël en Jacqueline werven leerlingen voor het programma, helpen hen met het inschrijven en ondersteunen ze tijdens hun deelname. Zo vormen ze een brug tussen de middelbare school en de universiteit.

'Leerlingen moeten hun eigen keuzes kunnen maken'

Een PRE-mentorschap – hoe ziet dat eruit in de praktijk?

Daniël: ‘PRE-studenten zijn echt leerlingen die moeite willen doen om meer te ontdekken. Daardoor voelt het voor mij niet als werk, hoewel ik natuurlijk wel taken heb. Ze lopen tegen dingen aan.’ Jacqueline: ‘Zeker, vooral aan het begin. Dan helpen we met de motivatiebrief voor het aanmelden. Het schrijven daarvan is echt een leerproces. Dat gaat bij de een sneller dan bij de ander. Daarna kom ik alleen in actie als dat hard nodig is. Leerlingen moeten hun eigen keuzes kunnen maken. Dat heb ik altijd belangrijk gevonden.’

'Sommige leerlingen zijn bang om iets nieuws te beginnen. Ze hebben nieuwe uitdagingen nodig.'

Zijn jullie dan al lang PRE-mentor?

Jacqueline: ‘Ik ben dat eigenlijk al sinds ik 17 jaar geleden hoorde van het programma. Toen heb ik bij de rector van het Ignatius Gymnasium aangedrongen dat wij ook moesten meedoen. Maar ik draag mijn taken binnenkort over aan mijn opvolger.’ Daniël, lachend: ‘Ik weet niet precies meer hoe lang ik dat al ben. Inmiddels doe ik dit al zeker een kleine 10 jaar bij het Stanislascollege in Delft.’

Is jullie aanpak in die tijd veranderd?

Jacqueline: ‘Vroeger wierf ik zoveel mogelijk leerlingen voor het programma, maar ik ben terughoudender geworden. Ze moeten het namelijk wel écht willen. Als je meedoet, neem je een plek in die ook naar anderen had kunnen gaan. Met een goed gesprek maak ik ze daarvan bewust.’ 

Daniël: ‘Zelf werf ik wel nog volop. Ik merk alleen dat sommige leerlingen moeilijk te motiveren zijn. Die staan negens en tienen: ze hebben de middelbare school eigenlijk al uitgespeeld. Maar ze zijn bang om aan iets nieuws te beginnen. Ik doe mijn best om hen te overtuigen, want ze hebben nieuwe uitdagingen nodig.’  

Wat voor ‘nieuwe uitdagingen’ komen PRE-studenten tegen?

Daniël: ‘Allereerst de inhoud natuurlijk. Elke maandagmiddag volgen ze hier in de Sterrewacht colleges over nieuwe onderwerpen. En daarna werken ze met een wetenschapper aan een onderzoek. Maar door het programma moeten ze ook zelfstandiger worden en leren hoe de wereld buiten school werkt. Zelf met de trein reizen bijvoorbeeld, dat leren ze ook.’

'Het is dankbaar werk om leerlingen te begeleiden bij hun eerste stappen buiten school.'

Jacqueline: ‘Het is goed voor onze leerlingen dat ze hun horizon verbreden en dat ze zien dat Leiden ook een studentenstad is die veel te bieden heeft. Daarnaast worden ze PRE-studenten, deel van een nieuwe groep. Ze zitten samen in colleges, gaan samen naar Texel. En dan kunnen ze ook nog lid worden van PREunion, de PRE-studievereniging. Daar hebben ze ook uitstapjes naar het buitenland. Je ziet ze echt groeien.’ 

'Ze hebben echt een stimulerende opleiding nodig - en de maatschappij hen.’

Hoe zien jullie de toekomst van PRE voor je?

Daniël: ‘Onderwijs is altijd in ontwikkeling, omdat het inspeelt op wat de maatschappij nodig heeft. Dat geldt ook voor PRE. Momenteel loopt het aantal aanmeldingen een beetje terug. Ik hoop dat de organisatie daar niet overhaast op reageert, want het programma werkt goed.’

Jacqueline: ‘Ik hoop dat PRE nog lang blijft bestaan en zo uitdagend blijft. Het is heel goed dat dit soort programma’s er zijn voor de leerlingen die meer willen en meer kunnen. Zij hebben echt een stimulerende opleiding nodig. En de maatschappij heeft hen nodig.’

Wat zou je zeggen tegen docenten die zelf overwegen om PRE-mentor te worden?

Daniël: ‘Het is als docent geen dagelijkse praktijk om alleen met leerlingen te werken die zeer gemotiveerd en ambitieus zijn – dat zijn PRE’ers bij uitstek wél. Het is inspirerend en dankbaar werk om deze leerlingen te begeleiden bij hun eerste stappen buiten school. Ik zou het meteen doen als je de kans krijgt. Je vergroot ook nog eens je eigen netwerk met PRE-mentoren van andere scholen.’

Jacqueline: ‘Ik heb het altijd als een groot voorrecht beschouwd om talentvolle leerlingen te begeleiden bij een extra uitdaging, waarbij ze in contact komen met mensen buiten hun eigen bubbel. Ik zou de kans om mentor te worden altijd met grote inzet en enthousiasme aangrijpen.’

Word ook partnerschool!

Het Pre-University College van de Universiteit Leiden heeft een partnerschap met meer dan 50 scholen, voornamelijk in Noord-Holland en Zuid-Holland. Leerlingen van de partnerscholen kunnen deelnemen aan het PRE-College Leiden en PRE Den Haag. Elke school heeft een PRE-mentor die de studenten helpt bij de aanmelding en hen begeleidt tijdens hun deelname aan het programma. 

Wil je meer weten over hoe het is om een partnerschool te zijn van het Pre-University College? Neem contact op met het PRE Bureau

Tekst: Luc Werksman
Foto’s: Buro JP

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.